1.4.In de bezwaarfase heeft op 23 juni 2015 een buurtonderzoek plaatsgevonden bij de woning aan de [adres A]. Rapporteurs hebben daarbij één buurtbewoonster gesproken, woonachtig aan de [adres C]. In de rapportage van 23 juni 2015 staat het volgende als verklaring van deze bewoonster opgenomen: “
De foto van de dame die u mij laat zien woont al minimaal 3 jaar op de [adres A]. Ik woon hier zelf namelijk ook 3 jaar en zie haar al zo lang daar. De man de daar nu voor [huisnummer] stopt in de Mercedes, dat is haar man. Ik wil de verklaring niet ondertekenen want dat vind (ik) onveilig”.
2. Aan het bestreden besluit, waarbij het bezwaar ongegrond is verklaard, heeft verweerder het volgende ten grondslag gelegd. De verklaring van eiseres dat zij niet wist waarvoor zij in 2004 tekende is ongeloofwaardig. Eiseres heeft volgens verweerder dan ook de inlichtingenplicht geschonden. Eiseres dient aannemelijk te maken ondanks het woningbezit recht op bijstand te hebben. Per 31 december 2013 is het vermogen van eiseres
€ 28.260,34 en daarmee hoger dan het vrij te laten vermogen van € 5.850,-. Op basis van alle onderzoeksgegevens acht verweerder het voorts niet aannemelijk dat eiseres sinds de aankoop van de woning in bijstandsbehoeftige omstandigheden heeft verkeerd.
3. Eiseres kan zich niet met het bestreden besluit verenigen en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Eiseres heeft de WOZ-waarde van de woning aan de [adres A] over de periode van 2004 tot en met 2014 aannemelijk gemaakt. Hieruit blijkt dat er voor nagenoeg alle jaren geen overwaarde bestond. Eiseres heeft in 2004 weliswaar een handtekening onder een akte gezet, maar kende de juridische consequenties daar niet van. Zij wist niet dat zij mede-eigenaar was geworden van de woning. Voor het pingedrag en het waterverbruik heeft eiseres verklaringen gegeven. In het verleden heeft voorts meermalen onderzoek naar de rechtmatigheid van de aan eiseres verstrekte uitkering plaatsgevonden. Iedere keer is de eenduidige conclusie getrokken dat eiseres bijstandsbehoeftig was en aan haar inlichtingenplicht heeft voldaan.
4.
Het besluit tot intrekking en terugvordering van bijstand is een voor de betrokkene belastend besluit, waarbij het aan het bijstandverlenend orgaan is om de nodige kennis over de relevante feiten te vergaren. Dit betekent dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking en terugvordering is voldaan in beginsel op het bijstandverlenend orgaan rust. Schending van de inlichtingenplicht levert een rechtsgrond op voor intrekking van de bijstand indien als gevolg daarvan niet kan worden vastgesteld of en, zo ja, in hoeverre de betrokkene verkeert in bijstandbehoevende omstandigheden. Indien ondanks schending van de inlichtingenplicht het recht op bijstand kan worden vastgesteld, ook al is dit nihil, dient het bijstandsverlenend orgaan daartoe volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) over te gaan (zie bijvoorbeeld de uitspraak van
27 oktober 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:3734). Er is dan geen plaats voor intrekking van de bijstand op de grond dat als gevolg van de schending van de inlichtingenplicht het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. 5. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden door niet uit eigen beweging mededeling te doen van het feit dat zij voor de helft eigenaar is van de woning aan de [adres A]. Indien onroerende zaken in een officieel eigendomsregister op naam van een betrokkene staan genoteerd, is de vooronderstelling gerechtvaardigd dat die zaken een bestanddeel vormen van het vermogen waarover deze daadwerkelijk beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. In een dergelijke situatie is het aan de betrokkene om aannemelijk te maken dat het tegendeel het geval is (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 17 november 2015, ECLI:NL:CRVB:2015: 4064). Eiseres is daarin niet geslaagd. Haar verklaring dat zij niet wist dat zij mede-eigenaar is acht de rechtbank ongeloofwaardig. Van het dossier maakt deel uit een koopovereenkomst die blijkens de tekst ervan mede is ondertekend door eiseres. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op een door een notaris opgemaakte hypotheekakte en een akte van levering. Dergelijke aktes worden door een notaris toegelicht. Dat de notaris hier tekort zou zijn geschoten is weliswaar door eiseres gesteld, maar dit heeft zij niet onderbouwd.
Dit lag wel op haar weg nu de notariële aktes vermelden dat de inhoud daarvan aan eiseres en [persoon A] is opgegeven en toegelicht en dat zij hebben verklaard met de inhoud van de akte in te stemmen. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat eiseres wist dat zij mede-eigenaar was geworden. Eiseres had kunnen en moeten weten dat de mede-eigendom van deze woning een gegeven was dat van belang was voor het recht op bijstand, zodat zij gehouden was verweerder hiervan op de hoogte te stellen.