ECLI:NL:CRVB:2015:1069
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- A.M. Overbeeke
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand aan een betrokkene door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo. De betrokkene ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had zijn bijstandsaanvraag ingediend in 2008. Het college had de bijstand geblokkeerd en later ingetrokken op basis van het vermoeden dat de betrokkene niet woonachtig was op het opgegeven adres. De rechtbank had in eerdere uitspraken geoordeeld dat het college niet voldoende bewijs had geleverd voor deze intrekking. De betrokkene had ook een verzoek ingediend om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte niet had beslist op dit verzoek. De Raad stelde vast dat de redelijke termijn was overschreden en kende een schadevergoeding van € 2.000,- toe aan de betrokkene. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank, maar vernietigde de uitspraak voor zover deze niet op het verzoek om schadevergoeding had beslist. De Raad veroordeelde de Staat der Nederlanden tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten van de betrokkene.