een rapport van de UN Secretary-General van 21 februari 2013, ‘Recent politica land Security Developments since 30 August 2012’;
het World Report 2013 – Libya, 31 January 2013, van Human Rights Watch (HRW);
het algemeen ambtsbericht inzake Libië van 25 september 2013;
het Country Report on Human Rights Practices 2013 - Libya van 27 februari 2014 van het US Department of State;
een publicatie van HRW van 7 maart 2014, ‘Libya: Government Institutions at Risk of Collapse’;
een artikel uit TheThe Guardian van 13 maart 2014, ‘Ousting of Libyan PM Ali Zeidan brings threat of civil war’;
een rapport van HRW van 21 januari 2014, ‘Annual report on the human rights situation in 2013’;
een artikel van Times Magazine van 21 mei 2014, ‘Libya General Calls for Council to Take Power’;
een artikel van Reuters van 22 mei 2014, ‘Libyan government warns of new militia threat in capital’;
een blog van Ishaan Tharoor in The Washington Post van 19 mei 2014, ‘8 questions you want answered about the crisis in Libya’;
een artikel uit de Libyan Herald van 22 mei 2014, ‘Assassination attempt on Navy Chief of Staff’;
een artikel van CNN van 19 mei 2014, ‘Turmoil in Libya: Fighting sweeps across Tripoli following violence in Benghazi’;
een verklaring 25 september 2014 van Ban Ki Moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties;
een artikel van The Guardian van 20 september 2014, ‘Teenage peace activists among dead in Libya ‘black Friday’; militants assassinate rights workers and army officers while mystery jets launch raids on Tripoli’;
een artikel van Reuters van 22 september 2014, ‘Group of nations warns against outside interference in Libya’;
een artikel van de site www.vox.com van 30 juli 2014, ‘Violence in Libya is the worst it’s been since the NATO intervention’;
een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van september 2014, ‘Veelgestelde vragen - Libië -, Veiligheidssituatie’;
een e-mail van 1 augustus 2014 van de Internationale Organisatie voor Migratie;
een uitspraak van 5 augustus 2014, Awb 14/16214, van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam;
het reisadvies voor Libië van het ministerie van Buitenlandse Zaken;
het algemeen ambtsbericht inzake Libië van 19 december 2014, met name ook de deelrapporten ‘Vulnerable Groups’, ‘Security Situation’ en ‘Safety Situation’;
een artikel van de NOS van 10 december 2014, ‘Koenders waarschuwt voor gevaar Libië’;
bericht van HRW van 5 december 2014, ‘Libya: Countries Should Suspend Forcible Returns’;
een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van december 2014, ‘Veelgestelde vragen - Libië - Veiligheidssituatie’.
Ingevolge artikel 3.37e van het VV 2000 zoals dat luidde ten tijde van het bestreden besluit, wordt bij de beoordeling of een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, die is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder a of b, van de Vw 2000, wordt ingetrokken op grond van artikel 32, eerste lid, onder c, van de Vw 2000, of de aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur ervan wordt afgewezen op die grond, in aanmerking genomen of de wijziging van de omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft om de gegronde vrees voor vervolging dan wel het reële risico op ernstige schade weg te nemen. De rechtsgrond voor verlening van de desbetreffende verblijfsvergunning heeft niet opgehouden te bestaan indien de vreemdeling dwingende redenen kan aanvoeren die voorvloeien uit vroegere vervolging dan wel uit vroegere ernstige schade, om te weigeren de bescherming in te roepen van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, of, in het geval van een staatloze, van het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfsplaats had.
De rechtbank overweegt dat de beoordeling of de verandering van omstandigheden voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand is, zich beperkt tot de verleningsfactoren. Bespreking van de huidige veiligheidssituatie in Libië komt in dit kader derhalve niet aan de orde.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat er als gevolg van de duidelijke regimewijziging in Libië met de dood van Gaddafi sprake is van een wijziging van omstandigheden in Libië van een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter, in de zin van artikel 3.37e van het VV 2000. Verweerder heeft dit met de verwijzing naar het ambtsbericht van mei 2012 en de uitspraak van de Afdeling van 25 oktober 2013 deugdelijk gemotiveerd.