Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser],
gezamenlijk te noemen: eisers,
allen van Eritrese nationaliteit,
Procesverloop
Overwegingen
de feiten en omstandigheden waar de rechtbank van uitgaat
“Artikel 29, tweede lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 sluit wat betreft de invulling van het begrip 'alleenstaande minderjarige' aan bij artikel 2, aanhef en onder f, van de Richtlijn. Laatstgenoemde bepaling gaat voor die invulling uit van het moment van aankomst op het grondgebied van een lidstaat, zij het voor zolang de desbetreffende vreemdeling niet daadwerkelijk onder de hoede staat van een krachtens de wet of het gewoonterecht verantwoordelijke volwassene. Hieruit volgt dat niet reeds het moment van aankomst in de lidstaat bepalend is, maar ook omstandigheden die zich na dat moment voordoen van belang kunnen zijn. De zich na aankomst voordoende omstandigheid dat een alleenstaande minderjarige vreemdeling onder de hoede wordt genomen van een voor hem verantwoordelijke volwassene brengt immers met zich dat hij niet langer binnen het toepassingsbereik van dat begrip valt. Gelet hierop valt niet in te zien dat de omstandigheid dat een vreemdeling na aankomst in Nederland de meerderjarige leeftijd bereikt, buiten beschouwing zou moeten blijven bij de vraag of hij binnen dat toepassingsbereik valt. Nu artikel 2, aanhef en onder f, van de Richtlijn uitgaat van minderjarigheid en de referent reeds ten tijde van de aanvragen meerderjarig was, heeft de staatssecretaris zich in het besluit terecht op het standpunt gesteld dat hij niet voldoet aan artikel 29, tweede lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000.”