ECLI:NL:RBDHA:2019:13023
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om mvv-nareis voor ouders te laat ingediend, is dat verschoonbaar?
In deze zaak gaat het om de vraag of de termijnoverschrijding van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor de ouders van een alleenstaande minderjarige asielzoeker verschoonbaar is. Eiser, een Syrische asielzoeker, kwam in 2014 naar Nederland en kreeg later een asielvergunning. Hij wilde zijn ouders naar Nederland laten komen, maar diende de aanvraag voor de mvv-nareis pas in na de termijn van drie maanden. De rechtbank oordeelt dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De rechtbank stelt vast dat het beleid van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat destijds in overeenstemming was met de geldende richtlijnen, niet onrechtmatig was. Eiser had, ondanks het advies van Vluchtelingenwerk Nederland om geen aanvraag in te dienen, zelf de verantwoordelijkheid om tijdig een aanvraag te doen. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van de ouders niet binnen de gestelde termijn is ingediend en dat dit aan eiser kan worden toegerekend. De rechtbank verklaart het beroep van de ouders ongegrond, evenals het beroep van de broers en zussen, die afhankelijk zijn van de uitkomst van de procedure van de ouders.