ECLI:NL:RBDHA:2021:877
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing mvv-aanvraag in het kader van nareis door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2021, hebben eisers, bestaande uit meerdere Eritrese nationaliteiten, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had eerder de aanvragen van referente en haar ouders afgewezen, met als argument dat de feitelijke gezinsband tussen hen verbroken was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de referent, die op het moment van de aanvraag minderjarig was, recht had op een beoordeling van haar aanvraag op basis van de wetgeving die gold op het moment van indiening. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvragen niet in stand kon blijven, omdat de beoordeling niet correct was uitgevoerd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 1.068,-.