Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 augustus 2015 in de zaken tussen
Procesverloop
Overwegingen
26 maart 1996 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle, van 16 september 1998 (AWB 96/6653) is het door verzoeker ingestelde beroep tegen het besluit van 25 juli 1996 ongegrond verklaard.
16 mei 2012 heeft verweerder de aanvraag om opheffing van de ongewenstverklaring ingewilligd en aan verzoeker een inreisverbod opgelegd voor de duur van drie jaren, vanaf het moment dat verzoeker Nederland daadwerkelijk heeft verlaten. Bij uitspraak van
15 oktober 2012 (AWB 12/16946) heeft deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, het beroep tegen het besluit van 16 mei 2012 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van
12 september 2013 (20120758/1/V2) heeft de Afdeling bestuursrechtspaak van de Raad van State (ABRvS) de uitspraak van 12 september 2013 bevestigd.
5 juli 2012 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 6 maart 2013 (201207450/1/V2) heeft de ABRvS de uitspraak van 25 juli 2012 bevestigd.
18 september 2014 (15461/14), naar berichtgeving van Amnesty International van
28 oktober 2014 en naar het rapport “Report of the Secretary-General on Somalia” van de Verenigde Naties van 29 september 2014. Ten slotte voert verzoeker aan dat zijn uitzetting in strijd is met artikel 8 van het EVRM.
18 september 2014 is volgens verzoeker een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid.
3 augustus 2015.