Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2013 in de zaak tussen
[eiser 2], geboren [geboortedatum 2] , van Syrische nationaliteit, eiser (2) gezamenlijk te noemen: eisers, gemachtigde mr. B.W.M. Toemen,
Procesverloop
Overwegingen
the most extreme cases of general violence. De implementatie van artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 kan in zoverre dan ook niet worden aangemerkt als wijziging van recht, zodat reeds ten tijde van de uitspraken van de Afdeling inzake het doorprocederen over de ingangsdatum van een verleende vergunning asiel een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingevolge artikel 29, aanhef en onder b, van de Vw 2000 kon worden verleend enkel op grond van de zeer uitzonderlijke situatie dat de mate van geweld zodanig groot is dat iedere burger enkel door zijn aanwezigheid aldaar reeds een reëel risico loopt op een behandeling die door artikel 3 van het EVRM wordt verboden. Daarnaast volgt uit de jurisprudentie van het EHRM dat de omstandigheden die in een bepaald geval tot een reëel risico op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM kunnen leiden, niet afzonderlijk en op verschillende momenten worden beoordeeld, maar in onderlinge samenhang moeten worden bezien en in één keer worden beoordeeld.
- 1 punt voor het indienen van een beroepschrift;
- 1 punt voor het verschijnen ter zitting;
- waarde per punt € 472,00;
- wegingsfactor 1.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten voor zover daarin is geweigerd de aan eisers verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd te verlenen met ingang van een datum gelegen voor 15 juni 2011;
- bepaalt dat verweerder in zoverre binnen een termijn van zes weken nieuwe besluiten dient te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
- veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten vastgesteld op een bedrag van € 944,00;
- bepaalt dat het bedrag van de proceskosten moet worden voldaan aan de rechtsbijstandverlener.