ECLI:NL:RBARN:2011:BR2030
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J.J. van Acht
- H.C.A. Walda
- J. Berkvens
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van schadeloosstelling in onteigeningszaak tussen de Gemeente Overbetuwe en [gedaagde]
In deze onteigeningszaak heeft de Rechtbank Arnhem op 6 juli 2011 uitspraak gedaan over de vaststelling van de schadeloosstelling voor de onteigening van een perceel cultuurgrond van de gedaagde, gelegen in de gemeente Overbetuwe. De procedure volgde op een eerder tussenvonnis van 28 juli 2010, waarin de vervroegde onteigening was uitgesproken. De deskundigen hebben de werkelijke waarde van het onteigende perceelsgedeelte, met een oppervlakte van 1,64 hectare, getaxeerd op € 126.500,--. De rechtbank heeft de deskundigen gevolgd in hun taxatie, waarbij de agrarische waarde en de hogere waarde van de grond zijn meegenomen. De gedaagde had een hogere waarde ingeschat, maar de rechtbank oordeelde dat de deskundigen de juiste waarde hadden vastgesteld op basis van vergelijkbare transacties en hun expertise.
De rechtbank heeft ook de bijkomende schade en de kosten van juridische bijstand in overweging genomen. De gedaagde heeft recht op vergoeding van de kosten van juridische en deskundige bijstand, die door de gemeente moeten worden gedragen. De totale schadeloosstelling voor de gedaagde is vastgesteld op € 172.468,48, inclusief bijkomende schade en kosten. De gemeente is veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en moet ook de kosten van de deskundigen vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en zal worden gepubliceerd in De Gelderlander, editie Betuwe-Rivierenland.