Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court of Law in Świdnica(Polen). (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Den Haag, en door een tolk in de Poolse taal.
30 dagen. Ook heeft de rechtbank de gevangenhouding van de opgeëiste persoon op grond van artikel 27, derde lid, OLW verlengd met 30 dagen.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceble judicial decision about the provisional detention rendered by the District Court of Law in Kłodzko, file reference II Kp 445/23, on the 27th of June 2023 (PR 2 Ds. 722.2019 - District Prosecutor's Office in Kłodzko).
4.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden in Polen voor voorlopig gehechten
remand regimein Polen. [11]
remand regimein Polen terechtkomen.
remand regime, kan op zichzelf niet tot weigering van de overlevering leiden. Het enkele bestaan van gegevens die duiden op gebreken in dit regime, impliceert immers niet noodzakelijkerwijs dat, in een concreet geval, de grondrechten van de opgeëiste persoon bij overlevering zullen worden geschonden.
remand regimein Polen.
remand regimeis aangenomen, dit gevaar - al dan niet met een individuele detentiegarantie - voor de opgeëiste persoon kan worden weggenomen. Voor zover de uitvaardigende justitiële autoriteit meent dat het algemeen gevaar voor de opgeëiste persoon binnen het
remand regimekan worden weggenomen, dan wenst de rechtbank in het bijzonder het volgende over het Huis van Bewaring, waar de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid zal worden gedetineerd, te vernemen:
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen om:
de onder 5 genoemde IND-bevraging te doen en een terugkeergarantie op te vragen bij de uitvaardigende justitiële autoriteit;
de onder 7 genoemde vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit voor te leggen.
op 29 augustus 2024,
uiterlijk op 15 augustus 2024opnieuw op zitting moet worden gepland.