Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder (DUO)
Inleiding
Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van DUO. Eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.
Totstandkoming van het besluit
1 juni 2022. DUO heeft de aanvullende beurs voor de periode juni tot en met december 2022 toegekend en de reisvoorziening voor de periode augustus tot en met december 2022. De studiefinanciering voor de periode september 2021 tot en met mei 2022 heeft DUO afgewezen, omdat niet is gebleken dat eiser in die periode migrerend werknemer was. De arbeidsovereenkomst van eiser heeft een ingangsdatum van 6 mei 2022. DUO heeft overwogen dat de situatie op de eerste dag van de maand bepalend is voor het recht op studiefinanciering, waardoor aan eiser voor het eerst vanaf 1 juni 2022 recht op studiefinanciering is toegekend. Het reisproduct kan volgens DUO niet met terugwerkende kracht worden toegekend, waardoor dit per augustus 2022 is toegekend.
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
€ 418,50 (1 punt voor indienen beroepschrift met waarde van € 837,- met een wegingsfactor van 0,5).
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt DUO in de proceskosten van € 418,50;
C. Simonis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 december 2023.