Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van RCJ van 4 oktober 2021, met producties,
- de rolbeslissing van 24 november 2021 en de daarin vermelde brieven,
- de dagvaarding van CCC van 31 maart 2022, met producties,
- de dagvaarding van ASC van 1 april 2022, met producties,
- het tussenvonnis van 19 oktober 2022 (en de daarin genoemde stukken), waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte uitlating ten behoeve van regiezitting van RCJ,
- de akte uitlating tijdigheid dagvaarding van ASC,
- de akte uitlating tijdigheid dagvaarding van CCC, met producties,
- de akte inlichtingen ten behoeve van regiezitting van Apple c.s.,
- de rolbeslissing van 15 februari 2023 en de daarin genoemde stukken,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 maart 2023 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van 4 mei 2023 zijdens Apple c.s. met opmerkingen bij het proces-verbaal,
- de brief van 8 mei 2023 zijdens CCC met opmerkingen bij het proces-verbaal.
2.In het kort: waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
Apple
storefrontdie op basis van de instellingen van de gebruiker wordt gebruikt en
country specificis. Wanneer een Nederlandse gebruiker met een Apple ID die het land/regio als Nederland specificeert, de App Store opent, gaat hij of zij standaard naar de Nederlandse
storefront(hierna: Nederlandse App Store). Een gebruiker kan in theorie deze
storefronthandmatig veranderen naar een buitenlandse versie, maar daartoe moeten meerdere stappen worden gezet, waaronder het opzeggen van abonnementen op apps.
native apps) of door derden. Op de Apple-apparaten wordt standaard een aantal native apps geïnstalleerd. Waar hierna over apps of iOS-apps wordt gesproken, worden uitsluitend de door derden ontwikkelde apps bedoeld. Die derden zullen ontwikkelaars worden genoemd. Voor deze ontwikkelaars biedt de App Store de (enige) mogelijkheid om hun iOS-apps aan te bieden aan gebruikers. Daartoe sluiten zij een overeenkomst (Developer Program Licence Agreement of DPLA) met Apple Inc. De ontwikkelaar van een app is een jaarlijkse fee van USD 99,00 verschuldigd voor deelname aan Apple’s Developer Program.
Statement of Objectionsvan de EC, waarop Apple kan reageren.
4.De collectieve vorderingen
RCJ
misbruik van machtspositiebestaat uit meerdere elementen. Deze zijn allemaal het gevolg van het feit dat Apple met de App Store een exclusief distributiesysteem in het leven heeft geroepen. Apple heeft een dominante positie op de markt van distributiediensten voor iOS-apps en in-app producten. Apple staat sinds 10 juli 2008 op haar apparaten slechts die apps toe die via de App Store kunnen worden gedownload. Apple maakt het de ontwikkelaars onmogelijk om op andere wijze hun apps beschikbaar te stellen voor gebruikers van Apple-apparaten. Voor betaalde apps rekent Apple een provisie van 30%. Ditzelfde percentage brengt zij in rekening voor de aankoop van digitale in-app producten. De App Store is dus het enige distributiekanaal voor iOS-apps. Verder is het IAP het enige middel voor het betalen voor digitale in-app producten. De machtspositie van Apple en haar gedrag leiden tot een verstoring van de mededinging en gaan ten koste van zowel ontwikkelaars als gebruikers.
inbreuk op het kartelverbodjegens de ontwikkelaars, omdat de aan hen opgelegde contractuele voorwaarden de mededinging merkbaar beperken. Daarnaast heeft Apple inbreuk gemaakt op het kartelverbod, omdat zij vaste prijscategorieën oplegt aan de ontwikkelaars. Daarmee is sprake van verticale prijsbinding in de zin van artikel 101 VWEU.
5.De tijdigheid van de dagvaardingen van ASC en CCC
Inleiding
- De termijn van artikel 1018d lid 1 Rv is niet aangevangen met de door RCJ ingestelde vorderingen, omdat RCJ als belangenorganisatie niet ontvankelijk is. Zo voldoet RCJ niet aan de (waarborg- en representativiteit)eisen die artikel 3:305a lid 1 en 2 BW stelt aan een belangenorganisatie.
- De termijn van artikel 1018d lid 1 Rv is niet van toepassing voor de vorderingen van CCC, omdat de vorderingen van CCC betrekking hebben op andere gebeurtenissen en over andere feitelijke en rechtsvragen gaan dan de vorderingen van RCJ. CCC en RCJ vertegenwoordigen verschillende achterbannen – namelijk wat CCC betreft ook Europese consumenten buiten Nederland – en CCC heeft deels ook andere partijen gedagvaard dan RCJ. Verder zijn de vorderingen van CCC en de grondslagen daarvan anders dan die van RCJ. In dit verband beroept CCC zich ook op het recht op effectieve en efficiënte rechtsbescherming zoals neergelegd in onder meer artikel 47 Handvest EU. Doordat RCJ zegt primair op te komen voor ontwikkelaars, blokkeert zij in feite de vorderingen van consumenten en wordt consumenten de toegang tot de rechter verhinderd.
- Een termijnverlenging als bedoeld in artikel 1018d lid 2 Rv heeft algemene werking, zodat het aan ASC verleende uitstel ook geldt voor andere belangenorganisaties zoals CCC. Verwezen wordt naar de Memorie van Toelichting bij artikel 1018d Rv. CCC heeft erop vertrouwd dat de verlengde termijn ook voor haar gold. Wanneer een termijn eenmaal is verlengd, is er geen reden om niet ook andere belangenorganisaties toe te laten. Geen van partijen wordt in haar belangen geschaad als ook andere belangenorganisaties van een verlengde termijn gebruik kunnen maken. Een restrictieve interpretatie van de werking van een termijnverlenging past verder niet in de deformaliseringstendens van het procesrecht.
voor hemniet volstaat. Ook daaruit volgt dat de rechter die een verlenging van de termijn geeft, toetst of
dezebelangenorganisatie een verlengde termijn wordt gegund.
gebruikersingestelde vorderingen tegen Apple Ierland en Apple Inc. kennis te nemen op de volgende twee gronden:
ontwikkelaarsbehartigt, de Nederlandse rechter bevoegd is op grond van – primair – de plaats van het schadebrengende feit. Subsidiair beroept RCJ zich op de samenhang tussen de vorderingen van de ontwikkelaars met de vorderingen van de consumenten en in dit verband op een analoge toepassing van artikel 8 Brussel I bis, respectievelijk artikel 7 Rv.
gebruikers, hebben Apple Ierland en Apple Inc. onder meer het volgende aangevoerd.
- Het Handlungsort kan niet in Amsterdam worden gelokaliseerd. Er hebben geen specifieke gebeurtenissen plaatsgevonden die uitsluitend of in het bijzonder in Amsterdam of in Nederland hebben plaatsgevonden. De beweerde gebeurtenissen, de aankopen in de App Store, vinden immers over de hele wereld plaats.
- Het Erfolgsort is naar zijn aard ongeschikt voor bevoegdheid in collectieve acties, omdat de plaats waar de schade is ingetreden enkel voor iedere beweerde benadeelde individueel kan worden vastgesteld. RCJ en ASC kunnen als stichtingen in een collectieve actie dus geen beroep doen op het Erfolgsort van de achterban.
- Indien wel door de stichtingen heen zou kunnen worden gekeken geldt dat de gevorderde schade zuivere vermogensschade betreft. Zonder bijkomende, relevante omstandigheden, die er hier niet zijn, is de plaats waar zuivere vermogensschade is ingetreden niet een relevant aanknopingspunt ter bepaling van het Erfolgsort.
- Verder geldt dat de rechtbank alleen bevoegd is voor zover RCJ en ASC opkomen voor personen van wie de schade in het arrondissement Amsterdam is te lokaliseren, omdat artikel 7, punt 2, Brussel I bis ook de relatief bevoegde rechter aanwijst. Nationale procesregels zoals artikel 107 Rv (over de relatieve bevoegdheid bij meer gedaagden) mogen dan niet worden gebruikt.
- Op basis van de forumkeuzeclausule die Apple is overeengekomen met gebruikers is er uitsluitend bevoegdheid ten aanzien van vorderingen van gebruikers die in het arrondissement Amsterdam wonen.
ontwikkelaarsvoor wie RCJ opkomt, hebben Apple Ierland en Apple Inc. aangevoerd dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is. RCJ kan volgens Apple Ierland en Apple Inc. geen beroep doen op artikel 7, punt 2, Brussel I bis of artikel 6 onder e Rv. Het Handlungsort ligt niet in Nederland. Op het Erfolgsort kan in een collectieve actie geen beroep worden gedaan en bovendien is zuivere vermogensschade onvoldoende als aanknopingspunt. Voorts geldt dat het Erfolgsort van ontwikkelaars die buiten Nederland wonen of gevestigd zijn, hoe dan ook niet in Nederland is gelegen.
artikel 102 VWEUhet Handlungsort kan worden gelokaliseerd, is het arrest flyLAL-Lithuanian Airlines [17] (verder flyLAL genoemd) van belang.
storefront) specifiek gericht is op de Nederlandse markt (de Nederlandse App Store) en het aanbieden van producten in die Nederlandse App Store tegen bepaalde (volgens RCJ en ASC excessieve) prijzen. Daarmee is voor de rechtbank voldoende sprake van de situatie dat (gesteld) misbruik van machtspositie (ook) ten uitvoer is gelegd
in Nederland. Daartoe geldt het volgende.
storefronts, waaronder een die op de Nederlandse markt is gericht, heeft Apple zich bewust gericht op de Nederlandse markt zodat te voorzien was dat zij voor een rechter aldaar kon worden opgeroepen. De conclusie luidt aldus dat nu de beweerde misbruik van machtspositie ten uitvoer is gelegd in Nederland, een rechter in Nederland bevoegd zou moeten zijn.
welkerechter in Nederland bevoegd is. Nu het om een online platform gaat waarvan de Nederlandse App Store zich op een gehele lidstaat richt, is niet een duidelijk aanknopingspunt voorhanden waarom het geschil meer thuishoort bij de rechter van het ene arrondissement dan de rechter van het andere arrondissement. Daar komt bij dat de Apple-apparaten waarmee de aankopen worden gedaan (waarmee de apps worden gedownload), zich steeds op wisselende locaties kunnen bevinden. Ook dit levert geen bruikbaar aanknopingspunt op. Het aanwijzen van een bevoegde rechter in de lidstaat waar het vermeende misbruik van machtspositie ten uitvoer is gelegd, sluit echter wel aan bij de doelstellingen van nabijheid en voorspelbaarheid van de bevoegdheidsregels: die rechter is immers het best in staat om vorderingen tot schadevergoeding te onderzoeken en de marktdeelnemer (Apple) mag verwachten dat hij in die lidstaat voor de rechter kan worden opgeroepen. [21] Aangezien redelijke twijfel bestaat over het antwoord op de vraag of de rechtbank Amsterdam in deze situatie bevoegd is, is de rechtbank voornemens hierover prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU.
artikel 101 VWEU, het kartelverbod, ten grondslag gelegd. Die schending baseert zij op dezelfde gedragingen als het misbruik van machtspositie. De gedragingen van Apple beperken de mededinging merkbaar. Apple heeft inbreuk gemaakt op het kartelverbod, omdat zij vaste prijscategorieën oplegt aan de ontwikkelaars en daarmee de gebruikers daaraan gebonden zijn. Daarmee is sprake van verticale prijsbinding in de zin van artikel 101 VWEU, aldus RCJ.
in Nederlandgeleden. Voor die groep gebruikers bevindt het Erfolgsort zich dus in Nederland.
plaats van aankoopte bepalen als hier bedoeld. Juist omdat de Apple-apparaten mobiele apparaten zijn, kan overal een iOS app worden gedownload of een in-app product worden gekocht. RCJ en ASC hebben geen specifieke plaats in Nederland aangewezen die hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. Wel kan in dit geval aangeknoopt worden bij de zetel (of: woon- of verblijfplaats) van de gebruikers. Dat past in de hiervoor genoemde overweging van het HvJEU als op verschillende plaatsen aankopen hebben plaatsgevonden en in de uitspraken die zien op kartelschade. [35] De rechtbank Amsterdam is gelet hierop in elk geval bevoegd voor de gebruikers die in het arrondissement Amsterdam wonen of zijn gevestigd, omdat de gestelde schade voor hen in het arrondissement Amsterdam is ingetreden. Ten aanzien van Apple Ierland is dat op basis van artikel 7, punt 2, Brussel I bis, ten aanzien van Apple Inc. op basis van artikel 102 Rv.
rechter van het landwaarin de gebruiker zijn normale woonplaats heeft aanwijst (de Nederlandstalige versie, waarmee de relatieve competentie niet beslist wordt) of dat het om de
rechter van de normale woonplaatsvan de gebruiker gaat (de Engelstalige versie). Partijen hebben geen standpunt ingenomen over welke clausule op welke relatie van toepassing is. Maar zelfs als de forumkeuzeclausule steeds de rechter van de normale woonplaats van de gebruiker aanwijst, leidt dit niet tot een andere bevoegde rechter in deze zaak. Daartoe geldt het volgende.
de mogelijkheiddat een forumkeuzeclausule ook op een vermeende artikel 102 VWEU schending ziet:
niet uitgesloten isdat met betrekking tot een vordering tot schadevergoeding die aanhangig is gemaakt door een distributeur tegen zijn leverancier op grond van artikel 102 VWEU, een forumkeuzebeding wordt toegepast dat is opgenomen in de overeenkomst tussen de partijen, louter omdat dit beding niet uitdrukkelijk verwijst naar geschillen inzake aansprakelijkheid wegens een inbreuk op het mededingingsrecht.” [40]
artikel 101 VWEUhet Handlungsort kan worden gelokaliseerd, wordt verwezen naar hetgeen overwogen in r.o. 6.27.
artikel 102 VWEUbestaat volgens RCJ uit hetgeen door Apple te veel is ingehouden aan provisie. Volgens RCJ gebeurt dat telkens als een gebruiker een aankoop doet en vindt de schadebrengende gebeurtenis plaats op de plek waar de aankoop wordt verricht.
storefrontsvan de App Store. De verweten schadebrengende gebeurtenis is het inhouden van te hoge commissie bij het afrekenen met de ontwikkelaars van de aankopen door gebruikers. Dit gebeurt door Apple Inc. of door Apple Ierland. Er is niet gesteld of gebleken dat dit in Nederland gebeurt. De markt die Apple bedient met de apps in de App Store is in potentie wereldwijd. Apple houdt wereldwijd een gemeenschappelijke strategie aan en die strategie draagt bij aan het intreden van de gestelde schade. In dat geval moet worden vastgesteld welke gebeurtenis van bijzonder belang is voor de uitvoering van de strategie. RCJ heeft ook onvoldoende gesteld omtrent een dergelijke gebeurtenis van bijzonder belang. Daarbij speelt mee dat de markt waarop ontwikkelaars zich begeven, een andere is dan die van de gebruikers. De ontwikkelaars concurreren met andere ontwikkelaars en/of met Apple zelf voor het plaatsen van apps in de App Store en dat is dan ook hun markt. Het gaat verder niet om het verrichten van de aankoop door de gebruiker zoals RCJ betoogt, maar om het doorberekenen van de vergoeding aan de ontwikkelaar. Nu in de verhouding tussen Apple en de ontwikkelaars in Nederland geen gebeurtenis van bijzonder belang is gesteld of gebleken, kan gelet op de rechtspraak van het HvJEU voor de ontwikkelaars op basis van artikel 7, punt 2, Brussel I bis niet in Nederland een bevoegd gerecht op basis van het Handlungsort worden gevonden.
7.Voorgenomen prejudiciële vragen met toelichting
8.Toepasselijk actierecht
9.Afsluitende overwegingen
10.De beslissing
woensdag 27 september 2023voor
gelijktijdigeuitlating door RCJ, ASC en Apple Inc. en Apple Ierland (als overwogen onder 9.2 en 9.3) over de aan het HvJEU te stellen prejudiciële vragen,
toevoeging rechtbank] aan te wijzen als exclusieve belangenbehartiger in de zin van artikel 1018e lid 1 Rv;
toevoeging rechtbank] verzoekt de rechtbank te oordelen als volgt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Benoeming exclusieve belangenbehartiger
Definitie van de Nauw Omschreven Groep
Primair: te bepalen dat de Stichting in deze collectieve actie de belangen behartigt van de volgende groep van personen, die een nauw omschreven groep vormt in de zin van artikel 1018d Rv:
Opt Out”).
Subsidiair: te bepalen dat de Stichting in deze collectieve actie de belangen behartigt van de volgende groepen van personen, die nauw omschreven groepen vormen in de zin van artikel 1018d Rv:
Opt Out”).
Meer subsidiair: te bepalen dat de Stichting in deze collectieve actie de belangen behartigt van de volgende groepen van personen, die nauw omschreven groepen vormen in de zin van artikel 1018d Rv:
Opt Out”); en
Opt In”).
Uiterst subsidiair: te bepalen dat de Stichting in deze collectieve actie de belangen behartigt van de bij haar door middel van een Deelnemersovereenkomst aangesloten personen (Aangemelde Deelnemers).
Verklaring voor recht
Primair: voor recht te verklaren dat
Subsidiair: voor recht te verklaren dat
Veroordeling tot betaling van een schadevergoeding
- i)
- ii)
Veroordeling tot schadeafwikkeling
- iii) Te bepalen dat de Stichting een te goeder naam en faam bekend staande professionele claimafhandelaar zal inhuren en opdracht zal geven de schadevergoedingen te verdelen onder de Consumenten, het een en ander onder toezicht van de Stichting;
- iv) Te bepalen dat Consumenten die in aanmerking wensen te komen voor een betaling dienen in te stemmen met een bindend advies procedure, waarbij de rechtbank een bindend adviseur zal aanwijzen op verzoek van de Stichting;
- v) De Gedaagden te bevelen volledige medewerking te verlenen aan het uitvoeren van de collectieve schadeafwikkeling, welke medewerking onder meer behelst dat de Gedaagden via de Apple App Store alle Consumenten zal attenderen op de collectieve schadeafwikkeling, en de Consumenten zal doorsturen naar een door de claimafhandelaar te bepalen adres of website, en de Gedaagden de Stichting zal voorzien van contactgegevens van de Consumenten, en alle andere informatie waar de Stichting om vraagt;
- vi)
Proceskostenveroordeling en buitengerechtelijke kosten
REDENEN WAAROMde Stichting [ASC,
toevoeging rechtbank] de rechtbank verzoekt te oordelen als volgt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Nauw Omschreven Groep):