Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
ATLAS FLEXIBLES COÖPERATIEF U.A., hierna: Atlas,
1.De procedure
2.De vaststaande feiten
special purpose vehicles(spv’s), waarin verschillende vennootschapsgroepen worden ondergebracht als later te verkopen
assets.
assetsvan Atlas en LGE was Atlas Flexibles GmbH, met daaronder een groep met tal van dochter- en kleindochtervennootschappen (hierna: de Schur-groep).
Share Purchase Agreement(SPA). Vervolgens heeft B&C
due diligence-onderzoek verricht. B&C heeft op 30 september 2021 deze aandelen overgenomen tegen een koopprijs van € 258,4 miljoen.
assets: de aandelen in Paccor Holding GmbH met daaronder een groep vennootschappen en de aandelen in de Zwitserse Liveo Research-groep (hierna respectievelijk: de Paccor-groep en de Liveo-groep).
3.Het verzoek en het verweer
asset, namelijk de aandelen in de Liveo-groep, zullen verkopen om ook die koopsom weg te sluizen zoals te doen gebruikelijk bij
private equitypartijen. B&C vreest daarom voor de verhaalbaarheid van de door haar in de DIS-arbitrageprocedure gevorderde schadevergoeding, die volgens haar minstens € 400 miljoen zal bedragen, inclusief rente en kosten.
4.De beoordeling
bis. [1] Daarmee toetsen LG Curaçao en AMS FS aan de regels die gelden als zij door B&C zouden zijn gedagvaard.
bismaterieel niet van toepassing, nu geen sprake is van een bewarende maatregel in de zin van artikel 35 van die verordening. Het voorlopig getuigenverhoor heeft in dit geval namelijk tot doel om te beoordelen of de voorgenomen vordering opportuun is. [3] Artikel 3 jo. 187 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) regelt de rechterlijke bevoegdheid bij onderhavig verzoek. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen verzoeken gedaan voordat een geding aanhangig is (lid 1) en verzoeken gedaan tijdens een aanhangig geding (lid 2). In dit geval is de door B&C voorgenomen pauliana actie en/of vordering wegens onrechtmatige verhaalsfrustratie niet reeds aanhangig. Daarom kan volgens het eerste lid van artikel 187 Rv onderhavig verzoek worden gedaan i) aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn van de voorgenomen bodemzaak kennis te nemen óf ii) aan de rechter tot wiens absolute bevoegdheid de zaak behoort en binnen wiens rechtsgebied de te horen getuige woont. Nu de te horen getuige [naam] in [woonplaats] woont, is deze rechtbank op die grond bevoegd om van dit verzoek kennis te nemen.
(1) de verzoeker en zijn tegenpartij zijn het oneens over de feiten waarover de verzoeker getuigen wil horen,
(2) het bewijs van die feiten mag worden geleverd door getuigenverklaringen, en,
(3) de te bewijzen feiten zijn relevant voor een uiteindelijke beslissing over het geschil tussen de verzoeker en zijn tegenpartij.
Daarnaast moet in het verzoekschrift staan wat voor soort vordering de verzoeker denkt te hebben, hoe groot die volgens hem is, en welke feiten en rechten de verzoeker wil bewijzen. Dit moet op een manier die voldoende duidelijk is voor de rechter en voor de tegenpartij. Ook moet in het verzoekschrift staan waarom de getuigen hierover kunnen verklaren, wat hun namen en woonplaatsen zijn, en wat de naam en woonplaats van de wederpartij is. [4]
due diligence-onderzoek. Of B&C daadwerkelijk schuldeiser wordt van Atlas en LGE, is dus nog maar de vraag. Deze rechtbank oordeelt daar niet over, aangezien partijen dat hebben voorbehouden aan de betreffende arbiters. Onder deze omstandigheden kan B&C in deze procedure en in de voorgenomen hoofdzaak slechts als schuldeiser onder opschortende voorwaarde worden aangemerkt.
fishing expedition. Een
fishing expeditionis een vorm van misbruik van het middel van een voorlopig getuigenverhoor. Ook dat leidt tot afwijzing van het verzoek.