ECLI:NL:RBAMS:2022:7854

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
28 december 2022
Zaaknummer
13/033737-21 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in de mega Cherokee zaak betreffende deelname aan een criminele organisatie en grootschalige drugshandel

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 december 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [verdachte], die wordt beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk de grootschalige handel in cocaïne en gewoontewitwassen. In totaal zijn er 11 zaken behandeld in het kader van het onderzoek Cherokee, waarbij de rechtbank zich heeft gebogen over de rechtmatigheid van het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs. De rechtbank concludeert dat er voldoende bewijs is voor het bestaan van de criminele organisatie, die op professionele wijze opereerde en gebruik maakte van een autoverhuurbedrijf en een transportbedrijf. De rechtbank legt gevangenisstraffen op variërend van 18 maanden tot 12 jaar, en een geldboete aan het autoverhuurbedrijf. De rechtbank heeft de dagvaarding gedeeltelijk nietig verklaard, maar het Openbaar Ministerie is ontvankelijk in de vervolging. De rechtbank heeft de rol van [verdachte] als coördinator binnen de organisatie vastgesteld, waarbij hij verantwoordelijk was voor het aansturen van uithalers en het witwassen van criminele opbrengsten. De rechtbank legt [verdachte] een gevangenisstraf van 7 jaar op, met inachtneming van zijn eerdere veroordelingen en de ernst van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/033737-21 (Promis)
Datum uitspraak: 23 december 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
gedetineerd (UAH) in [naam PI] .
Inhoudsopgave
1. Het onderzoek ter terechtzitting2
2. Tenlastelegging3
3. Algemene inleiding3
4. Voorvragen4
4.1. Geldigheid van de dagvaarding4
4.2. Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie4
5. Overwegingen ten aanzien van het gebruik van Sky ECC berichten5
5.1. De rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs5
5.1.1. Inleiding5
5.1.2. De feitelijke gang van zaken rondom de Sky ECC hack5
5.1.3. Zijn de interceptie en de verkrijging van de Sky ECC data rechtmatig?10
5.1.4. Heeft het bewaren en het gebruik van Sky ECC data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden?14
5.1.5. Conclusie met betrekking tot rechtmatigheid van de bewijsgaring18
5.1.6. Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie19
5.1.7. IMSI-catcher19
5.1.8. Conclusie met betrekking tot de voorvragen20
6. Waardering van het bewijs20
6.1. Het standpunt van het Openbaar Ministerie20
6.2. Het standpunt van de verdediging20
6.3. Het oordeel van de rechtbank22
6.3.1. Sky ECC22
6.3.2. Handel in verdovende middelen (feit 2)28
6.3.2.1. Zaaksdossier Finland29
6.3.2.2. Zaaksdossier Burro29
6.3.2.3. Zaaksdossier Movano35
6.4.3. Witwassen (feit 3)42
6.4.4. Criminele organisatie (feit 1)46
7. Bewezenverklaring53
8. De strafbaarheid van de feiten54
9. De strafbaarheid van verdachte54
10. Motivering van de straf54
10.1. De eis van de officier van justitie54
10.2. Het standpunt van de verdediging54
10.3. Het oordeel van de rechtbank55
11. Beslag56
11.1. Standpunt van de verdediging60
11.2. Verbeurdverklaring60
11.3. Teruggave aan verdachte60
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften60
13. Beslissing60
Bijlage – Tenlastelegging [verdachte]66

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 januari 2022, 19 januari 2022, 20 januari 2022, 24 januari 2022, 1 februari 2022, 10 februari 2022, 14 februari 2022, 13 mei 2022 en 9 december 2022. [1] Het onderzoek is op laatstgenoemde zittingsdag gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. E.B. Smit en M. van Oosten (hierna tezamen ook wel aangeduid als “het Openbaar Ministerie”) en van wat verdachte en zijn raadslieden, mr. J.H. Kuijpers en mr. V. Poelmeijer naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van:
1. deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven, te weten handel in verdovende middelen (lijst I) en (gewoonte)witwassen in de periode van 1 juli 2019 tot en met 24 november 2020
en/of
deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk de handel in verdovende middelen (lijst I) in de periode van 1 juli 2019 tot en met 24 november 2020;
2. medeplegen van handel in verdovende middelen (lijst I), te weten cocaïne, in de periode van 5 december 2019 tot en met 24 augustus 2020;
3. medeplegen van gewoontewitwassen in de periode van 1 juli 2019 tot en met 24 november 2020.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis is gehecht en maakt deel uit van dit vonnis.
3. Algemene inleiding [2]
Het onderzoek Cherokee is op 16 april 2020 gestart naar aanleiding van het vermoeden dat twee mannen uit Amsterdam Zuid-Oost, [naam 1] en [naam 2] , zich in Antwerpen schuldig maakten aan de import van cocaïne. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Audi A3 ( [kenteken] ) [3] van [medeverdachte 1] , het autoverhuurbedrijf van [medeverdachte 2] . [4] Doordat er plaatsbepalingsapparatuur in dit voertuig was geplaatst, kon worden vastgesteld dat er herhaaldelijk verschillende locaties in Antwerpen werden aangedaan, waaronder een loods gevestigd aan de [adres loods] . [5] Door de Belgische autoriteiten werd op 22 april 2020 in deze loods 4.200 kilo cocaïne onderschept (zaaksdossier Burro). Een aantal personen, waaronder [naam 1] en [naam 2] , werd hierbij op heterdaad aangehouden en is hiervoor in België strafrechtelijk vervolgd. Het onderzoek Cherokee is gericht op personen in Nederland die vermoedelijk betrokken waren bij de import van deze partij cocaïne. Tijdens het onderzoek rees het vermoeden dat een crimineel samenwerkingsverband (hierna: ‘CSV’) actief was waarvan de deelnemers betrokken waren bij de (grootschalige) import van partijen cocaïne en bij witwassen. Uit het onderzoek, waarin ook gegevens uit andere onderzoeken werden gevoegd, kwam een beeld naar voren van een samenwerkingsverband waarbinnen de verschillende betrokkenen ieder hun eigen rol hadden. Zo werden er onder meer opdrachtgevers, coördinatoren, koeriers, bewakers, uithalers en een bewaarder van geld onderscheiden. Het vermoeden is dat er door dit samenwerkingsverband in totaal meer dan 6.000 kilo cocaïne is ingevoerd en miljoenen euro’s zijn witgewassen.
Het onderzoek Cherokee bestaat uit een veelvoud aan zaaksdossiers: Burro, Breeweg, Finland, Navajos, Movano, Liza, Marilion, 15-16 september, Witwassen, Omkoping, Extern en Vormen CSV. Een deel van de vermoedelijke deelnemers aan de organisatie staat tegelijkertijd terecht in dit strafproces: [medeverdachte 3] (hierna: ‘ [medeverdachte 3] ’), [medeverdachte 2] (hierna: ‘ [medeverdachte 2] ’), [verdachte] (hierna: ‘ [verdachte] ’), [medeverdachte 4] (hierna: ‘ [medeverdachte 4] ’), [medeverdachte 5] (hierna: ‘ [medeverdachte 5] ’), [medeverdachte 6] (hierna: ‘ [medeverdachte 6] ’), [medeverdachte 7] (hierna: ‘ [medeverdachte 7] ’), [medeverdachte 8] (hierna: ‘ [medeverdachte 8] ’), [medeverdachte 9] (hierna: ‘ [medeverdachte 9] ’), [medeverdachte 10] (hierna: ‘ [medeverdachte 10] ’) en de rechtspersoon [medeverdachte 1] (hierna: ‘ [medeverdachte 1] ’).

4.Voorvragen

4.1.
Geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank is van oordeel dat de tenlastelegging ten aanzien van de woorden “onder meer”, die in verschillende tenlastegelegde feiten worden gebruikt, partieel nietig is. In de tenlastelegging staan opsommingen van (rechts)personen die ervan worden verdacht te hebben deelgenomen aan het crimineel samenwerkingsverband en ook diverse partijen cocaïne en geldbedragen zijn in de tenlastelegging gespecificeerd. De verdenking is in zoverre helder. Voor zover het de woorden “onder meer” betreft is dat niet het geval. De tenlastelegging bevat op dit punt geen enkele inkadering of beperking en daarmee is onvoldoende duidelijk wat door het opnemen daarvan onder het bereik van de tenlastelegging wordt gebracht. Mede gelet op de omvang van het dossier, is, ten aanzien van de bewoordingen “onder meer”, onvoldoende kenbaar waartegen [verdachte] zich moet verdedigen. De dagvaarding zal in zoverre nietig worden verklaard.
Voor het overige voldoet de dagvaarding aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). De dagvaarding is voor het overige geldig.
4.2.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Een deel van de raadslieden van de verdachten in het onderzoek Cherokee heeft betoogd dat het Openbaar Ministerie (hierna: OM) niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van hun cliënt(en). De verweren die de verdediging in die gevallen heeft aangevoerd zien op de verkrijging en het gebruik van de aan het dossier toegevoegde Sky ECC berichten en de wijze waarop het OM de verdediging en de rechtbank hieromtrent van informatie heeft voorzien. De rechtbank bespreekt deze verweren omwille van de leesbaarheid van dit vonnis in rubriek 5.1.
Voordat de rechtbank (hierna in rubriek 5.1.8) haar beslissingen op deze verzoeken en verweren geeft, geeft de rechtbank een uiteenzetting van wat thans bekend is over de wijze waarop het OM de Sky ECC berichten in het onderzoek Cherokee heeft verkregen en het daaruit voortvloeiende juridisch kader waarin de verzoeken van de verdediging worden geplaatst en beoordeeld.

5.Overwegingen ten aanzien van het gebruik van Sky ECC berichten

5.1.
De rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs
5.1.1.
Inleiding
In het onderzoek Cherokee hebben de raadslieden van de verdachten, met uitzondering van [medeverdachte 7] , verweren gevoerd die zien op de interceptie, de verkrijging en het gebruik van de aan het dossier toegevoegde Sky ECC berichten en de wijze waarop het OM de verdediging en de rechtbank hieromtrent van informatie heeft voorzien. Enkele raadslieden hebben geen zelfstandig verweer gevoerd, maar zich uit praktische overweging aangesloten. In de zaak van verdachte [medeverdachte 3] is in het geheel geen verweer gevoerd.
De rechtbank zal in elke zaak, behalve in de zaken van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] , de verweren zoveel mogelijk gebundeld bespreken, dit omdat de verweren met elkaar samenhangen en om de leesbaarheid van elk vonnis te bevorderen. Dit brengt met zich mee dat in dit deel van het vonnis mogelijk verweren worden besproken die niet namens verdachte zijn gevoerd. Daar waar in dit deel van het vonnis “verdediging” staat, heeft dat dus niet in alle gevallen betrekking op de verdediging van verdachte.
Door de verdediging is primair om aanhouding gevraagd in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen door de Hoge Raad van de rechtbank Noord-Nederland in het onderzoek Shifter. Tevens is om aanhouding gevraagd teneinde prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in verband met het Unierecht. Door de verdediging is voorts om aanhouding gevraagd en om onderzoekswensen toe te wijzen die – samengevat – neerkomen op het voegen van processtukken uit andere Nederlanse strafzaken, het voegen van processtukken uit het Franse onderzoek bij het bedrijf Sky ECC, het voegen van de JIT-overeenkomst (JIT: Joint Investigation Team) en het horen van getuigen.
Het OM heeft gemotiveerd betoogd dat de verzoeken moeten worden afgewezen en de verweren moeten worden verworpen.
5.1.2.
De feitelijke gang van zaken rondom de Sky ECC hack
Op 26 november 2021 heeft de rechtbank een schriftelijke beslissing genomen op de onderzoekswensen die door de verdediging in het onderzoek Cherokee in een eerder stadium waren ingediend met betrekking tot Sky ECC berichten. [6] De onderzoekswensen zagen op het toetsen van de rechtmatigheid van de vergaring, de ontsleuteling en het gebruik van deze berichten in het onderzoek Cherokee. In deze tussenbeslissing is de rechtbank ingegaan op de feitelijke gang van zaken met betrekking tot de Sky ECC berichten die tot dan toe bekend was. Nadien is er door de verdediging en door het OM nieuwe informatie verstrekt, waardoor er meer bekend is geworden over de feitelijke gang van zaken. Deze gang van zaken is recent beschreven in een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2022 in het onderzoek 26Zenne. [7] De rechtbank sluit zich aan bij die beschrijving en vult deze op onderdelen aan.
‘Sky ECC’ is de naam van het bedrijf dat een versleutelde berichtendienst aanbood. Een Sky ECC toestel is een mobiele telefoon die voorgeprogrammeerd is en met een abonnement ter beschikking wordt gesteld. Sky ECC bood meerdere modules voor de telefoons aan die functionaliteiten boden voor e-mail, instant chats, instant groepchats, notities, voicemail, beelden en berichten die automatisch worden vernietigd. Ook beschikten de telefoons over verschillende kenmerken waaronder een ‘distress wachtwoord’ en een ‘remote wipe’ waarmee het mogelijk is om (op afstand) alle data op het toestel te wissen. De telefoons werden anoniem en enkel tegen contante betaling verhandeld.
Op 30 oktober 2018 is in Nederland het titel V onderzoek 13Yucca gestart. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van meerdere lopende strafrechtelijke onderzoeken waaruit zou blijken dat personen, die deel uitmaakten van criminele samenwerkingsverbanden die zich bezig hielden met het beramen en plegen van zware criminaliteit, in de periode vanaf augustus 2015 gebruik maakten van telefoons en software van Sky ECC om zo versleuteld te communiceren. Het onderzoek was erop gericht om de criminele samenwerkingsverbanden inzichtelijk te krijgen en zicht te krijgen op gepleegde en nog te plegen strafbare feiten.
Voorafgaand aan dit onderzoek was door Nederlandse opsporingsambtenaren reeds vastgesteld dat de servers van Sky ECC zich in Frankrijk bevonden. Nederland was ermee bekend dat ook België voornemens was om een strafrechtelijk onderzoek naar de onderneming Sky ECC te starten. Aangezien de servers van Sky ECC zich bij hostingbedrijf OVH in de Franse plaats Roubaix bevonden, hebben de Nederlandse en Belgische autoriteiten contact gezocht met Frankrijk en heeft op 9 oktober 2018 een verkennend overleg plaatsgevonden. Het doel van dit overleg was om toelichting te geven over de aanstaande Europese onderzoeksbevelen (hierna: EOB’s) van Nederland en België en helderheid te verkrijgen over de vraag of Frankrijk uitvoering zou kunnen geven aan de voorgenomen verzoeken.
De officier van justitie in het onderzoek 13Yucca heeft de rechter-commissaris een machtiging gevraagd om een vordering ex artikel 126ug lid 2 Sv (verstrekken van in een geautomatiseerd netwerk opgeslagen gegevens) te kunnen doen. De rechter-commissaris verleende die machtiging op 30 november 2018 en gaf toestemming voor het maken van een digitale kopie (image) van alle servers die werden afgenomen door Sky ECC, met de uitdrukkelijke restrictie dat de vergaarde informatie uitsluitend mocht worden aangewend voor het onderzoek naar de technische mogelijkheden voor het tappen en de ontsleuteling. De rechter-commissaris overwoog daarbij dat het te ver zou gaan op dat moment ongeclausuleerd toestemming te geven de inhoud van het berichtenverkeer te doorzoeken op bewijs van mogelijke strafbare feiten van alle gebruikers van Sky ECC. Er zou dan onvoldoende worden voldaan aan het vereiste van artikel 126ug Sv, inhoudende dat het moet gaan om gegevens die klaarblijkelijk afkomstig zijn (of gericht aan) een persoon ten aanzien van wie een redelijk vermoeden bestaat van betrokkenheid bij strafbare feiten in georganiseerd verband. Het enkele gebruik van versleutelde communicatiediensten kan dat redelijk vermoeden niet leveren, aldus de rechter-commissaris. De rechter-commissaris bepaalde dan ook dat de inhoud van de eventueel op de servers aan te treffen berichten niet zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris mocht worden gebruikt in een strafrechtelijk onderzoek.
De officier van justitie in het onderzoek 13Yucca heeft vervolgens op 6 december 2018 een EOB naar Frankrijk verzonden met het verzoek om een image (kopie) te maken van de servers, zodat de technische inrichting van de servers kon worden onderzocht met het oog op nader onderzoek, zoals het tappen en ontsleutelen van de via die servers gevoerde communicatie, en zodat inzicht kon worden verkregen in de organisatie van Sky ECC. Verder werd verzocht om informatie te verstrekken ten aanzien van historische en toekomstige klantgegevens van Sky ECC, alsmede het verstrekken van technische gegevens van de server. Bij het EOB zijn twee processen-verbaal gevoegd met daarin informatie over de locatie van de Sky ECC infrastructuur en de kenmerken van de Sky ECC applicatie. België heeft eerder op 21 november 2018 een EOB in verband met Sky ECC naar Frankrijk gezonden.
Frankrijk heeft de architectuur van de servers geanalyseerd. Uit het onderzoek naar aanleiding van het Belgische EOB bleek dat er twee servers werden gehost bij OVH, te weten een hoofdserver die rechtstreeks met het internet verbonden was en een back-upserver. Deze twee servers communiceerden onderling met elkaar via een intranet-netwerk.
Op 13 februari 2019 besloot de Franse officier van justitie bij de rechtbank Lille een opsporingsonderzoek te starten naar Sky ECC.
Op 27 mei 2019 vond er een bespreking plaats bij Europol tussen Franse, Belgische en Nederlandse opsporingsambtenaren waarbij operationele en technische gegevens over de werking van de servers werden uitgewisseld.
De Franse officier van justitie heeft op 14 juni 2019 toestemming gevraagd aan de Franse rechter om over te gaan tot interceptie, opname en transcriptie van de communicatie tussen de Sky ECC servers, welke toestemming diezelfde datum is verleend. De rechter betrok bij deze toestemming informatie afkomstig uit het Nederlandse en het Belgische EOB en een tijdens de bespreking op 27 mei 2019 door de Nederlandse autoriteiten verstrekte computeruitdraai van ongeveer 9.000 berichten van Franse gebruikers van Sky ECC die tijdens het Nederlands opsporingsonderzoek 26Sassenheim (een onderzoek naar de versleutelde communicatiedienst PGP-safe) naar voren waren gekomen. De berichten draaiden vooral om de handel in verdovende middelen en afrekeningen tussen dealers.
Op 24 juni en 26 juni 2019 zijn IP-taps geplaatst op de twee servers. In het proces-verbaal van bevindingen van 2 juni 2022 van een rechercheur van onderzoek Werl staat dat Nederland niet aanwezig was bij het plaatsen van de IP-tap. Nederland is op 8 juli 2019 over deze tap geïnformeerd en op 11 juli 2019 zijn de data van de IP-tap beschikbaar geworden voor Nederland. De rechercheur beschrijft dat tijdens de analyse van de IP-tap data in de beginfase door België en Nederland verbeteringen zijn voorgesteld om de kwaliteit van de interceptie te verbeteren en dat die aanbevelingen door het Franse onderzoek zijn overgenomen en geïmplementeerd. De getapte IP-communicatie was grotendeels versleuteld; slechts metadata waren zichtbaar.
De officier van justitie in 13Yucca heeft op 16 juli 2019 een tweede EOB naar Frankrijk verzonden waarin stond dat was vernomen dat Frankrijk een tap heeft aangesloten en dataverkeer tussen de Sky ECC servers aftapt. Dankzij deze tap waren data verkregen over de werking van de gebruikte servers die noodzakelijk waren voor het onderzoek 13Yucca, teneinde de technische mogelijkheden voor een tap ter verkrijging van de inhoudelijke data verder te onderzoeken. Om die reden werd formeel verzocht om die verkregen data te verstrekken aan Nederland.
Voorts blijkt uit een ‘bericht van overdracht’ van 20 augustus 2019 dat de geïntercepteerde data door de rechter-commissaris van de rechtbank Lille uit eigen beweging op grond van artikel 26 van het Cybercrimeverdrag en artikel 7 van het Rechtshulpverdrag zijn overgedragen aan twee officieren van justitie van het parket Rotterdam. Daarbij is verzocht om de bevindingen naar aanleiding van de data weer terug te koppelen aan Frankrijk.
Op 1 november 2019 is in Nederland het opsporingsonderzoek Werl opgestart, waarbij de verdenking was gericht jegens het bedrijf Sky ECC. Op 13 december 2019 hebben Nederland, België en Frankrijk een JIT-overeenkomst gesloten. Onderzoek Werl maakte deel uit van het JIT. Vanaf dit moment zijn de door Frankrijk geïntercepteerde data aan het gemeenschappelijke onderzoeksteam verstrekt en op die wijze gedeeld met Nederland en België.
Een van de doelstellingen van het JIT was het gezamenlijk uitwerken, ontwikkelen en uitvoeren van de benodigde techniek om de gevoerde communicatie te kunnen ontsleutelen.
Met het doel om versleutelingselementen en/of wachtwoorden te verkrijgen die gebruikt konden worden om de verbinding tussen toestellen en de Sky ECC servers te kunnen ontsleutelen en de servers later forensisch te kunnen onderzoeken, werd door Nederlandse rechercheurs binnen het JIT een techniek ontwikkeld om een kopie te maken van het werkgeheugen van één van de servers zonder dat die offline zou gaan. Op 14 mei 2020 en 3 juni 2020 heeft Frankrijk die ontwikkelde techniek ingezet, waarbij Nederlandse rechercheurs technische bijstand verleenden.
Vervolgens heeft Nederland een zogenoemde ‘Man in the Middle-techniek’ (MITM-techniek) ontwikkeld, die het ontsleutelen van het berichtenverkeer mogelijk maakte. Deze techniek is op 18 november 2020 aangesloten en geactiveerd, nadat de Franse adviescommissie, die een oordeel moet vellen over apparatuur die inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer en het briefgeheim, hiervoor een vergunning had verleend. Binnen JIT-verband is in toerbeurt een 24/7 monitoringdienst opgezet om de stabiliteit van het MITM-systeem en de Sky ECC infrastructuur waarborgen.
Toen duidelijk werd dat het mogelijk werd het berichtenverkeer te ontsleutelen en leesbaar te maken, is op 11 december 2020 het (Nederlandse strafrechtelijk) onderzoek Argus gestart. Dit onderzoek richtte zich op vermeende criminele samenwerkingsverbanden van Nederlandse gebruikers van Sky ECC en gebruikers van Sky ECC in Nederland. Vanuit onderzoek Werl werd informatie gedeeld met onderzoek Argus. Deze informatie betrof ook de getapte en verkregen Sky ECC data.
Op 14 december 2020 heeft de officier van justitie in het onderzoek Argus bij de rechter-commissaris, onder verwijzing naar de artikelen 126t lid 1 en lid 6 Sv, gevorderd dat machtiging zou worden verleend voor het onderscheppen van Sky ECC communicatie en voor het ontsleutelen van deze en van de reeds onder Franse rechterlijke machtiging vergaarde en verkregen communicatie. Daarbij werd aangegeven dat een aanzienlijk deel van de gebruikers van Sky ECC zich in Nederland bevond. Aan de rechter-commissaris is inzage verleend in de beslissingen van de Franse rechter. Bij beschikking van 15 december 2020 is door de rechter-commissaris aansluiting gezocht bij het beoordelingskader van artikel 126t Sv en heeft de rechter-commissaris – met formulering van een aantal voorwaarden – de gevraagde machtigingen verleend. Hierna zijn door de rechter-commissaris op vorderingen van de officier van justitie meerdere machtigingen tot verlenging verleend. De vorderingen en machtigingen zagen op de toepassing van de artikelen 126t lid 1 en 126t lid 6 Sv (onderzoek communicatie door middel van een geautomatiseerd werk bij georganiseerde criminaliteit) en later ook op aanvullende, ondersteunende vorderingen op de voet van artikel 126uba Sv (hackbevoegdheid bij verdenking betrokkenheid beramen/plegen misdrijven in georganiseerd verband).
In een proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2021 hebben de rechters-commissarissen uit het onderzoek Argus inzicht gegeven in de gang van zaken met betrekking tot de vorderingen en machtigingen en hun afwegingen en beslissingen ten aanzien van de Sky ECC data in onderzoek Argus.
Aangezien de wet volgens de rechters-commissarissen geen procedure kent voor dit soort gevallen, hebben zij zich allereerst afgevraagd of er wel een machtiging van hen vereist was en waarop hun bevoegdheid in dat geval was gebaseerd. Zij concludeerden dat hoewel op voorhand niet vaststond dat een beslissing van de Nederlandse rechter-commissaris noodzakelijk was voor de rechtmatigheid van het gebruik van de Sky ECC data, een toetsing van de proportionaliteit door de rechter-commissaris toch was aangewezen, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. De rechters-commissarissen hebben afwegingen gemaakt en voorwaarden gesteld, om de privacy schending zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen.
De voorwaarden die de rechters-commissarissen aan de uitvoering van de machtiging hebben gesteld luidden als volgt:
De vergaarde en ontsleutelde informatie mag slechts worden onderzocht met toepassing van vooraf aan de rechter-commissaris voorgelegde zoeksleutels, zoals:
- informatie over Sky ECC gebruikers (en hun tegencontacten en eventueel daar weer de tegencontacten van) uit lopend onderzoek naar criminele samenwerkingsverbanden;
- zoektermen (steekwoorden) en/of afbeeldingen die naar hun aard wijzen op ernstige criminele activiteiten in georganiseerd verband;
Het onderzoek met de zoeksleutels moet zo worden ingericht dat desgewenst achteraf reproduceerbaar en verifieerbaar is voor de rechtbank en verdediging welke resultaten/dataset de zoekslag heeft opgeleverd, en dus welke gegevens ter beschikking zijn gesteld voor het desbetreffende opsporingsonderzoek;
Er wordt bij het onderzoek recht gedaan aan het verschoningrecht van geheimhouders waaronder advocaten. Voor zoveel mogelijk wordt geheimhouderscommunicatie actief uitgefilterd;
De rechter-commissaris wordt inzage gegeven in de onderliggende Franse rechterlijke beslissingen;
De vergaarde informatie wordt na het onderzoek zoals hiervoor omschreven voorgelegd aan de rechter-commissaris om de inhoud en omvang te controleren, en de relatie tot concrete vermoedelijke strafbare feiten te beoordelen;
De vergaarde informatie zal pas na uitdrukkelijke toestemming van de rechter-commissaris aan het OM of de politie ter beschikking worden gesteld ten behoeve van (verder) opsporingsonderzoek. Daarbij moet (gelet op voorwaarde 2) duidelijk zijn op welke gegevens de toestemming ziet, en welke gegevens aan het onderzoeksteam worden verstrekt;
De vergaarde informatie zal slechts ter beschikking worden gesteld voor onderzoeken naar strafbare feiten die naar hun aard, in georganiseerd verband gepleegd of beraamd, een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, dan wel misdrijven met een terroristisch oogmerk.
Vanuit het onderzoek Argus is informatie overgedragen aan het onderzoek Auckland. In dit onderzoek wordt onderzoek gedaan naar een vermeend crimineel samenwerkingsverband uit Amsterdam Zuidoost dat zich zou richten op de handel in verdovende middelen en witwassen. In het onderzoek Auckland was gebleken dat deelnemers aan dit crimineel samenwerkingsverband middels Sky ECC met elkaar in contact stonden.
Om een goed beeld te krijgen van dit criminele samenwerkingsverband is, na verzoek van het OM, op 18 februari 2021 aanvullende toestemming verleend door de rechter-commissaris om onderzoek te mogen doen naar gespecificeerde Sky ECC communicatie, gevoerd door geïdentificeerde verdachte personen. Dit betrof ook personen die voorkomen in het onderhavige onderzoek Cherokee, waaronder (mede)verdachten [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . Het betrof hierbij zowel onderzoek naar communicatie van deze verdachten met anderen als communicatie van deze verdachten met derden (kader A en kader A-B). Deze toestemming is door de rechter-commissaris bevestigd in een proces-verbaal van 17 januari 2022.
Vanuit het onderzoek Auckland is vervolgens informatie overgedragen aan het onderhavige onderzoek Cherokee, dat is gestart op 16 april 2020 en is gericht op een vermeend crimineel samenwerkingsverband dat zich bezig zou houden met grootschalige import en handel van cocaïne en witwassen. Met het onderzoek Cherokee werden naast Sky ECC data uit het onderzoek Auckland ook Encrochat data uit het onderzoek Lemont gedeeld.
Op 13 september 2021 en 6 januari 2022 heeft de rechter-commisaris vorderingen toegewezen tot (permanente) onthouding ex artikel 149b Sv met betrekking tot de zwartgemaakte passages in de aan het dossier toegevoegde machtigingen ex artikel 126uba Sv, omdat er belangen zijn (met betrekking tot de werking van de interceptietool) die aan volledige openbaarmaking van de inhoud van de machtigingen in de weg staan.
5.1.3.
Zijn de interceptie en de verkrijging van de Sky ECC data rechtmatig?
Voorbereidend onderzoek tegen verdachte?
Uit de hiervoor weergegeven feitelijke gang van zaken en de onderliggende stukken met betrekking tot de interceptie van de Sky ECC data en de uiteindelijke verkrijging van die data in het onderzoek Argus, volgt dat deze interceptie en verkrijging niet hebben plaatsgevonden in het voorbereidend onderzoek tegen een of meer van de verdachten in de zaak Cherokee. Deze verdachten noch de aan hen ten laste gelegde feiten waren destijds het voorwerp van onderzoek. Een eventueel vormverzuim ten aanzien van die interceptie en verkrijging valt dus niet rechtstreeks onder het bereik van artikel 359a Sv.
Vormverzuimen buiten het voorbereidend onderzoek
Onder omstandigheden kunnen er ook rechtsgevolgen verbonden worden aan vormverzuimen die weliswaar niet zijn begaan in het voorbereidend onderzoek tegen de verdachte, maar die wel van bepalende invloed zijn geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek of de vervolging van de verdachte. Dat is dan ook de volgende vraag die ten aanzien van een aantal van de verdachten in het onderzoek Cherokee beantwoord dient te worden.
Toepasselijkheid vertrouwensbeginsel
Door het OM is vanaf het moment dat de Sky ECC data aan het dossier werden toegevoegd gesteld dat de interceptie van de Sky ECC data heeft plaatsgevonden in een Frans opsporingsonderzoek, met toestemming van een Franse rechter, op basis van Frans recht, met behulp van een Franse interceptietool en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel met zich meebrengt dat van de rechtmatigheid van die interceptie (en de daarop volgende verstrekking) moet worden uitgegaan. Toen nadien bekend werd dat de interceptie had plaatsgevonden met technische bijstand door Nederlandse opsporingsambtenaren, leidde dit niet tot een ander standpunt. Dit standpunt is inmiddels door meerdere rechtbanken in Nederland gevolgd, met de overweging dat het leveren van technische expertise en/of bijstand nog niet leidt tot een verschuiving van verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek. Dit was ook de overweging van de rechtbank in haar tussenbeslissing van 26 november 2021.
Door de verdediging is – niet alleen in het onderzoek Cherokee maar ook in andere strafzaken – vanaf het begin naar voren gebracht dat de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren bij de interceptie veel groter was dan uit de stukken naar voren kwam. Om deze reden bleven zij aandringen op het voegen van stukken en het horen van getuigen. Ter onderbouwing van hun stelling overlegde de verdediging (soms flarden) van stukken uit een Belgisch strafdossier, een buitenlands vonnis en mediaberichten. Ook werd door de verdediging de JIT-overeenkomst ingebracht. De verdediging verzocht in staat te kunnen worden gesteld om te onderzoeken wat de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren bij de interceptie was geweest en stelde dat het OM ten onrechte de blokkerende werking van het vertrouwensbeginsel inriep in reactie op de onderzoekswensen.
Het OM heeft uiteindelijk in een brief van 2 juni 2022, voorzien van tweeënveertig bijlagen, een nadere en meer gedetailleerde uiteenzetting gegeven van het verloop van de strafrechtelijke onderzoeken in Nederland, het verloop van de internationale samenwerking met Frankrijk en België, het verloop van de interceptie en de Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling en inzet van de interceptietool.
De rechtbank stelt voorop dat het op de weg van het OM ligt om transparant te zijn over het verloop van een opsporingsonderzoek, niet alleen in het geval van een onderzoek naar een individuele verdachte, bij uitstek ook in het geval een onderzoek leidt tot een bewijsgaring van een aard en omvang als in het geval van de Sky ECC hack. Tenminste mag worden verwacht dat inzicht wordt gegeven in de Nederlandse betrokkenheid bij dat onderzoek. Pas dan kan immers worden beoordeeld of bijvoorbeeld het vertrouwensbeginsel van toepassing is en of daarmee de kous af is. Aan die transparantie heeft het aanvankelijk ontbroken.
De rechtbank is van oordeel dat de stukken die thans deel uitmaken van het dossier voldoende inzicht geven in het bewijsgaringsproces rondom de Sky ECC data om de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren hierbij te kunnen duiden en de rechtsgevolgen daarvan te kunnen waarderen. Om die reden heeft de rechtbank de hiermee verband houdende onderzoekswensen van de verdediging op de zitting van 9 december 2022 afgewezen.
De rechtbank heeft evenmin aanleiding gezien de zaak aan te houden in afwachting van de beantwoording van de Hoge Raad van prejudiciële vragen van de rechtbank Noord-Nederland in het onderzoek Shifter. De rechtbank begrijpt de grote behoefte aan een eenduidige en bij voorkeur finale beslissing over de bruikbaarheid van de Sky ECC data voor het bewijs in strafzaken. Daarmee is echter nog niet gezegd dat de beantwoording door de Hoge Raad van de prejudiciële vragen zal voorzien in die behoefte. Ook een vergelijking met de gang van zaken bij lopende cassatieprocedures dringt op; zolang de Hoge Raad nog niet gesproken heeft, plegen de rechtbanken de zaken voort te zetten en zeker niet een inhoudelijke behandeling aan te houden. Bij de huidige stand van zaken vindt de rechtbank het niet noodzakelijk om de behandeling van deze zaak aan te houden in afwachting van de uitkomst van dit traject. Doorslaggevend daarbij is dat de rechtbank, nu zij kennis heeft genomen van alle aan het dossier toegevoegde stukken en standpunten, van oordeel is dat zij voldoende in staat is, zelf tot een afgewogen oordeel te komen over de in de zaken in het onderzoek Cherokee opgeworpen ontvankelijkheids- en rechtmatigheidsvragen. Dat dit oordeel op onderdelen zal afwijken van oordelen van andere rechtbanken die zich reeds hebben uitgelaten over de Sky ECC data, is inherent aan een rechterlijke procedure in eerste aanleg.
De rechtbank maakt uit de stukken op dat het inderdaad zo is dat de IP-tap in Frankrijk is gezet in het kader van een Frans onderzoek met machtiging van een Franse rechter. In zoverre is het vertrouwensbeginsel naar het oordeel van de rechtbank onverkort van kracht. De rechtbank gaat er nog steeds vanuit dat de interceptie in Frankrijk op basis van een toereikende wettelijke grondslag en in overeenstemming met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) heeft plaatsgevonden en het recht op privacy dus bij de opsporingshandelingen in acht is genomen. De rechtbank betrekt daarbij dat het feit dat de Franse rechter zich mede heeft gebaseerd op informatie afkomstig van Nederlandse opsporingsambtenaren geen afbreuk doet aan dit uitgangspunt, te meer nu niet is gebleken van enige onregelmatigheid of onjuistheid ten aanzien van deze informatie. Ook ten aanzien van de op deze interceptie volgende verstrekking van de Sky ECC data aan Nederland geldt dat er op mag worden vertrouwd dat deze heeft plaatsgevonden met inachtneming van op Frankrijk rustende wettelijke en verdragsrechtelijke verplichtingen.
Medeverantwoordelijkheid Nederland?
Bij de rechtbank dringt zich de vraag op of de Nederlandse opsporingsambtenaren niet een mate van medeverantwoordelijkheid dragen voor de interceptie. Uit de stukken blijkt immers van een actieve en toenemende betrokkenheid van Nederlandse opsporingsambtenaren bij de (voorbereiding van de) interceptie.
Weliswaar is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat het verstrekken van informatie, zoals in dit geval informatie over de locatie en de werking van de servers en de criminele aard van 9.000 Sky ECC berichten, nog niet leidt tot een medeverantwoordelijkheid voor de daarop volgende interceptie. Echter, toen de interceptie in het Franse onderzoek eenmaal gaande was, ging de betrokkenheid van Nederlandse opsporingsambtenaren verder. Zoals hiervoor weergegeven, deden zij voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van de IP-tap. Ook heeft de Nederlandse officier van justitie verzocht om formele verstrekking van de aldus afgevangen data om de technische mogelijkheden voor een tap ter verkrijging van de inhoudelijke data verder te onderzoeken. Eén van de doelstellingen van het JIT was het gezamenlijk uitwerken, ontwikkelen en uitvoeren van de benodigde techniek om de gevoerde communicatie te kunnen ontsleutelen. Nederlandse rechercheurs hebben een techniek ontwikkeld om een kopie van het werkgeheugen van de servers te maken om versleutelingselementen en wachtwoorden te verkrijgen en hebben bijstand verleend bij de inzet van die techniek. Ook hebben zij de MITM-techniek ontwikkeld die het ontsleutelen mogelijk maakte en zij hebben per toerbeurt meegedraaid in de 24/7 monitoringsdienst om de stabiliteit van het MITM-systeem en de Sky ECC infrastructuur te waarborgen. De rechtbank ziet in deze Nederlandse betrokkenheid een toenemende mate van bepalende invloed. De Nederlandse inbreng, die speciaal voor dit doel werd ontwikkeld, lijkt cruciaal te zijn geweest voor het welslagen van de interceptie, in die zin dat uiteindelijk ook van de inhoud van de berichten kennis kon worden genomen.
Deze betrokkenheid van de Nederlandse opsporingsambtenaren roept zoals gezegd de vraag op of zij niet medeverantwoordelijk moeten worden gehouden voor de interceptie. Dat leidt tot de vraag of de Nederlandse officier van justitie zich in dat verband niet had moeten wenden tot de rechter-commissaris teneinde een machtiging te verkrijgen voor deze interceptie. Bij de officier van justitie was immers bekend dat een aanzienlijk deel van de gebruikers van Sky ECC zich in Nederland bevond.
Daarbij komt de vraag of ingevolge artikel 5.4.18 Sv een eerdere gang naar de rechter-commissaris niet aangewezen was geweest. Dit artikel schrijft voor dat de officier van justitie de rechter-commissaris kennisgeeft van een interceptie op Nederlands grondgebied, nadat hij daarover middels een daartoe strekkend formulier is geïnformeerd door een lidstaat, waarna de rechter-commissaris aangeeft of met de interceptie kan worden ingestemd. Weliswaar blijkt in geval van de Sky ECC hack niet van een dergelijk formulier, maar dat de Nederlandse officier van justitie op de hoogte was van de interceptie die ook vele gebruikers in Nederland trof, is evident.
Een positieve beantwoording van ieder van deze twee vragen zou kunnen betekenen dat een vormverzuim moet worden vastgesteld. De rechtbank laat de beantwoording van deze vragen echter in het midden en wel om de reden dat – zo er al sprake is van een vormverzuim – dit verzuim niet van bepalende aard is geweest in het onderzoek naar de verdachten in het onderzoek Cherokee en derhalve zonder consequenties kan blijven. De rechtbank licht dat hieronder toe.
Enig vormverzuim in het niet betrekken van de rechter-commissaris bij de Nederlandse inbreng in de interceptie, raakt de rechtmatigheid van de interceptie door Frankrijk niet. Uit de stukken blijkt immers dat de interceptie (mede) heeft plaatsgevonden in een Frans onderzoek met toestemming van een Franse rechter, zonder dat aan deze toestemming enig gebrek lijkt te kleven. Er bestond dus een geldige rechterlijke titel voor de interceptie.
Daarnaast dient de bepaling van artikel 5.4.18 Sv primair de bescherming van de soevereiniteit van de lidstaten. Een eventuele schending van die soevereiniteit is in beginsel in het kader van de strafzaken tegen de verdachten niet relevant. Bovendien is van belang dat een dienstverlening als Sky ECC, waarbij digitale diensten worden aangeboden, over traditionele landsgrenzen heen gaat. Een strafrechtelijk onderzoek kan niet zonder meer volgens de traditionele landsgrenzen worden begrensd. Het is daarnaast ook de vraag of het überhaupt mogelijk zou zijn geweest in de interceptie een onderscheid te maken tussen de Nederlandse Sky ECC gebruikers en andere gebruikers.
Bovendien heeft de rechter-commissaris, die blijkens de machtiging van 30 november 2018 reeds rekening hield met de mogelijkheid dat berichten zouden worden onderschept, achteraf toestemming verleend voor het gebruik van de Sky ECC berichten in de zaken van de verdachten, zodat een mogelijk vormverzuim ook in die zin gedekt is geweest.
Ten slotte is er geen begin van aannemelijk dat het OM, zoals door een deel van de verdediging is gesuggereerd, bewust de rechtsmacht van de rechter-commissaris heeft omzeild en voor een U-bochtconstructie heeft gekozen. Het OM heeft de rechter-commissaris immers op meerdere momenten juist wel betrokken, zowel bij het verzoek een image (kopie) te mogen maken als bij het verzoek de ontsleutelde berichten te mogen gebruiken. De gang van zaken rondom de interceptie en daaropvolgende ontsleuteling blijkt bovendien voor een groot deel uit de door het OM verstrekte stukken, wat zich moeizaam met een bewuste misleiding verhoudt. Dat de stukken eerder niet duidelijk waren over de betrokkenheid bij de ontwikkeling en inzet van de interceptietool en dat de informatievoorziening aanvankelijk te summier was, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat het OM de rechter-commissaris, de verdediging en de rechtbank bewust verkeerd of onvolledig heeft geïnformeerd.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat wordt uitgegaan van de rechtmatigheid van de interceptie van en de verstrekking van de Sky ECC data aan Nederland.
5.1.4.
Heeft het bewaren en het gebruik van Sky ECC data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden?
Ten aanzien van de fase van verwerking van de Sky ECC data in Nederland geldt dit interstatelijk vertrouwensbeginsel uiteraard niet en dient de Nederlandse rechter te waarborgen dat de wijze waarop van deze data gebruik wordt gemaakt geen inbreuk maakt op het recht van verdachte op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM. Daar waar de Sky ECC data van bepalende invloed kunnen zijn bij het opsporingsonderzoek of de vervolging van verdachte, dient de rechtbank tevens te toetsen of bij de verwerking van die data de waarborgen van artikel 8 EVRM tegen onrechtmatige inmenging van het openbaar gezag in het privéleven van verdachte in acht zijn genomen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het verwerken, bewaren en gebruiken van de Sky ECC data valt onder de werkingssfeer van de EU-richtlijnen 2002/58 en 2016/680 en dus het Unierecht. Er is sprake van een inbreuk op artikelen 7 en 8 (en daarmee ook op artikel 11) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest), omdat er met de verwerking inbreuk is gemaakt op de in die artikelen vervatte grondrechten, terwijl die inbreuk gelet op het bepaalde in artikel 52 van het Handvest niet gerechtvaardigd was. Ook is het gebruik van de data in strijd met de artikelen 6 en 8 EVRM. Als de rechtbank daar niet in meegaat, dient de rechtbank hierover prejudiciële vragen te stelen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, aldus de verdediging.
Toepasselijkheid Unierecht
Richtlijn 2002/58
Richtlijn 2002/58 heeft blijkens artikel 1 lid 1 betrekking op “de verwerking van persoonsgegevens in de sector elektronische communicatie”. Deze richtlijn is van toepassing in gevallen waarin een lidstaat maatregelen treft met betrekking tot het verwerken van dergelijke gegevens door aanbieders van elektronische-communicatiediensten en het verlenen van toegang van overheidsinstanties tot die gegevens. Zoals ook de Hoge Raad in een arrest van 5 april 2022 [8] heeft bevestigd, vallen maatregelen die inbreuk maken op het beginsel van vertrouwelijkheid van elektronische communicatie zonder dat daarbij verwerkingsverplichtingen worden opgelegd aan aanbieders van elektronische- communicatiediensten buiten het bereik van deze richtlijn. Nu bij de interceptie van de Sky ECC data geen sprake is geweest van een verwerking van persoonsgegevens door een elektronische-communicatiedienst (Sky ECC heeft immers zelf geen data van gebruikers aan de Franse of Nederlandse autoriteiten verstrekt), maar van rechtstreekse interceptie van data door de Franse staat (buiten medeweten van het bedrijf om) en verwerking van die gegevens door de Nederlandse autoriteiten, is de rechtbank van oordeel dat deze activiteiten niet vallen onder de werkingssfeer van de richtlijn 2002/58.
Richtlijn 2016/680
Richtlijn 2016/680 beoogt te waarborgen dat gegevens die door rechtshandhavingsautoriteiten worden verzameld op een wettige en eerlijke wijze worden verwerkt, voor bepaalde legitieme doelen worden verzameld en verwerkt en op passende wijze worden beschermd tegen ongeoorloofde en onrechtmatige verwerking. [9] Naar het oordeel van de rechtbank vallen het vergaren en verstrekken van de Sky ECC data door de Franse autoriteiten en het bewaren en het verwerken van deze data door de Nederlandse autoriteiten evident onder het toepassingsbereik van deze richtlijn. De rechtbank acht het dan ook niet nodig hierover prejudiciële vragen te stellen.
In Nederland is de richtlijn – voor zover nodig – geïmplementeerd in de Wet politiegegevens, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en daaronder vallende besluiten. De verdediging heeft gesteld noch onderbouwd dat de Nederlandse wet- en regelgeving en de toepassing daarvan in strijd zijn met de Europese richtlijnen of dat de Nederlandse wettelijke bepalingen zijn geschonden. De rechtbank ziet reeds hierom geen reden prejudiciële vragen te stellen.
De rechtbank ziet evenmin aanleiding prejudiciële vragen te stellen over het verwerken van de Sky ECC data door de Nederlandse opsporingsautoriteiten in relatie tot de waarborgen die het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie biedt. De rechtbank acht zich op basis van de stukken daarover voldoende voorgelicht, zoals ook uit het hierna volgende zal blijken.
Is inbreuk gemaakt op grondrechten?
In artikel 7 Handvest is het grondrecht van burgers op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie neergelegd. In artikel 8 Handvest is het grondrecht op – kort gezegd – privacy van burgers neergelegd. Uit artikel 52 lid 1 Handvest volgt dat beperkingen op die grondrechten zijn toegelaten, mits die bij wet zijn gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Niet ter discussie staat dat het EVRM ook van toepassing is. Het recht op privacy is neergelegd in artikel 8 EVRM. Uit artikel 8 lid 2 EVRM volgt dat beperkingen op dit recht zijn toegestaan, mits die bij wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
De verdediging stelt dat er sprake is geweest van het bewaren en verwerken van bulkdata, in de zin dat er sprake is geweest van een algemene en ongedifferentieerde hoeveelheid gegevens, waartoe een wettelijke grondslag ontbreekt en die zich niet verhoudt met de bescherming die het Handvest en het EVRM bieden. Er is volgens de verdediging ongerechtvaardigd inbreuk gemaakt op het recht op privéleven, het recht van de vertrouwelijkheid van communicatie en het recht van vrijheid van meningsuiting.
Dat er sprake is geweest van het bewaren van een grote hoeveelheid data is voor de rechtbank evident. Van een algemene en ongedifferentieerde verzameling data in de zin van bulkdata, zoals de verdediging stelt, kan echter niet worden gesproken. Het gaat om de data van een afgebakende groep, namelijk de gebruikers van Sky ECC, en om een concrete verdenking dat Sky ECC gebruikt werd door criminele samenwerkingsverbanden. Dat is een essentieel andere situatie dan bijvoorbeeld het bewaren van alle metadata van alle abonnees van een (willekeurige) telecomprovider ten behoeve van toekomstige strafrechtelijke onderzoeken. De rechtbank verwijst hierbij ook naar een vonnis van de Rechtbank Amsterdam waarin ten aanzien van het bewaren van Encrochat-data hetzelfde werd overwogen. [10]
Op de stelling van de verdediging dat met het bewaren van de Sky ECC data een inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachten valt wat af te dingen. Voor zover verdachten al hebben erkend de gebruiker te zijn geweest van een aan hen toegeschreven Sky ECC account, hebben zij slechts in algemene bewoordingen gesteld dat sprake zou zijn geweest van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, zonder dit nader te onderbouwen. In het verlengde daarvan is het ook nog maar de vraag of met de inhoud van de data een behoorlijk beeld kon worden verkregen van het privéleven van die gebruikers. Desalniettemin staat voor de rechtbank vast dat er reeds bij het bewaren van de Sky ECC data enige inbreuk is gemaakt op de privacy van de betrokkenen. Dat hierbij zou zijn gehandeld in strijd met wet- en regelgeving is door de verdediging echter niet aannemelijk gemaakt en is de rechtbank ook anderszins niet gebleken. De rechtbank verwijst in dit verband naar het hiervoor overwogene ten aanzien van de implementatie van richtlijn 2016/680.
Wettelijke grondslag
Vervolgens rijst de vraag naar de wettelijke grondslag voor het daaropvolgende verwerken en gebruiken van de Sky ECCdata. De verdediging stelt dat de artikelen 126uba en 126t Sv daartoe onvoldoende grondslag bieden.
Omdat het OM voorzag dat met het inzien en het gebruiken van de inhoud van de Sky ECC data inbreuk zou worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, heeft het OM aan de rechter-commissaris machtigingen (en aanvullende toestemming) op grond van de artikelen 126t en 126uba Sv gevraagd. De rechter-commissaris heeft deze machtigingen (en aanvullende toestemming) vervolgens verleend.
Artikel 126uba Sv omvat de rechterlijke toets voor het binnendringen in een geautomatiseerd werk, het onderzoek van dat geautomatiseerd werk, inclusief de vastlegging en verwerking van de daarbij aangetroffen gegevens. Naar het oordeel van de rechtbank biedt dit artikel daarmee een adequate grondslag voor het doorzoeken en analyseren van Sky ECC data. Zoals de Rechtbank Rotterdam overwoog op 11 april 2022 [11] heeft de officier van justitie als het ware ‘het meerdere’ gevraagd om ‘het mindere’ te kunnen laten toetsen. Door middel van deze toets is de rechterlijke afweging ingebouwd om de verwerking van de data met inachtneming van de relevante belangen te doen plaatsvinden.
In het al eerder aangehaalde vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2022 [12] werd overwogen dat de artikelen 126uba en 126t Sv geen wettelijke grondslag bieden voor gebruik van data die zijn verkregen in het kader van een buitenlands opsporingsonderzoek. De rechtbank was in die zaak van oordeel dat in het Wetboek van Strafvordering niet expliciet wordt voorzien in wetgeving voor deze bijzondere gevallen, waarbij dergelijke gegevens zijn verkregen uit het buitenland, en dat de wet in die gevallen geen voorafgaande toestemming van een rechter-commissaris vereist. De rechtbank overwoog echter dat de algemene taakomschrijving van de rechter-commissaris zoals neergelegd in artikel 170 Sv, de opdracht behelst te waken over de rechtmatigheid en volledigheid van het opsporingsonderzoek. Daarbij kan de rol van de rechter-commissaris onder omstandigheden worden beschouwd als een aanvullende waarborg voor de evenwichtigheid en volledigheid van het onderzoek. De mogelijkheid om toestemming van de rechter-commissaris te vorderen buiten situaties waarin de wet dit eist, vloeit daarmee voort uit het systeem van de wet.
De rechtbank is met de rechter-commissaris van oordeel dat – gelet op de te maken inbreuk – een onafhankelijke rechterlijke toets was aangewezen. Voor zover artikel 126uba Sv daartoe niet de juiste wettelijke grondslag bood, ziet ook deze rechtbank in de algemene taakomschrijving van de rechter-commissaris een grondslag voor de voor de door hem gegeven machtigingen en toestemmingen.
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat beperkingen op de grondrechten als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van het Handvest alsmede artikel 8 EVRM bij wet zijn voorzien dan wel volgen uit het systeem van de wet.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de rechter-commissaris in redelijkheid tot de gevraagde machtiging en toestemming heeft kunnen beslissen. De rechter-commissaris heeft steeds getoetst of aan het (verzwaarde) verdenkingsvereiste werd voldaan, heeft een proportionaliteits- en een subsidiariteitstoets uitgevoerd en heeft de zoeksleutels en kaders waarbinnen de Sky ECCdata mochten worden onderzocht, bepaald. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de rechter-commissaris hierbij inhoudelijk steeds een zorgvuldige afweging gemaakt. Dit geldt ook voor de toestemming om onderzoek te mogen doen naar de Sky ECC data van verdachten die (tevens) voorkomen binnen het onderzoek Cherokee. Tegen die inhoudelijke afwegingen is ook niet specifiek verweer gevoerd.
Uit de beschikbare stukken blijkt immers dat er sprake was van verdenkingen van ernstige strafbare feiten, gepleegd in georganiseerd verband, waarbij gebruik werd gemaakt van cryptocommunicatie via Sky ECC. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigde het belang van de opsporing een inbreuk op de privacy van betrokkenen. Daar waar het gaat om de afweging van de belangen sluit de rechtbank zich aan bij de rechters-commissarissen in hun proces-verbaal van 6 mei 2021, waarin zij aangeven dat en waarom op voorhand te verwachten was dat Sky ECC hoofdzakelijk werd gebruikt voor zakelijke, criminele activiteiten, waardoor de potentiële inbreuk op het privé-, familie- en gezinsleven zoals beschermd door artikel 8 EVRM bovendien wordt genuanceerd.
5.1.5.
Conclusie met betrekking tot rechtmatigheid van de bewijsgaring
Concluderend is de rechtbank dan ook van oordeel dat, hoewel zij de vraag opwerpt of Nederland niet op enig moment medeverantwoordelijk voor de interceptie is geworden, dit niet raakt aan de rechtmatigheid van de interceptie en de verstrekking van de Sky ECC data door Frankrijk. Het vertrouwensbeginsel staat er aan in de weg verder onderzoek te doen naar het optreden en naar de beslissingen van de Franse autoriteiten.
Voor zover Nederland op enig moment medeverantwoordelijk is geworden voor de interceptie, levert het niet betrekken van de rechter-commissaris bij dat deel van de interceptie dan ook niet een vormverzuim op dat van bepalende invloed is geweest in de zaken tegen de verdachten. Bovendien heeft de rechter-commissaris achteraf machtiging/toestemming verleend voor het gebruik van de Sky ECC data. Door de rechter-commissaris is daarbij gekeken naar de wettelijke basis voor de inbreuk op de privacy, is gekeken of deze inbreuk in een proportionele verhouding stond tot het doel dat daarmee werd gediend, zijn voorwaarden gesteld aan het gebruik van de Sky ECC data en is aan deze voorwaarden getoetst. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de rechter-commissaris daarbij de juiste legitimiteits-, proportionaliteits- en subsidiariteitstoets aangelegd en zijn daarbij (in ieder geval) de waarborgen toegepast waar het Handvest en het EVRM op zien.
Er zijn dan ook geen redenen om het OM niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging of de Sky ECC berichten uit te sluiten van het bewijs.
5.1.6.
Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie
Zoals hiervoor overwogen is de rechtbank van oordeel dat het OM aanvankelijk te summier is geweest in de informatieverstrekking over de Sky ECC interceptie en de Nederlandse betrokkenheid daarbij. Deze informatie was aanvankelijk onjuist, voor zover daarin werd gesproken over een Franse interceptietool. Ook was de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren bij de interceptie groter dan aanvankelijk werd gezegd. Deze onjuiste en onvolledige informatieverstrekking door het OM heeft geleid tot een gevoel van wantrouwen bij de verdediging. Het heeft ook geleid tot onnodige ruis en tot een vertraging van het strafproces. Zo kon het belang van stukken en verzoeken die door de verdediging werden ingebracht niet altijd goed worden gewaardeerd en kon de geplande uitspraakdatum op 13 mei 2022 geen doorgang vinden. Op de onderzoekwensen die de verdediging voorafgaand aan die zitting had ingediend, kon evenmin worden beslist, omdat het OM aangaf dat er nog een brief van het Landelijk Parket over de Sky ECC interceptie op handen was.
De brief van 2 juni 2022 (voorzien van 500 pagina’s bijlagen) is opgesteld, zo leest de rechtbank, omdat het OM meent dat het risico ontstaat de rechtbanken onjuist of onvolledig worden geïnformeerd doordat de verdediging in verschillende strafzaken “vrij willekeurig” enkele vertaalde stukken uit Belgische strafrechtelijke procedures, aan de rechtbanken overlegden.
De rechtbank spreekt haar zorg uit over het feit dat het OM niet inziet dat juist zij de rechtbank aanvankelijk onvolledig heeft geïnformeerd. Het oordeel of het vertrouwensbeginsel van toepassing is en over de rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek kan immers pas worden gegeven nadat bekend is hoe dit opsporingsonderzoek is verlopen. Dat oordeel is ook niet aan het OM maar aan de rechtbank.
Het is ook vooral aan de niet aflatende inspanningen van de verdediging te danken dat het OM uiteindelijk voor de informatie heeft gezorgd die nodig is voor een goede beoordeling van de rechtmatigheid van het bewijsvergaringsproces.
Zoals hiervoor overwogen, ziet de rechtbank in de moeizame informatieverstrekking echter geen begin van aannemelijk dat het OM de procesdeelnemers bewust heeft misleid. Gelet op het feit dat de benodigde transparantie thans wel is gegeven, is er ook geen sprake (meer) van een schending van verdedigingsrechten, waaronder het recht op een eerlijk proces van deze verdachten. Van een zeer fundamentele inbreuk op de beginselen van een behoorlijk procesorde waardoor het wettelijk systeem in de kern is geraakt, is evenmin sprake.
5.1.7.
IMSI-catcher
De raadsman van [verdachte] heeft ter onderbouwing van zijn standpunten en onderzoekswensen nog specifiek naar voren gebracht dat uit het feit dat een IMSI-catcher was ingezet op een nummer van [verdachte] zou blijken dat er actief Nederlandse opsporingshandelingen zijn verricht, voortkomend uit informatie verkregen uit de Sky ECC hack, en ook een aanwijzing is dat door Nederlandse opsporingsambtenaren is aangestuurd op de interceptie van specifieke Sky ECC toestellen. De rechtbank stelt vast dat inderdaad een IMSI-catcher is ingezet tussen 30 juni 2020 en 28 juli 2020. Uit het BOB-dossier van [verdachte] volgt dat tussen 12 juni en 9 juli 2020 het nummer van op dat moment vermoedelijk [verdachte] , 06-26491126 is getapt. [13] In de aanvraag staat vermeld dat er een verdenking van betrokkenheid van [verdachte] bij grootschalige internationale handel drugs was en dat uit TCI informatie zou volgen dat [verdachte] over meerdere PGP’s beschikte, wat die verdenking zou ondersteunen. Vervolgens is een aanvraag ingediend voor het inzetten van een IMSI-catcher om te onderzoeken of [verdachte] gebruik maakte van PGP-toestellen. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank geen aanleiding om hieruit op te maken dat op onrechtmatige wijze gebruik is gemaakt van data uit de hack bij het bedrijf Sky ECC in Frankrijk of dat vervolgens is aangestuurd op een specifiek op [verdachte] gerichte inzet van de interceptietool.
5.1.8.
Conclusie met betrekking tot de voorvragen
De dagvaarding is partieel nietig en voor het overige geldig. De rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
6. Waardering van het bewijs [14]
6.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het OM heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk requisitoir – gerekwireerd dat [verdachte] een coördinerende rol heeft vervuld binnen het CSV dat zich bezig hield met cocaïnehandel en witwassen (feit 1). Binnen het CSV ronselde hij uithalers en coördineerde hij uithaalacties, terwijl hij zelf altijd op afstand bleef. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de (verlengde) invoer van ruim 4.800 kilo cocaïne (feit 2) en het witwassen van bijna € 90.000,- (feit 3).
Het OM heeft met betrekking tot de strafrechtelijke betrokkenheid van [verdachte] in zaaksdossier Finland, gerekwireerd tot vrijspraak. Hoewel uit de Sky ECC chats overduidelijk blijkt dat [verdachte] samen met [medeverdachte 3] de uithaal coördineert en aanstuurt, is niet vast komen te staan dat hun handelingen gericht waren op het invoeren van cocaïne in Nederland.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft – onder verwijzing naar zijn pleitnota – met betrekking tot de onder 1 ten laste gelegde criminele organisatie geen verweer gevoerd met betrekking tot het bestaan van de criminele organisatie of de deelneming van [verdachte] daaraan.
Feit 2
De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit van strafrechtelijke betrokkenheid van [verdachte] bij zaaksdossier Finland (eerste gedachtestreepje), omdat niet kan worden bewezen dat [verdachte] samen met [medeverdachte 3] betrokken is geweest bij de in- of uitvoer van de partij cocaïne in Nederland op 8 december 2019. Er kan geen connectie worden gemaakt tussen de die dag aangehouden uithalers en de door [medeverdachte 3] bevraagde container. Daarnaast is niet gebleken van [verdachte] betrokkenheid bij het traject over zee naar Rotterdam.
De raadsman heeft zich ten aanzien van zaaksdossier Burro (tweede gedachtestreepje van de tenlastelegging) op het standpunt gesteld dat [verdachte] moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde invoer, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat hij hierbij betrokken is geweest. Er is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met degenen die verantwoordelijk waren voor de in- en uitvoer van de cocaïne per schip over de Westerschelde. Als al kan worden bewezen dat [verdachte] uithalers heeft aangestuurd, bestaat zijn rol enkel uit het veiligstellen en/of verder verspreiden van de cocaïne na aankomst in Antwerpen, waardoor de drempel van medeplegen van de al eerder plaatsgevonden in- en uitvoer niet wordt gehaald.
Ten aanzien van het zaaksdossier Movano (derde gedachtestreepje van de tenlastelegging) heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat bij gebrek aan een laboratoriumrapport niet kan worden vastgesteld dat de in die zaak aangetroffen blokken cocaïne bevatten. Er kan geen gebruik worden gemaakt van schakelbewijs, omdat het zaaksdossier Movano verschilt van elk ander zaaksdossier in het onderzoek Cherokee. Een patroon van handelen en gebeurtenissen ontbreekt: de onderzoeken staan op zich zelf, met eigen werkwijzen en eigen spelers.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat eventuele betrokkenheid bij het prepareren van de Opel Movano niet als wezenlijke bijdrage kan worden gezien aan de in- en uitvoer over de Westerschelde. Het Sky ECC gesprek over het prepareren vond plaats op 17 juli 2020, nog vóór het vertrek van het schip uit Zuid-Amerika, en een link tussen [verdachte] en het containerschip ontbreekt. Daarnaast kan op basis van het Sky ECC gesprek op 23 augustus 2020 niet worden bewezen dat [verdachte] de uithaal op 24 augustus 2020 heeft aangestuurd, omdat de gebruiker van het account [account 1] deze rol heeft vervuld. [verdachte] papegaait slechts mee.
Meest subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het veiligstellen en verder vervoeren onvoldoende is om tot medeplegen van in- en uitvoer te komen.
Feit 3
Met betrekking tot de onder 3 tenlastegelegde geldbedrag van € 28.030,- (eerste gedachtestreepje) dat [verdachte] middels de inzet van stromannen zou hebben witgewassen, heeft de raadsman gesteld dat er enkel een koppeling kan worden gemaakt tussen [verdachte] en getuige [naam getuige] ten aanzien van een bedrag van € 1.500,-. Dit bedrag is onvoldoende hoog om tot een witwasvermoeden te komen. De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit van dit deel van de tenlastelegging; subsidiair heeft hij de rechtbank verzocht om enkel tot een veroordeling te komen ter zake het bedrag van € 1.500,-.
De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit van het witwassen van het geldbedrag € 59.650,90 (de waarde van de aangetroffen luxegoederen). De raadsman heeft gesteld dat niet kan worden bewezen dat [verdachte] de goederen die op de [adres] zijn aangetroffen heeft gekocht of voorhanden heeft gehad. Dat [verdachte] daar zou verblijven is namelijk een aanname en kan niet worden vastgesteld.
Ten aanzien van de goederen die in de woning aan de [adres] zijn aangetroffen, heeft de raadsman geen verweer gevoerd.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte een coördinerende rol heeft vervuld bij de in- en uitvoer van en verdere distributie van diverse partijen cocaïne in de zaaksdossiers Burro en Movano en het witwassen van criminele verdiensten en dat hij in die hoedanigheid heeft deelgenomen aan het CSV met als oogmerk de (internationale) handel in cocaïne en witwassen.
Partiële vrijspraak zaaksdossier Finland
Met het OM en de raadsman komt de rechtbank tot vrijspraak van verdachte ten aanzien van zaaksdossier Finland. Weliswaar kan worden vastgesteld dat verdachte betrokkenheid had bij de poging tot uithaal van de container in Finland, maar dat geldt niet voor de betrokkenheid bij de invoer in Rotterdam op respectievelijk 5 december 2019 of bij de enkele dagen later daaropvolgende uitvoer uit Rotterdam. [verdachte] zal dan ook van dit deel van de tenlastelegging (eerste gedachtestreepje onder feit 2) worden vrijgesproken.
6.3.1.
Sky ECC
Het bewijs in deze zaak bestaat voor een groot deel uit onderschepte Sky ECC berichten. Om die reden zal de rechtbank beginnen met het koppelen van de in het dossier voorkomende Sky ECC accounts aan verdachten, voor zover de gebruikers van de desbetreffende accounts aan de hand van het dossier, of afgelegde verklaringen ter terechtzitting, kunnen worden geïdentificeerd.
Accounts die worden toegeschreven aan [verdachte]
De Sky ECC accounts [account 2] , [account 3] , [account 4] en [account 5] worden door de politie toegeschreven aan [verdachte] op basis van overeenkomende bijnamen (waaronder ‘ [bijnaam 1] ’, ‘ [bijnaam 2] ’, ‘ [bijnaam 3] ’ en ‘ [bijnaam 4] ’) ten aanzien van de periode 20 december 2019 tot en met 4 juni 2020 met betrekking tot alle accounts. [15] Verder is onderzoek verricht naar de historische gegevens van de aan de account gekoppelde imei-nummers en er is een IMSI-catcher ingezet, waarbij is gebleken dat het IMSI-nummer eindigend op # [nummer] vanaf 25 januari 2020 gekoppeld is aan een telefoon met imei-nummer eindigend op # [nummer] en daarvoor # [nummer] (verbonden aan Sky ECC ID [account 2] . Bij de wisseling van imei-nummers werd door het Sky-toestel dezelfde Cell-ID aangestraald als door het telefoonnummer eindigend op # [nummer] , dat op basis van stemherkenningen aan [verdachte] wordt toegeschreven. [16] De toestellen maken gebruik van dezelfde Cell-ID’s, voornamelijk in Amsterdam-Zuidoost en Almere. Met behulp van een IMSI-catcher is de locatie op 14 april 2020 nauwkeurig vastgesteld op het adres [adres tante] , de woning van de tante van [naam vriendin] , de vriendin van [verdachte] . Verder is gebleken dat de gebruiker van het toestel met imei-nummer # [nummer] naar Portugal is gevlogen. [verdachte] staat op de passagierslijst van vlucht [nummer] van Amsterdam naar Portugal. Ten aanzien van het toestel met imei-nummer # [nummer] geldt dat voor vluchten van Amsterdam naar Paramaribo op 31 december 2019 ( [nummer] ) en van Paramaribo naar Amsterdam ( [nummer] ) op 21 januari 2020. [verdachte] komt opnieuw voor op desbetreffende passagierslijsten. [17]
Aan het Sky ECC account [account 3] was een toestel gekoppeld met een imei-nummer eindigend op # [nummer] en een telefoonnummer eindigend op # [nummer] . In onderzoek Wettin is [verdachte] als de gebruiker van voornoemd imei-nummer geïdentificeerd. [18] In onderzoek Waldeck bleek dat dit imei-nummer op dezelfde retourvluchten naar Helsinki en Paramaribo reisde als [verdachte] . [19]
Aan het account [account 5] bleek een toestel met imei-nummer # [nummer] te zijn gekoppeld. In de nachtelijke uren straalde deze voornamelijk Cell-ID’s aan de [adres Cell-ID] te Almere aan. Inzet van een IMSI-catcher heeft de locatie van het toestel op 13 juli 2020 nauwkeurig vastgesteld, wederom op het adres [adres tante] . Daarnaast is vastgesteld dat het toestel meereist met het telefoonnummer # [nummer] (reeds hierboven genoemd). [20]
Tot slot wordt ook het Sky ECC account [account 6] door de politie aan [verdachte] toegeschreven. De gebruiker van dit account, dat op 22 juni 2020 in gebruik is genomen, wordt wederom [bijnaam 3] genoemd. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat deze Sky ECC ID veel overeenkomstige contacten heeft met het account [account 5] , dat ook aan [verdachte] wordt toegeschreven. [21]
Verweer van de raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker is geweest van bovengenoemde Sky ECC accounts. De stemherkenning waarop de identificatie is gebaseerd biedt hiervoor onvoldoende basis, nu dit slechts één gesprek betreft waarin een pizza wordt besteld en er tevens iemand op de achtergrond hoorbaar is. Daarnaast kan op basis van het dossier niet zonder meer worden aangenomen dat [verdachte] op het adres [adres tante] verbleef, waardoor niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker was van genoemde toestellen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier wel kan worden vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker is geweest van bovengenoemde toestellen. Naast de stemherkenning die door de raadsman wordt aangehaald [22] , wordt zijn stem herkend door de verbalisant die naar verschillende gesprekken heeft geluisterd die zijn gevoerd met het telefoonnummer # [nummer] tussen 29 juni 2020 en 4 juli 2020. In deze gesprekken noemt hij eenmaal zijn achternaam en noemt hij zichzelf “ [bijnaam 5] ”, een bijnaam die aan [verdachte] wordt toegeschreven. [23] Het door de raadsman aangehaalde proces-verbaal staat dan ook niet op zichzelf. De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via de accounts [account 2] , [account 3] , [account 4] , [account 5] en [account 7] door [verdachte] zijn verzonden en dat de berichten die naar deze accounts zijn verstuurd aan hem waren gericht. Niet is gebleken dat deze accounts door een ander dan [verdachte] werden gebruikt.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 2]
Het Sky ECC account [account 8] wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 2] werd door hem gebruikt in de periode van 4 december 2019 t/m 4 juni 2020. Dit wordt mede gebaseerd op de historische gegevens van het imei-nummer dat aan het account gekoppeld is (# [nummer] ) [24] , in combinatie met aangestraalde Cell ID’s met MCC-codes in het buitenland en verschillende vluchtgegevens van vluchten waarop [medeverdachte 2] passagier was (vlucht [nummer] van Amsterdam naar Barcelona (Spanje) op 18 december 2019, vlucht [nummer] van Barcelona naar Amsterdam op 19 december 2019, vlucht [nummer] van Schiphol naar Istanbul (Turkije) op 22 februari 2020 en vlucht [nummer] van Istanbul naar Amsterdam op 24 februari 2022). [25] Daarnaast straalde het toestel dat gebruik maakte van voornoemd imei-nummer regelmatig Cell-ID’s aan op de [adres Cell-ID] . [26] Dit adres bevindt zich – zo constateert de rechtbank – dicht in de buurt van het woonadres van [medeverdachte 2] aan de [woonadres] .
Er zijn door de verdediging geen verweren gevoerd met betrekking tot de identificatie van [medeverdachte 2] ten aanzien van dit account. De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel het account [account 8] door [medeverdachte 2] werd gebruikt.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
Het Sky ECC account [account 9] , waarvan de gebruiker ook wel ‘ [bijnaam 6] ’, ‘ [bijnaam 7] ’, ‘ [bijnaam 8] ’ of ‘ [bijnaam 9] ’ wordt genoemd, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] , die in de periode 8 november 2019 tot en met 28 april 2020 van dit account gebruik zou hebben gemaakt. [27] De politie baseert deze conclusie op de imei-nummers (eindigend op # [nummer] en later # [nummer] ) van de toestellen waaraan het account gekoppeld is geweest, gecombineerd met de historische verkeersgegevens, vluchtgegevens en beslaggegevens. Zo is ten aanzien van het imei-nummer # [nummer] gebleken dat het toestel in de nachtelijke en vroege ochtenduren regelmatig gebruik maakte van Cell-ID’s gevestigd op de [adres Cell-ID] , een zendmast in de buurt van de [GBA adres] , het GBA-adres van de vrouw en kinderen van [medeverdachte 3] . [28] Gebleken is dat het toestel (imei-nummer eindigend met # [nummer] ) op 4 februari 2020 omstreeks 15.27 uur gebruik maakt van een Cell-ID aan het Rotterdam Airportplein te Rotterdam en om 17.57 uur van Cell-ID’s te Marokko. Verder is gebleken dat [medeverdachte 3] één van de passagiers was op vlucht [nummer] op 4 februari om 15.28 uur van Rotterdam naar Tangier (Marokko). [29] Ook is dit toestel op 26 maart 2020 bij een verkeerscontrole onder [medeverdachte 3] in beslag genomen. [30] Nadat [medeverdachte 3] op 29 maart 2020 door de politie was heengezonden, werd het account [account 9] aan het andere imei-nummer gekoppeld (# [nummer] ). [31]
Het Sky ECC account [account 10] , waarvan de gebruiker eveneens ‘ [bijnaam 6] ’, ‘ [bijnaam 7] ’ of ‘ [bijnaam 8] ’ wordt genoemd, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] voor de periode 10 juli 2020 tot en met 7 september 2020. [32] De politie komt tot deze conclusie, omdat de bijnamen overeenkomen met die van de gebruiker van het bovengenoemde account [account 9] . [33] Daarnaast volgt uit de inhoud van een Sky ECC gesprek op 27 en 28 juli 2020 en uit plaatsbepalingsapparatuur in een Volkswagen Golf ( [kenteken] ), een voertuig van [medeverdachte 1] dat bij [medeverdachte 3] in gebruik was, dat de gebruiker van het account [account 10] zich naar de McDonalds te Merksem (België) begaf voor een ontmoeting en dat hij, ‘ [bijnaam 8] ’, onderweg is met 120.000. [34] Het toestel met imei-nummer # [nummer] [35] , vermoedelijk bij [medeverdachte 3] in gebruik, reisde mee. [36]
Het Sky ECC account [account 11] wordt op basis van chatgesprekken door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] voor de periode van 16 november 2020 tot en met 26 februari 2021. [37] Zo wordt er op 27 november 2020, vlak na de aanhouding op heterdaad in zaaksdossier Breeweg op 23 november 2020, door de gebruiker van het account [account 11] gezegd dat hij zijn ‘brada’ en ‘3 topwerkers’ binnen heeft, ‘en verlies van dat alles’. [medeverdachte 2] , de halfbroer van [medeverdachte 3] , is op 23 november 2020 aangehouden, waarbij tevens 285 kilo cocaïne is aangetroffen en in beslag is genomen. [38] De gebruiker van [account 11] noemt zichzelf in een chat op 25 februari 2021 ‘ [bijnaam 6] ’. In deze chat wordt gesproken over ‘ [bijnaam 10] ’, een bijnaam die wordt toegeschreven aan [medeverdachte 5] , die niet mag praten, en dat er een potje voor hem is als hij buiten komt. ‘ [bijnaam 6] ’ zou 20K afgooien voor het gezin van [bijnaam 10] . [39]
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en gaat ervan uit de berichten via de accounts [account 9] , [account 10] en [account 11] door [medeverdachte 3] zijn verzonden en dat de berichten die naar deze accounts zijn verstuurd aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 4]
Het Sky ECC account [account 12] , met bijnaam ‘ [bijnaam 11] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 4] op basis van twee imei-nummers (# [nummer] en # [nummer] ). De telefoon met imei-nummer # [nummer] is, hoewel gewist en teruggezet in fabrieksinstellingen, na de aanhouding van [medeverdachte 4] bij de doorzoeking in zijn woning aan de [adres] angetroffen en in beslag genomen. [40] Het Sky ECC account is vanaf 9 april 2020 in het toestel met imei-nummer # [nummer] actief geweest. [41]
Het account [account 12] komt voor in zestien chatgroepen, waaronder [account 1] :661 met [medeverdachte 3] (‘ [bijnaam 12] ’, [account 9] ) en een persoon met de bijnaam ‘ [bijnaam 13] ’ (Sky ECC account [account 1] ), waarin de gebruiker van het account [account 12] ‘ [gebruiker 1] ’ wordt genoemd en waarin op 7 april 2020 aan hem wordt gevraagd of hij updates kan zien van terminal posities. De gebruiker van het account [account 12] reageert dat hij nog geen autorisaties van ECT heeft gekregen en dat dat ‘mrg ofso’wel rond moet zijn, waarna hij een foto van een door [medeverdachte 4] ondertekende mail stuurt waarin wordt verzocht om uitbreiding van de autorisaties voor het account ‘ [account 13] ’. Er wordt door het account dat aan [medeverdachte 3] wordt toegeschreven gereageerd dat “
hys vndg door zn proeftyd’, dat het ‘
bslletje’ nu pas loopt en dat de gebruiker van het account [account 12] een weekje heeft om essentiële dingen te leren. [42] In de chatgroep [account 1] :791, wederom met [medeverdachte 3] (‘ [bijnaam 12] ’, [account 9] ) en ‘ [bijnaam 13] ’ ( [account 1] ), wordt de gebruiker van het account [account 12] ‘ [gebruiker 2] ’ genoemd. Op 22 april 2020 wordt er een foto van een container gestuurd door het account [account 1] . [43] Hierop wordt door de gebruiker van het account [account 12] gereageerd met de tekst: ‘
goedemorgen, on it’. [44] [medeverdachte 4] werkt sinds 9 maart 2020 bij rederij Hapag Lloyd Rotterdam. [45]
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via het account [account 12] door [medeverdachte 4] zijn verzonden, dan wel dat deze aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 5]
Het Sky ECC account [account 14] , bijnaam ‘ [bijnaam 14] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 5] op basis van een koppeling aan het toestel met imei-nummer # [nummer] , dat van 25 april 2020 tot en met 18 juli 2020 werd gebruikt. [46] Onder [medeverdachte 5] werd dit toestel in beslag genomen. [47] Uit onderzoek is gebleken dat voornoemd imei-nummer voornamelijk een Cell-ID aanstraalt op de locatie Plein 1953 te Rotterdam, in de nabijheid van de [verblijfadres] , het verblijfadres van [medeverdachte 5] . [48] De gebruiker van het account [account 14] stuurt op verzoek van [medeverdachte 3] (zie hierboven) een foto van een brief die gericht is aan [naam bedrijf] , het bedrijf van [medeverdachte 5] . [49]
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via het account [account 14] door [medeverdachte 5] zijn verzonden, dan wel dat deze aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 6]
[account 15] , met de gebruikte bijnaam ‘ [bijnaam 15] ’ is het Sky ECC account dat door de politie aan [medeverdachte 6] wordt toegeschreven naar aanleiding van IMSI-scans op 16 april 2020, 22 april 2020 en 7 mei 2020. Hierbij kwam imei-nummer # [nummer] naar voren als nummer dat bij een PGP-toestel hoort. [medeverdachte 6] is bij observaties op dezelfde data ook herkend. Daarnaast is geconstateerd dat dit imei-nummer op verschillende data gelijktijdig meebewoog of op een locatie was met het telefoonnummer # [nummer] dat bij [medeverdachte 6] in gebruik was. [50]
Uit Sky ECC gesprekken gevoerd met het account, volgt dat de gebruiker in een grijze Grandis rijdt. [medeverdachte 6] was bezitter en gebruiker van een grijze Mitsubishi Grandis ( [kenteken] ). Uit een Sky ECC gesprek, bakengegevens van de Mitsubishi Grandis en OVC-opnames, blijkt dat [medeverdachte 6] op 16 mei 2020 in de Grandis reed. [51] Ditzelfde geldt voor 6 juni 2020. [52]
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via het account [account 15] door [medeverdachte 6] zijn verzonden, dan wel dat deze aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 10]
Het Sky ECC account [account 16] , met bijnaam ‘ [bijnaam 16] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 10] op basis van het imei-nummer # [nummer] , welk toestel na zijn aanhouding op 24 november 2020 bij de doorzoeking van zijn verblijfadres ( [verblijfadres] ) in de slaapkamer werd aangetroffen en in beslag werd genomen. [53] Dit imei-nummer is in de nachtelijke uren in de periode van 17 mei 2020 tot en met 24 november 2020 op 127 dagen (van in totaal 186) in de directe omgeving van [medeverdachte 10] verblijfadres gelokaliseerd. [54] De Sky ECC telefoon is op 16 mei 2020 via [medeverdachte 6] door [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 10] (‘ [bijnaam 16] ’) geleverd, wat volgt uit Sky ECC gesprek [account 9] :468. [55]
De rechtbank neemt de conclusie dat het account [account 16] bij [medeverdachte 10] in gebruik was over.
‘ [bijnaam 13] ’
De Sky ECC accounts [account 1] en [account 17] worden op basis van bijnamen, contacten en historische verkeersgegevens door de politie toegeschreven aan één persoon. [56] Zoals hiervoor in de toeschrijving van een Sky ECC account aan [medeverdachte 4] bleek, wordt de gebruiker van deze accounts o.a. ‘ [bijnaam 13] ’ genoemd.
Om de leesbaarheid van het vonnis te vergroten worden hierna – voor zover mogelijk – de accounts waarmee de berichten zijn verstuurd of waarop berichten zijn ontvangen, vervangen door de namen van de hierboven geïdentificeerde gebruikers van de accounts.
6.3.2.
Handel in verdovende middelen (feit 2)
Juridisch kader
In een aantal zaaksdossiers in het onderzoek Cherokee is sprake van de smokkel van cocaïne waarbij gebruikt wordt gemaakt van een vrachtschip dat de haven van Antwerpen aandoet. In die gevallen is de rechtbank, overeenkomstig vaste rechtspraak, van oordeel dat het een feit van algemene bekendheid is dat schepen de Antwerpse haven niet kunnen bereiken zonder door Nederlands gebied te varen, te weten het Nederlandse gedeelte van de Westerschelde en dat er bij dat varen alleen al sprake is van een voltooide invoer in Nederland. Zodra het schip vervolgens de grens met België passeert is er sprake van uitvoer. In enkele gevallen doet het vrachtschip eerst de haven van Rotterdam aan, waarna het doorvaart naar de haven van Antwerpen. In dat geval kan worden gesproken over invoer in Nederland op het moment dat de haven Rotterdam wordt aangedaan en uitvoer als er vervolgens wordt doorgevaren naar de haven van Antwerpen.
Op grond van artikel 2, aanhef onder A, in samenhang met artikel 1, vierde lid van de Opiumwet, moet onder het invoeren van verdovende middelen ook het verrichten van handelingen gericht op het verdere vervoer, de opslag en de aflevering van verdovende middelen worden begrepen. Men spreekt dan over de verlengde invoer.
Blokken cocaïne
In de navolgende afzonderlijke zaaksdossiers wordt er in versluierde taal gesproken over blokken dan wel stuks. De rechtbank stelt vast dat er in die gevallen steeds gesproken wordt over blokken cocaïne en dat één blok cocaïne ongeveer 1 kilo weegt. De rechtbank concludeert dit op grond van de camerabeelden waarop blokken te zien zijn [57] , het feit dat er in het onderzoek Cherokee daadwerkelijk blokken cocaïne van (tenminste) 1 kilo in beslag zijn genomen [58] en de algemene ervaring leert dat cocaïne in blokken van één kilo wordt verpakt.
Juridisch kader medeplegen
[verdachte] zou zich als medepleger schuldig hebben gemaakt aan de handel in verdovende middelen. De rechtbank hanteert het volgende juridische kader voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van medeplegen.
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor moet sprake zijn van een intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict, die van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan de rechtbank rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. [59] Verdachte moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict.
Het opzet van de medepleger moet zijn gericht op de eigen gedraging(en) en op de samenwerking. Hierbij is het niet nodig dat komt vast te staan dat de medepleger wetenschap heeft van de precieze gedragingen die zijn mededaders hebben verricht. Voorwaardelijk opzet is hierbij voldoende.
Onderhavige zaak – feiten en omstandigheden
6.3.2.1. Zaaksdossier Finland
Zaaksdossier Finland ziet op de verdenking van de in- en uitvoer van 179,1 kilo cocaïne in een container vanuit Brazilië, die op 5 december 2019 werd gelost op het terrein van ECT in Rotterdam. Na een mislukte uithaalpoging op 8 december 2019, werd de container getransporteerd naar een staalbedrijf in Espoo (Finland) en daar op 16 december 2019 gelost. In Finland zijn vijf verdachten aangehouden die met geweld hebben gepoogd 176 kilo cocaïne te bemachtigen. [medeverdachte 3] en [verdachte] worden verdacht van strafrechtelijke betrokkenheid bij dit zaaksdossier. [60]
Uit het dossier volgt dat [medeverdachte 3] de container [nummer] op 8 december 2019, op het moment dat deze zich nog in Rotterdam bevond, heeft getrackt. Ook zijn er Sky ECC chats, waaraan onder meer [medeverdachte 3] en [verdachte] deelnemen, die duiden op het uithalen van de container in Finland. [61] Uit het Finse onderzoek volgt dat de in Finland aangehouden verdachte [naam aangehouden verdachte] [verdachte] herkent van een foto en dat hij hem naar Het Radisson Blu hotel in Helsinki heeft gebracht op 13 december 2019. [62] Naar het oordeel van de rechtbank leveren deze bevindingen echter niet het wettig en overtuigend bewijs op dat [verdachte] betrokken is geweest bij de eerdere in- en uitvoer van cocaïne in Rotterdam. Evenmin kan uit deze bevindingen worden afgeleid dat de aansturende handelingen van [verdachte] (samen met [medeverdachte 3] ) met betrekking tot de uithaal in Espoo waren gericht op het (vervolgens) invoeren van cocaïne in Nederland. [verdachte] zal van dit deel van de tenlastelegging (eerste gedachtestreepje onder feit 2) worden vrijgesproken.
6.3.2.2. Zaaksdossier Burro
Zaaksdossier Burro, ziet op verdenking van de in- en uitvoer van ongeveer 4.200 kilo cocaïne, die op 22 april 2020 door de Belgische autoriteiten te Antwerpen in beslag werd genomen en waarbij op heterdaad veertien verdachten zijn aangehouden. Deze verdachten zijn in België berecht. In het onderzoek Cherokee wordt [verdachte] ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de invoer van deze partij, samen met anderen, waaronder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] .
Feiten en omstandigheden
Het aantreffen van cocaïne
Op basis van risicoanalyse wordt op 22 april 2020 door de Belgische douane beslist om de zeecontainer met nummer [nummer] , afkomstig van het schip [naam schip] , te controleren op aanwezigheid van verdovende middelen. Er wordt een mail gestuurd naar de terminal om de container te blokkeren en na lossing over te brengen naar de vrijzetzone voor controle. In de ochtend van 22 april 2020 blijkt de container daar echter niet aanwezig te zijn, maar blijkt dat de container is meegegeven met een Nederlandse vrachtwagen met nummerplaat [kenteken] van [naam bedrijf] . De chauffeur had aangegeven de container te komen halen om naar de scanner te vervoeren. Hierop is de Federale Gerechtelijke Politie gewaarschuwd. [63] Later die ochtend meldt de chauffeur van desbetreffende vrachtwagen, [naam chauffeur] , zich alsnog bij de scanner aan de andere oever. [64] Bij de controle wordt vastgesteld dat de zegels van de container met nummer [nummer] vals zijn. In de container worden voetafdrukken op de lading gezien. Omdat er geen verdovende middelen worden aangetroffen, wordt de container vrijgegeven voor de controle van de lading bevroren inktvis door het Federaal Agentschap Voedselveiligheid (FAVV). Daar wordt geconstateerd dat degene die zich in de ochtend op de grensinspectiepost (GIP) had aangemeld een andere chauffeur was. [naam chauffeur] verklaarde tegenover de douane in Antwerpen dat zijn baas, [gebruiker 3] Valdez, de vrachtwagen had aangemeld bij de GIP en dat hij zelf met de auto van Valdez, een zwarte Volkswagen Sharan (kenteken [kenteken] ), naar de GIP was gereden om in opdracht van zijn baas de verdere formaliteiten te voldoen om vervolgens de lading op de bestemming af te leveren. [65]
Nadat de Federale Gerechtelijke Politie te Antwerpen is gewaarschuwd, wordt er op 22 april 2020 om 11.49 uur gezien dat de vrachtwagen met kenteken [kenteken] met de zeecontainer met nummer [nummer] een loods aan de [adres loods] binnenrijdt, waar een grote toegangspoort is gevestigd. De loods is tegen een pand aan gebouwd, gelegen op de [adres loods] . [66] Omstreeks 12.09 uur rijdt dezelfde vrachtwagen met container weer naar buiten. Omstreeks 14.48 uur stopt er nog een vrachtwagen bij de loods. De vrachtwagen is voorzien van kenteken [kenteken] en staat op naam van [naam 3] . De oplegger van de vrachtwagen is geladen met een container van Hapag Lloyd met nummer [nummer] . De vrachtwagen en container worden achteruit de loods ingereden, waarna de poort wordt gesloten. Om 15.36 uur wordt de loods door een Belgisch interventieteam betreden. In de loods wordt een container aangetroffen voorzien van nummer [nummer] . Omdat er op dat moment ook een container met hetzelfde nummer op de scansite van de douane staat en er in de loods stickers worden aangetroffen om containernummers te klonen [67] , wordt geconcludeerd dat er een duplicaatcontainer naar de scansite is gereden. [68] Op het moment van de inval wordt de container met nummer [nummer] uitgeladen. Zowel naast als in de container worden een lading inktvis en dozen met cocaïne aangetroffen. [69] Er worden 1.987 pakketten met een totaalgewicht van 2.316,18 kilo geteld. [70] In de loods staat ook de vrachtwagen met kenteken [kenteken] met de container [nummer] . Deze is door [naam 3] opgehaald in de haven van Antwerpen en door hem naar de loods gereden. [71] [naam 3] verklaarde dat hem was verteld dat hij achteruit de loods in moest rijden en in de cabine van de vrachtwagen moest blijven zitten. [72] Uit de container [nummer] blijkt, verpakt in sporttassen, een partij van 1.580 pakketten met een totaal gewicht van 1.842,4 kilo. [73] In totaal betreft het dus 4.158,58 kilo. De pakketten uit beide containers worden door de deskundigen van de douane te Antwerpen herkend als pakketten cocaïne. [74] De genomen monsters testen ook positief op cocaïne. [75] Onderzoek naar de aangetroffen stickers met containernummers wijst uit dat die nummers met meerdere cocaïnevangsten en mogelijke andere cocaïnetransporten in verband kunnen worden gebracht. [76]
Onderzoek naar de herkomst
Er is onderzoek gedaan naar de herkomst van de containers. De container met nummer [nummer] is afkomstig van het schip [naam schip] , dat op 21 april 2020 van de haven in Rotterdam naar Antwerpen is gevaren. De container met nummer [nummer] is afkomstig van containerschip [naam schip] , dat in de avond van 21 april 2020 uit de haven van Rotterdam is vertrokken, om in de vroege ochtend van 22 april 2020 in de haven van Antwerpen aan te komen. [77]
Container [nummer]
Uit verder onderzoek naar de vrijgave van de containers, blijkt dat de container [nummer] is vrijgesteld via het account van [medeverdachte 4] , destijds werkzaam bij Hapag Lloyd. [78] [medeverdachte 4] heeft voorafgaand aan deze vrijgave in Sky ECC chatgroep contact met [medeverdachte 3] . In deze chat worden foto’s van de container en het containernummer en het e-mailadres van [naam 3] met elkaar gedeeld. [79]
Op Encrochat wordt er op 22 april 2020 tussen 14.43 uur en 15.52 uur een gesprek gevoerd tussen ‘ [bijnaam 9] ’ en ‘ [naam 4] ’. In dit gesprek vraagt [bijnaam 9] aan [naam 4] of hij er is en schrijft ‘oranje bak’, vervolgens vraagt hij hem of hij hem ziet, waarop [naam 4] een foto stuurt van een oranje container. [bijnaam 9] geeft [naam 4] de opdracht om de container achteruit de loods in te begeleiden, waarna de roldeur dicht moet worden gedaan. De chauffeur moet in de cabine blijven zitten en er moet iemand bij hem gaan zitten. Door [bijnaam 8] wordt [naam 4] gevraagd een foto van de zegel te maken. Vervolgens zegt hij dat de kloonzegel in de bak zit. [bijnaam 8] vraagt of alle tassen eruit zijn en geeft opdracht de tassen te tellen. [bijnaam 8] zegt vervolgens dat de zegels er weer op moeten worden geklikt. Op een gegeven moment, om 15.42 uur wordt er niet meer op berichten [bijnaam 8] gereageerd. [80] De naam [bijnaam 9] wordt toegeschreven aan [medeverdachte 3] . [81]
Container [nummer]
[naam chauffeur] heeft bij de onderzoeksrechter in België verklaard dat hij voor [naam bedrijf] werkt. Hij heeft de vrachtwagen niet zelf naar de douane gereden. Zijn baas, [naam baas] , heeft de vrachtwagen overgenomen op kaai [nummer] . [naam chauffeur] is in de auto van zijn baas, op diens verzoek, naar de site van de douane gekomen om de vrachtwagen over te nemen voor de keuring. Er stond een andere reefercontainer op dan eerder die dag. [naam chauffeur] heeft aan de douane uitgelegd dat zijn baas de oorspronkelijke chauffeur was en dat ze hadden gewisseld. [82]
In een telefoon die onder [medeverdachte 5] in beslag is genomen (imei-nummer eindigend op # [nummer] , telefoonnummer eindigend op # [nummer] ) is een Whatsappgesprek aangetroffen met ‘ [naam 5] ’ (telefoonnummer eindigend op # [nummer] ) en de gebruikersnaam ‘ [gebruiker 3] ’ op Whatsapp. In deze chat geeft [naam 5] op 12 december 2019 een voor- en achternaam ( [naam chauffeur] ) door ‘voor die papieren’. [83] Op 22 april 2020 spreken [naam 5] en [gebruiker 3] elkaar ook. [gebruiker 3] stuurt om 5.16 uur een transportopdracht naar [naam 5] van containernummer [nummer] met als lading ‘frozen squid’ met Moerkapelle als bestemming. Om 8.49 uur wordt er door [gebruiker 3] een foto gestuurd met een zogenaamde lijst van vooraanmeldingen, waarop de containernummers [nummer] en [nummer] genoemd staan. [gebruiker 3] zegt om 8.55 uur ‘wel de goede pakken aub’, waarop [naam 5] reageert: ‘zeker bro, ik heb jou niet gezien bro’. [naam 5] stuurt vervolgens om 9.09 uur een foto waarop staat dat container [nummer] onbekend is op de terminal, gevolgd door een foto van een geprinte ‘list of errors’ van voornoemd containernummer met daarop de carrier ‘ [naam bedrijf] ’ en kentekenplaat [kenteken] gedateerd 22 april 2020 om 9.06 uur. [gebruiker 3] reageert hierop om 9.14 uur: ‘is die wel goed’, gevolgd door een foto om 9.17 uur met een deel van een opdracht betreffende containernummer [nummer] , afkomstig van [naam schip] , met bestemming Moerkappelle. Hierop stuurt [naam 5] foto’s van opnieuw een error (gedateerd 22 april 2020 te 9.18 uur), waaruit volgt dat de container met nummer [nummer] verplicht aangeboden moet worden voor scanning. [naam 5] stuurt om 10.50 uur foto’s van zegels, waarna [gebruiker 3] om 12.51 uur een locatie doorstuurt met de beschrijving ‘douane scan/ IVK keurstation Sint Antioniusweg, Beveren te België. Om 15.45 uur stuurt [gebruiker 3] ‘Bro morgen keuren, samen met de andere’, waarop [naam 5] reageert ‘Ik sta in de dok’. Op 22 april 2020 zijn er tussen [gebruiker 3] en [naam 5] tussen 7.54 uur en 20.17 uur 29 telefonische contacten geweest, waarvan de gesprekken om 7.54 uur en tussen 11.04 uur en 13.21 uur via een Belgisch netwerk werden gevoerd. [84] Uit onderzoek bleek dat er met de onder [medeverdachte 5] in beslag genomen telefoon op 5 april 2020, 6 april 2020 en 22 april 2020 Whatsapp-contacten hebben plaatsgevonden met een telefoonnummer dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 3] . [85]
Verdere gesprekken betreffende de cocaïne in de loods
Op 21 april 2020 wordt er via Sky ECC door [verdachte] ( [account 2] ) gesproken met meerdere deelnemers aan de chat [account 2] :192. Hij zegt onder meer de volgende dingen:
‘Jullie vertrekken 0.30’
‘Pakken hotel Antje’
‘Vroeg 5 uur loods’
‘Geen normale tells mee naar loods’
Door de deelnemers aan de chat wordt instemmend gereageerd. Deelnemer [naam deelnemer] zegt daarop
‘Broers 12 moet iedereen klaar staan’en
‘Al beetje tempo’en
‘We kunnen de boot niet missen’. [86]
Op 22 april 2020 worden er in de ochtend door de gebruikers van accounts [account 18] en [account 19] foto’s gestuurd van een container met nummer [nummer] . [87] Er worden ook foto’s gedeeld van het openmaken van de container, waarna er foto’s worden gedeeld van de openstaande container. Er zijn veel dozen te zien. [verdachte] reageert hierop als volgt:
Alle dozen openmaken broers
Moeten 2000 stuks hebben.
Hebben we al wat gevonden onder die vis? [88]
Twee uur later worden er anderhalf uur lang foto’s gedeeld van de eerste blokken die zijn gevonden. [89] Om 14.00 uur vraagt [verdachte] of alles nog goed gaat, met daaropvolgend veel vraagtekens. [90]
Op 22 april 2020 wordt er via Sky ECC door [medeverdachte 3] ( [account 9] ) tegen de gebruiker van account [account 20] gesproken in de Engelse taal. [medeverdachte 3] zegt dat hij aan het organiseren was en dat ze nu starten met het uitladen. De gebruiker van account [account 20] werd gevraagd om een machine te regelen, waarop [account 20] reageert dat hij dit al heeft gedaan. Een [bijnaam 19] vier uur later wordt besproken dat de politie een inval heeft gedaan. Op 23 april 2020 laat [medeverdachte 3] weten dat hij bij een advocaat is geweest, dat de aangehouden jongens over een half jaar weer vrij zouden zijn en [medeverdachte 3] een adres voor hen moest regelen. Ook wordt er een nieuwsbericht gedeeld over de inval in de loods aan de [adres loods] te Antwerpen op 22 april 2020. [91]
Op Encrochat worden op 24 april foto’s verstuurd van een gesprek tussen ‘ [bijnaam 9] ’ en ‘ [gebruiker 4] ’ waarin gesproken wordt over ‘
[naam 3]’, over ‘
4000’ en waarin [bijnaam 8] zegt dat de advocaat moet zorgen dat [naam 3] zijn mond houdt en “
als die namen noemt heeft die problemen en zorgt die dat ie zich zelf straf geeft”. [92]
Op Encrochat worden op 24 april 2020 foto’s verstuurd van een gesprek tussen ‘ [bijnaam 9] ’ en ‘ [bijnaam 17] ’. [bijnaam 8] schrijft: “
Goeie klap gehad gister man oef. Hadden gewerkt 3580. Federale valt binnen. Kk kut. Was nog met [naam 6] aan lachen we hebben goede dag gedraait.” [bijnaam 17] antwoordt: “
Neeeeee die hele 3580 weg???!!!” [bijnaam 8] reageert: “
Cind fucksup vr onze jongens. Ja man broer. Overal op internet staat het [93] [bijnaam 17] zegt: “
ik zie t nu staan op internet ja, een bak met vis” [bijnaam 8] : “
hebben eergisteren ng 1000 gedaan zelfde loods” en ”
Ja ze praten enkel over vis terwijl waren 2 bakken daar en nog nooit is iemand van ons gecontroleerd daar.” [94]
Zoals hiervoor al overwogen, wordt de naam [bijnaam 9] toegeschreven aan [medeverdachte 3] . [95]
Op 24 april 2020 wordt er in de Sky ECC Chatgroep [account 2] :140 door [verdachte] ( [account 5] ) het volgende bericht gestuurd:
Goeiemorgen broers
Ik heb een vervelende mededeling we zijn eergisteren een sterren team kwijtgeraakt en justitie heb ons een flinke klap uitgedeeld maar we gaan niet kapot, samen staan we sterk daarom verwachten we van iedereen (wat we sowieso verwachten maar deze dagen dus extra) extra oplettendheid en actief zijn je weet toch zodat we onze broers goedd kunnen ondersteunen ze mogen NIKS tekortkomen en hun fam ook niet dus dat moeten we weten broers verder moet een ieder ook echt scherp zijn broer echt spits iedereen we zullen volgende week een spoedmeeting organiseren. Dat was het voor nu even. [96]
Op OVC-opnames uit de Volkswagen Polo van [verdachte] van 24 april 2020 is te horen dat [verdachte] zegt dat hij al twee dagen een paar grote problemen heeft. Mensen worden vastgezet. [97] Op 27 april 2020 zegt hij dat hij voor alle veertien mensen die zijn gepakt twintig ‘doezoe’ uit zijn eigen zak betaalt, zoals het hoort. Hij was twee, drie dagen bezig met het langs brengen en hij maakt een lijstje voor wie hij wat heeft gebracht. [98] Op de telefoon van [verdachte] zijn diverse screenshots aangetroffen van overboekingen naar de gevangenis in Antwerpen op naam van verdachten die op 22 april 2022 zijn aangehouden. [99]
Aandeel [verdachte]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit bovengenoemde Sky ECC gesprekken dat [verdachte] de uithalers aanstuurde. [verdachte] zegt hoe laat men moet vertrekken, waar ze een hotel moeten pakken en hoe laat ze in de loods moeten zijn. Ook geeft hij instructies over het openmaken van de loods en geeft hij door hoeveel stuks ze moeten hebben. De gesprekken hebben overduidelijk betrekking op het veilig stellen van de lading en de verdere distributie daarvan na aankomst van de container in Antwerpen. Deze aansturende rol kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vervuld zonder dat [verdachte] wetenschap had van de aard van de lading (cocaïne), van het feit dat de cocaïne in de containers per schip naar Antwerpen werd vervoerd en welke schepen en/of containers het betrof. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt deze wetenschap ook uit de inhoud van de chat, die door [verdachte] al vóór aankomst van de schepen in Antwerpen wordt gestart. [verdachte] is kennelijk goed geïnformeerd. De aansturing door [verdachte] vereiste een intensieve, nauwe en bewuste samenwerking met anderen, zowel in de voorbereiding als in de uitvoering. [verdachte] heeft met het aansturen een wezenlijke rol, want essentieel voor een succesvolle uitvoer en verdere distributie, vervuld. Dat zijn rol wezenlijk was blijkt ook uit de gevoerde gesprekken nadat de uithalers zijn opgepakt, waarin hij spreekt over het sterrenteam dat hij kwijt is geraakt. Dit alles levert medeplegen op, in ieder geval ten aanzien van het traject van de schepen na het vertrek uit de haven van Rotterdam. De verweren van de raadsman worden verworpen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de uitvoer van 4.200 kilo cocaïne uit Nederland en het vervoer en voorhanden hebben van deze cocaïne in België op 21 en 22 april 2020.
Betrokkenheid van andere verdachten bij zaaksdossier Burro
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat er sprake is geweest van een grote operatie gericht op het uithalen en verder verspreiden van een zeer grote partij cocaïne uit de containers die vanuit de haven in Rotterdam naar de haven in Antwerpen zijn gebracht. [medeverdachte 4] , een medewerker van Hapag Lloyd, heeft een rol gespeeld bij het vrijgeven van één van de containers voor transport naar de loods. De containers zijn vervolgens voor distributie naar de loods gebracht door [naam 3] en [medeverdachte 5] . Bij de operatie, waarin [medeverdachte 3] en [verdachte] een leidende rol hebben vervuld, zijn veel personen betrokken geweest, waarbij de verschillende taken duidelijk waren afgekaderd: er was sprake van een georganiseerde groep.
6.3.2.3. Zaaksdossier Movano
Zaaksdossier Movano ziet op de verdenking van de in- en uitvoer van een partij van ruim 676 kilo cocaïne, afkomstig van een schip uit Brazilië, die in de haven van Antwerpen op 24 augustus 2020 in een geprepareerde Opel Movano in beslag werd genomen. [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] worden verdacht van betrokkenheid bij deze partij. In het zaaksdossier wordt ook ingegaan op de mogelijke rol van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij dit transport.
Feiten en omstandigheden
Het aantreffen van cocaïne op 22 augustus 2020
Op 24 augustus 2020 worden in de omgeving van de haven van Antwerpen vier personen ( [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] en [persoon 4] ) aangehouden in een Opel Movano (hierna: Movano), waarna in een verborgen ruimte 652 blokken (vermoedelijk) cocaïne in sporttassen worden aangetroffen. [100] De blokken hebben een totaalgewicht van 676,9 kilo. [101] Vierhonderdzevenennegentig pakketten (met een totaalgewicht van 511,5 kilo) waren met doorzichtige folie en verschillende lagen tape verpakt. De cocaïne had een afbeelding van een kroon. Honderdzestig pakketten (met een totaalgewicht van 165,4 kilo) waren met doorzichtige folie en verschillende lagen tape verpakt. Op de verpakking was een logo van een olifant afgebeeld. [102] De partij is op 23 augustus 2020 per containerschip de [naam schip] aangekomen in de haven van Antwerpen. Het schip is op 5 augustus 2020 vanuit Brazilië vertrokken. Met een tussenstop in Santa Cruz (Spanje), is het schip via Nederlandse wateren (de Noordzee en de Westerschelde) naar Antwerpen gevaren. [103]
De Opel Movano
De Movano bleek op amateuristische wijze van zwart naar wit te zijn overgespoten. [104] Het kenteken op de Movano ( [kenteken] ) bleek te horen bij een witte Citroën Jumper op naam van [naam 7] (België). De kentekenplaten van het originele kenteken van het voertuig ( [kenteken] ) werden in de laadruimte aangetroffen. [105] Dit kenteken stond van 19 juli 2020 tot 31 augustus 2020 op naam van [medeverdachte 9] . Daarvoor, van 13 juli 2020 tot 19 juli 2020 heeft het voertuig op naam gestaan van [naam 8] . [106]
[medeverdachte 1]
Op 28 juli 2020 is er bij het bedrijfspand van [medeverdachte 1] een camera geplaatst. Uit de beschreven beelden maakt de rechtbank op dat er in de periode van 29 juli 2020 tot en met 22 augustus 2020 verschillende keren een Movano arriveert en vertrekt bij [medeverdachte 1] . Zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 9] worden ook in de nabijheid van die wagens gezien. [107] Meer specifiek met betrekking tot de Movano met de lading cocaïne die op 24 augustus in Antwerpen is aangetroffen, is van belang dat op 7 augustus 2020 een zwartkleurige Movano met kenteken [kenteken] op een autoambulance met Belgisch kenteken aankomt bij [medeverdachte 1] . Nadat de Movano van de autoambulance is afgeladen, wordt deze bij [medeverdachte 1] naar binnen gereden. [108] Dit is de Movano waarin de vier personen op 24 augustus 2020 in Antwerpen worden aangehouden.
Autobedrijf [naam 8]
Op 11 augustus 2020 wordt door een verbalisant gezien dat links achterin de bedrijfsruimte van Autobedrijf [naam 8] deze zwarte Opel Movano met kenteken [kenteken] staat, die aan de linker zijkant en achterkant beige van kleur is. De verbalisant herkent de kleur als spuitplamuur. In de bedrijfshal stond een spuitcabine. [109]
Sky ECC gesprekken
Op 15 juli 2020 is de chatgroep [account 1] :1542 aangemaakt. Deelnemers waren ‘ [bijnaam 13] ’, [medeverdachte 3] , [verdachte] en een persoon die geïdentificeerd is als [naam 9] . De gesprekken tussen 15 en 18 juli 2020 vinden voornamelijk plaats tussen [medeverdachte 3] en [naam 9] en gaan over het inbouwen van een verborgen ruimte in een Movano, het spuiten van de wagen en er wordt gezegd dat er wel vijftig tassen in moeten kunnen. Ook worden foto’s meegezonden waarop in plastic gewikkelde zwarte tassen, een verborgen ruimte en een auto te zien zijn. Uit de gesprekken blijkt verder dat er op 17 juli 2020 een auto in een spuitcabine in het Autobedrijf [naam 8] is gespoten. Vanaf 17 juli 2020 mengt [verdachte] zich in de gesprekken en vraagt onder meer waar en wanneer de bus gehaald moet worden en meldt op enig moment dat ‘
ze’ er zijn. [110]
Op 18 augustus 2020 is de Sky ECC chat met groepsnaam [naam groep] aangemaakt. Aan de gesprekken nemen de gebruikers [naam groep] , ‘ [bijnaam 13] ’ en [account 21] deel. In die gesprekken wordt een plan van aanpak besproken voor de uithaal van ‘spullen’ die aan boord van een schip zijn verstopt. De boot is onderweg naar Antwerpen. De verwachte aankomst is de 23e. De spullen liggen op een deck waar alleen ‘
scanias’ staan, waarvan verondersteld wordt dat ze ‘
heet’ zijn. Besproken wordt of ‘
de mariniers’ de spullen nog kunnen verplaatsen, ze hebben nog vier nachten om het op hun gemak te doen, en of er zal worden overgeladen aan boord door een busje aan boord te rijden of ‘
alles in 1 busje ergens op kaai’ . Op 22 augustus 2020 laat [bijnaam 13] weten dat de boot ‘straks om 5.00 uur aankomt en dat ze ‘
het’ uit de scania’s hebben. [111]
Op 23 augustus 2020 is de chatgroep [account 1] :1822 aangemaakt waaraan in ieder geval [bijnaam 13] en [medeverdachte 3] deelnamen. [112] In dat gesprek wordt door een onbekend gebleven persoon geschreven dat de ‘
stach’ (de rechtbank begrijpt: stash) bij de afslag Breda Noord op de A16 bij een benzinepomp wordt afgezet, waarna [bijnaam 13] antwoordt dat het beter is het af te zetten op de Temsestraat Breda ter hoogte van nummer [nummer] . Met [medeverdachte 3] wordt vervolgens besproken wanneer dat kan. [medeverdachte 3] meldt dat er niet gereden kan worden met de originele platen, waarop wordt gezegd dat er Belgische platen op zullen worden gezet. [medeverdachte 3] vraagt of de platen niet naar Rotterdam kunnen, dan laat hij ze erop zetten en laat hij de bus afgeven. Als gezegd wordt dat hij dat busje gewoon moet brengen, antwoordt [medeverdachte 3] dat de takelwagen onderweg is naar Rotterdam en dan naar Breda rijdt. [113] [bijnaam 13] stelt voor dat er even met de platen naar Rotterdam wordt gereden, ‘we hebben loods daar’, en dat ze daar erop worden gedraaid. [114] Uit het vervolg van de chat maakt de rechtbank op dat de takelwagen rond 22.20 uur aan de Temsestraat zal zijn. [115]
Op 23 augustus 2020 is er ook een chatgroep [account 1] :1820 waaraan weer ‘ [bijnaam 13] ’ en [medeverdachte 3] deelnamen. Daarnaast namen ook een tweetal personen deel die door de politie als [naam 10] ( [bijnaam 18] ) en [naam 11] worden geduid. Uit die gesprekken maakt de rechtbank op dat [bijnaam 13] aan [naam 11] vraagt naar de loods te gaan en de jongen die de bus gaat besturen de stash uit te leggen en vraagt hij [naam 10] ook mee te gaan om alles te coördineren. Vervolgens stuurt [bijnaam 13] een foto van een aantal witte auto’s op een schip en zegt “
Kijk [naam 11] dit is de klus” en “
Zijn 7 autos staan op deck 7”. Daarnaast stuurt hij nog een foto van een auto met geopende kofferbak en schrijft dat de tassen in de kofferbak zitten. Ook stuurt hij een foto van een briefje met een zevental chassisnummers. [medeverdachte 3] vraagt een seintje te geven als ze bij de loods zijn. [medeverdachte 3] geeft vervolgens rij-instructies en zegt
‘ [naam 11] check even alles [bijnaam 18] controleer met hem. Slaapzak powerbank telefoon die in contact met [naam 12] is. Eten’en
‘ [naam 11] test even die stash gaat dezelfde open als die andere’en zegt tegen [naam 11] dat hij in de transporter moet blijven en de wekker om 3.00 moet zetten. [116]
Op 23 augustus 2020 is er tevens een groepschat tussen gebruikers [medeverdachte 3] , [verdachte] , ‘ [bijnaam 13] ’, de gebruiker van het SKY ECC account [account 22] en een aantal onbekend gebleven personen. Het account [account 22] wordt in het dossier toegeschreven aan [persoon 2] , inzittende van de Movano op 24 augustus 2020. Hoewel het dossier geen proces-verbaal van identificatie van dit account bevat, wordt uit de inhoud van de chat duidelijk dat de gebruiker van dit account ten tijde van de chat in de Movano zit. Omwille van de leesbaarheid zal de rechtbank deze gebruiker daarom aanduiden als [persoon 2] .
De groepschat start om 19:04 uur met de tekst: “
Hey broers group voor actie morgen”. [bijnaam 13] zegt dat hij mariniers opdracht heeft gegeven om het in auto’s te steken die Antwerpen gelost worden in de koffers en dat de forman morgen op de boot staat en posities gaat doorgeven. Ook geeft hij nog een aantal verdere instructies. Een van de onbekend gebleven personen zegt: “
Broer 5.15 vertrekken is goed op tijd morgen knallen”. [medeverdachte 3] stuurt een screenshot door van een locatie op Google maps: [adres] , België. [medeverdachte 3] stuurt ook een telefoonnummer van een hotel door en zegt tegen [persoon 2] dat hij dat hotel moet bellen, daar moet blijven en zijn wekker op 04.00 uur moet zetten. [bijnaam 13] laat weten: “
Bingo broers mariniers hebben alles netjes in kofferbak van auto’s gestoken. Zijn maar 7 auto’s staan samen aan deck. Zitten in de koffer zijn voor antwerpen worden morge vroeg gelost”. [verdachte] reageert in de chat een aantal keer met “
tip topp” en met een afbeelding/emoticon van een gespierde arm en een lachend gezichtje/smiley. [bijnaam 13] stuurt ook foto’s van auto’s.
Op 24 augustus 2020 rond 3.00 uur wordt de groepschat hervat aan en uit het gesprek valt op te maken dat [medeverdachte 3] controleert of iedereen al verzameld is. Hij zegt om 3.19 uur: “
[naam 13] weet hoe stash open gaat [bijnaam 19]” en “
je sky geef hem aan die chauffeur he”. [bijnaam 13] stuurt nog een keer de foto met de chassisnummers en van de auto’s en zegt dat ze alles moeten dubbelchecken en dat hij niet weet hoeveel zakken het precies zijn. Om 5.39 uur zegt hij dat ze nu gaan lossen, dat het Renaults zijn en om 6.04 uur zegt hij dat nu gestart zijn met het lossen van deck 7 en dat ze een foto krijgen als ze op positie staan. Afgesproken wordt te wachten tot ze allemaal gelost zijn. [bijnaam 13] zegt dat het belangrijk is dat ze iedere auto die leeg is ‘
confirmeren’ met een foto. Om 6:59 zegt hij dat nog niet alles gelost is en dat ze moeten wachten. [verdachte] zegt vervolgens: “
Sta gewn standby ready ready. Alles gaat zo gelost zijn”. Om 7:05 uur zegt een van de onbekend gebleven personen dat ze allemaal in het busje zitten waarop [verdachte] antwoordt: “
Topp”. Om 7.09 uur geeft [bijnaam 13] door waar de auto’s gezet gaan worden en om 7.24 uur zegt hij dat alles gelost is. De rechtbank begrijpt dat met het lossen het van het schip laden van de auto’s met daarin de cocaïne wordt bedoeld. In het vervolg van de chat geeft [bijnaam 13] verdere instructies zoals “
tussen de auto’s blijven niet aan de buitenkanten” en “
parkeer het busje precies naast die autos…op een top plek dat we sluipend kunnen inladen”. Als er vervolgens even onrust ontstaat over veiligheidsmaatregelen vraagt [bijnaam 13] of de platen van de bus anders zijn dan de zwarte van laatst. Als dit wordt bevestigd, zegt hij: “
Top broers super, andere bus andere platen.” Ook [verdachte] zegt om 7.50 uur: “
Top broers geen paniek. Tis echt rustig ze komt wel goed”. Rond 7.55 uur zegt [bijnaam 13] : “
7 kofferbakken, Alles gelijk na de stash, Laat busje ook mee helpen inladen, jullie legen en hij tilt zakken snel in de stash”. [verdachte] zegt om 8.02 uur: “
Jaa broers gas erop”. Een paar minuten later geeft [verdachte] aanwijzingen dat de sleutels van alle wagens links onder aan het stuur hangen, “
gewoon focus broer, dan vind je het zo”. Ook zegt hij om 8.08 uur dat ze het er snel uit moeten halen, een foto moeten maken en dubbel checken als het leeg is en dan door naar het volgende. Hij vraagt om 8.20 uur: “
[bijnaam 13] hebt u gelezen broer? 7 auto’s geconfirmed” en zegt: “
Nu naar buiten ja”. Als [persoon 2] om 8.27 uur zegt dat hij ook niet meer in de stash past, zegt [verdachte] : “
Jaa broer als het kan gwn beetje forceren. Maak jezelf even klein”. Om 8.27 uur wordt gezegd dat de stash vol is en er worden foto’s gestuurd waarop tassen te zien zijn. Om 8.36 uur zegt [medeverdachte 3] : “
Top broers nu veilig buiten komen, moet lukken”. [medeverdachte 3] vraagt om 8.46 uur: “
Seintje als jullie buiten rijden” waarop [persoon 2] antwoordt: “
Goed broeder Egypt je hoort meteen”. Om 8.50 uur vraagt [bijnaam 13] of ze buiten zijn en stuurt adres ‘
[adres] , [nummer] hekcode’. Hij zegt dat dit het adres is waar ze heen moeten. Uit de chat is verder op te maken dat [bijnaam 13] vanaf 8.56 uur geen reactie meer krijgt van de personen die zojuist vanaf de haven zijn weggegaan. Om 8.57 uur meldt [bijnaam 13] : “
Ze zijn gepakt” en even later: “
is gedaan” waarop [verdachte] reageert met: “
Jaa. Broer. Tering man”. [medeverdachte 3] zegt om 9.27 uur: “
Maar die platen klopten roch”, waarop [bijnaam 13] antwoordde dat alles klopte. [117]
Activiteiten na de aanhouding
Op 31 augustus 2020 heeft de gebruiker van account [account 17] met gebruikersnaam [gebruiker 5] , waarvan wordt vermoed dat dit dezelfde persoon is als [bijnaam 13] [118] , contact met iemand in de Engelse taal, waarin hij zegt dat hij beschikt over het dossier en uitlegt wat er mis is gegaan met de uithaal van de verdovende middelen op 24 augustus 2020. De jongens zouden het hebben verkloot (‘
this fuckers fucked us”), omdat er een Opel busje was gegeven met Citroën huurplaten. Doordat de bus was getipt, hebben ze 670 kilo verloren. De gebruiker van het account [account 17] had een Movano zonder platen gegeven, waarin een ‘stash’ werd gebouwd, waarna er Jumper platen zijn geplaatst. [gebruiker 5] stuurt foto’s van een pro justitia rapport mee. [119]
In Sky ECC chatgroep [account 17] :27 wordt op 31 augustus 2020 gesproken tussen [gebruiker 5] ( [account 17] ), de gebruiker van het account [naam groep] en [medeverdachte 3] ( [account 10] ). [naam groep] zegt dat de enige die de platen kende, de man van het busje is. [medeverdachte 3] zegt dat het verhaal simpel is: de Belgische politie is op 24 augustus om 8.00 uur getipt dat er een belangrijke uithaal zou plaatsvinden met een huurvoertuigen met een kenteken beginnend met 1UAN. Er is een observatie geplaatst en toen werd de Movano gezien met een kenteken dat hoort bij een Citroën Jumper. [medeverdachte 3] stuurt een foto van het politiedossier. [naam groep] reageert dat de man van het busje de enige was die van de platen wist op dat moment. [naam groep] zegt dat als zijn jongen door hem vast zit en de lading door hem verloren is, hij hem afmaakt. De man van het busje heeft een probleem. Hij moet betalen, of zijn hoofd wordt eraf gehakt. [120] Op 1 september 2020 wordt het gesprek tussen deze personen voortgezet en wordt afgesproken dat er mensen klaar staan om de man te pakken, dat ze een ‘tracker’ gaan zetten en de man wordt ‘geplakt’ als hij naar zijn advocaat gaat, dat ze alles gaan aanhoren wat de man zegt en [naam groep] heeft een loods klaar, hij wil alles horen en weten. [medeverdachte 3] geeft aan dat hij er stipt op tijd zal zijn. [121]
Onder [medeverdachte 9] is een telefoon in beslag genomen. Uit onderzoek aan deze telefoon blijkt dat op 24 en 26 augustus 2020 via Google o.a. de volgende zoekopdrachten zijn ingevoerd:
  • 800 kilo coke onderschept;
  • 800 kilo coke onderschept rotterdam;
  • belgie bus aangehouden;
  • belgie transport aangehouden;
  • belgie nieuws.
Zoals hiervoor vermeld heeft [medeverdachte 9] de Movano die op 24 augustus met de lading cocaïne is aangetroffen op zijn naam gehad. Op 31 augustus 2020 is er door [naam 14] aangifte gedaan van diefstal van de Movano met kenteken [kenteken] . [naam 14] zou de Movano op 21 augustus 2020 geleverd hebben gekregen, maar pas op 31 augustus 2020 hebben overgeschreven omdat hij eerder in quarantaine zat. [122] [medeverdachte 9] heeft verklaard dat hij de Movano aan een jongen had verkocht die hij kent van uitgaan in Rotterdam. Omdat de jongen corona kreeg, duurde het even voordat de bus op zijn naam was gezet. [123] De rechtbank bestempelt deze aangifte en verklaring als ongeloofwaardig. De rechtbank gaat er vanuit dat [medeverdachte 9] , nadat de partij cocaïne is onderschept, de Movano van zijn naam af wilde hebben en daarvoor een schijnconstructie in elkaar heeft gezet. Dit baseert de rechtbank mede op de door [medeverdachte 9] gevoerde gesprekken. Zo heeft [medeverdachte 3] op 30 en 31 augustus 2020 [124] via Snapchat gesprekken gevoerd met onbekend gebleven personen waarin gesproken wordt over een bus op naam van een jongen van hem die gepakt is met 670 stuks. [medeverdachte 3] dicteert daarbij een verklaring op naam van [medeverdachte 9] en geeft instructies hoe die bus moet worden overgeschreven op naam van een ander. [125]
Vaststelling cocaïne
Hoewel er geen drugsrapport is waaruit blijkt dat de aangetroffen partij cocaïne betreft, kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat de aangetroffen partij cocaïne betreft. In het onderzoek Cherokee gaat het bij de onderschepte en onderzochte partijen steeds over cocaïne. Net als in andere zaaksdossiers in het onderzoek Cherokee is [medeverdachte 3] ook deze keer degene die het transport (mede) heeft georganiseerd. Daarnaast spreekt [medeverdachte 3] over ‘stuks’ als hij spreekt over het verlies van de partij. In de gevoerde gesprekken in het onderzoek Cherokee gaat het in dat geval steeds over blokken cocaïne. Van zijn betrokkenheid in de handel van iets anders dan cocaïne is niet gebleken. De blokken worden door de Belgische politie als cocaïne herkend en ook de wijze van verpakking (ingetapete blokken al dan niet met afdruk of indruk) is typerend voor cocaïne. Onder deze omstandigheden kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat ook deze partij cocaïne betreft. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Betrokkenheid van verdachten bij zaaksdossier Movano
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat er een intensieve samenwerking heeft plaatsgevonden met betrekking tot het uithalen van de partij cocaïne in Antwerpen, afkomstig vanaf een schip vanuit Brazilië en de verdere distributie daarvan in de omgebouwde Movano. De cocaïne is – vanwege de vaarroute van het schip - via de Noordzee en de Westerschelde binnen Nederlandse wateren gebracht en heeft die wateren ook weer verlaten om in Antwerpen te kunnen aankomen. Dat betekent dat sprake is geweest van invoer en van uitvoer. Uit de bewijsmiddelen blijkt bij uitstek van een gezamenlijk plan en een nauwe en bewuste samenwerking tussen meerdere betrokkenen, waarin ieder een eigen aandeel had, gericht op een succesvolle voltooiing van het delict. .
[medeverdachte 3] heeft blijkens de Sky ECC chats een duidelijke rol gehad bij het in goede banen leiden van het inbouwen van de verborgen ruimte, het overspuiten van de Movano en het leveren van de Movano op de actiedag zelf. Uit de Sky ECC chats blijkt dat hij daarnaast een aansturende, leidinggevende rol vervulde bij de uithaalactie in de haven. Na de aanhoudingen en inbeslagname bemoeit [medeverdachte 3] zich actief met het achterhalen van de reden van onderschepping van de Movano, waarbij het gebruik van geweld niet lijkt te worden geschuwd. Ook probeert hij de herleidbaarheid van de Movano naar hemzelf en mogelijk anderen te beperken, door het kenteken op naam van een ander te laten zetten.
[verdachte] heeft contact met o.a. [medeverdachte 3] over het preparen van de Movano en de Movano wordt door ‘jongens’ van [verdachte] opgehaald, die ter plekke worden geïnstrueerd over de werking van de verborgen ruimte. Op de actiedag zelf wordt er intensief gecommuniceerd via Sky ECC. Naast ‘ [bijnaam 13] ’ en [medeverdachte 3] , blijkt ook [verdachte] een coördinerende rol te vervullen. Hij stuurt aanwijzingen naar de uithalers ter plaatse en staat direct met hen en met [medeverdachte 3] en [bijnaam 13] in contact. Het is duidelijk dat ook hij van de hoed en de rand weet. Hij weet onder meer waar de sleutels van de Renault auto’s gevonden kunnen worden, hij moedigt de uithalers ter plaatse aan en complimenteert hen. Gelet op de inhoud van de Sky ECC chats en de verrichte handelingen, kan het – net als in de zaak Burro – niet anders dan dat [verdachte] enige wetenschap heeft gehad van de herkomst van de partij cocaïne (en daarmee dus van de in- en uitvoerroute). Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verdachte] , net als in zaaksdossier Burro, een wezenlijke bijdrage geleverd aan de voltooiing van het delict. Goede voorbereidingen (de Movano) en instructies (de vindplaats van de sleutels van de auto’s met daarin de verdovende middelen) zijn essentieel om het veilig stellen van de partij cocaïne te realiseren en om de in- en uitvoer te laten slagen. Met name de instructies die [verdachte] heeft gegeven kunnen daarbij worden gezien als een intellectuele bijdrage van voldoende gewicht. Onder de geschetste omstandigheden zag zijn betrokkenheid en opzet daarmee niet alleen op de verdere distributie van de partij, maar ook op de in- en uitvoer daarvan.
Vrijspraak [medeverdachte 9]
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat [medeverdachte 9] een rol heeft vervuld. De Movano stond sinds 19 juli 2020 op zijn naam, hij is op 22 augustus 2020 gezien bij [medeverdachte 1] en hij heeft geprobeerd de link met [medeverdachte 3] en hemzelf te verdoezelen. Uit de zoekslagen in zijn telefoon blijkt dat [medeverdachte 9] ook wist waarvoor de Movano was gebruikt. Welke betrokkenheid [medeverdachte 9] in dit zaaksdossier echter precies heeft gehad, is niet helder geworden. Wat er wel bekend is, is onvoldoende om te kunnen spreken van medeplegen. Er is te weinig bekend om vast te stellen dat er ten aanzien van [medeverdachte 9] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van deze partij cocaïne.
6.4.3.
Witwassen (feit 3)
[verdachte] wordt er in zaaksdossier Burro van verdacht een geldbedrag van in totaal € 28.030,- te hebben laten overschrijven naar de gevangenisrekeningen van de aangehouden uithalers in die zaak. Hierbij zou [verdachte] zelf op de achtergrond blijven en stromannen hebben ingezet om de overschrijvingen te verrichten, waardoor de werkelijke aard en de rechthebbende van het geld werd verhuld.
Daarnaast werden in woningen waar hij vermoedelijk verbleef ( [adres] en [adres] ) geldbedragen en luxegoederen (sierraden en designer kleding) in beslag genomen, die samen een (aanschaf)waarde vertegenwoordigen van € 59.650,90.
Juridisch kader
Om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen, is het volgens vaste jurisprudentie vereist dat het betreffende voorwerp of geldbedrag middellijk of onmiddellijk afkomstig is uit enig misdrijf. Het is aan verdachte om dit witwasvermoeden (de feiten en omstandigheden die door het OM zijn aangedragen die het witwasvermoeden rechtvaardigen) aan de hand van een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring te weerleggen. [126] Wanneer een verdachte een dergelijke verklaring niet kan geven, kan de rechtbank tot de conclusie komen dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp of geldbedrag een legale herkomst heeft, en dat een criminele herkomst dus als enige aanvaardbare verklaring geldt.
Wanneer het gaat om verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen of geldbedragen die onmiddellijk afkomstig zijn uit eigen misdrijf, wordt van de verdachte een handeling gevergd die erop gericht is om zijn eigen criminele opbrengsten veilig te stellen. De gedragingen dient er dan ook op gericht te zijn om de criminele herkomst van het voorwerp of geldbedrag te verbergen of verhullen.
Het vermoeden van witwassen door [verdachte] is volgens het OM gebaseerd op het volgende:
  • de transacties staan niet in verhouding tot zijn inkomsten;
  • op zijn verblijfplaatsen zijn exorbitant dure goederen aangetroffen;
  • er worden veel contacten onderhouden met personen met criminele antecedenten.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake was van een witwasvermoeden, zoals door het OM geschetst, en dat dit vermoeden door [verdachte] niet wordt weerlegden dat [verdachte] zich op grote schaal schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen.
Feiten en omstandigheden € 28.030,- – eerste gedachtestreepje
Op 24 april 220 wordt er in de Sky ECC Chatgroep [account 2] :140 door [verdachte] het volgende bericht gestuurd:
Goeiemorgen broers
Ik heb een vervelende mededeling we zijn eergisteren een sterren team kwijtgeraakt en justitie heb ons een flinke klap uitgedeeld maar we gaan niet kapot, samen staan we sterk daarom verwachten we van iedereen (wat we sowieso verwachten maar deze dagen dus extra) extra oplettendheid en actief zijn je weet toch zodat we onze broers goedd kunnen ondersteunen ze mogen NIKS tekortkomen en hun fam ook niet dus dat moeten we weten broers verder moet een ieder ook echt scherp zijn broer echt spits iedereen we zullen volgende week een spoedmeeting organiseren. Dat was het voor nu even. [127]
De gevangenisrekeningen van de veertien aangehouden verdachten die betrokken waren bij de partij van 4.200 kilo cocaïne die op 22 april 2020 werd onderschept in Antwerpen (zaaksdossier Burro) zijn bekeken. De rechtbank concludeert dat in de periode van 27 april 2020 tot en met 31 juli 20202 op de rekeningen van deze verdachte meerdere keren bedragen (variërend tussen de € 75,- en € 1.500,-) door verschillende personen worden gestort. [128] Al deze bedragen bij elkaar opgeteld maken een totaal van € 28.030,-. Uit onderzoek naar de gebruikte tegenrekeningen, volgt dat steeds kort voorafgaand aan de overschrijving naar de Antwerpse gevangenis, een contante storting plaatsvindt van nagenoeg gelijke bedragen. [129] Van een deel van deze overboekingen zijn schermafbeeldingen aangetroffen in de telefoon van [verdachte] . [130]
[naam getuige] , een van de personen waarvan is vastgesteld dat zij geld heeft overgemaakt, heeft verklaard dat een vriend, ‘ [bijnaam 5] ’, aan haar had gevraagd om € 1.500,- over te maken naar de gevangenisrekening van de haar onbekende [naam 15] . Het geld kreeg ze daarvoor van hem en heeft ze op haar rekening gestort. Nadien heeft ze op verzoek van een andere vriend, wiens naam ze niet wil noemen, € 2.000,- overgemaakt naar een gevangenisrekening van een gedetineerde die zij niet kende ( [naam 16] ), nadat ze ook dit geldbedrag eerst cash had ontvangen en op haar eigen rekening had gestort. [131]
In de periode van 23 april 2020 tot en met 20 mei 2020 zijn middels in de auto van [verdachte] geplaatste opnameapparatuur gesprekken opgenomen. Op 27 april 2020 voerde [verdachte] enkele gesprekken met onbekende vrouwen waarin hij hen vraagt geld op een rekening te zetten dan wel geld over te maken. Zo zegt hij onder meer ‘
Ik moet effe snel, kijk, kan je effe 15 barki, maar ik breng het nu eerst voor je, en dan stort je het en dan maak je het over naar waar ik, die gegevens die ik je stuur. Hmmm dat is ff nu belangrijk” en in een ander gesprek “
Ik had je even nodig dan. Hoor dan. Waar ben je? Laat me naar je toekomen, geef ik je 15 barki, stort je het meteen. Maak je het effe over naar bajes”. [132]
Er is onderzoek gedaan naar de financiële situatie van [verdachte] . [verdachte] blijkt rekeninghouder te zijn van twee rekeningen bij Rabobank, eindigend op # [nummer] en # [nummer] . [verdachte] ontving in 2018 en 2019 een uitkering in het kader van de participatiewet van de Gemeente Amsterdam en sinds 2019 een Wajong-uitkering van het UWV. [133]
Het oordeel van de rechtbank
Het door het OM gestelde witwasvermoeden ten aanzien van het onder het eerste gedachtestreepje geldbedrag van € 28.030,- is naar het oordeel van de rechtbank gerechtvaardigd. Verdachte beschikte niet over voldoende legaal inkomen om de betalingen te kunnen doen. Omdat verdachte geen verklaring heeft afgelegd op grond waarvan het aannemelijk is geworden dat het geld legaal verkregen is, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat het geldbedrag uit misdrijf afkomstig is.
Hoewel niet aan alle verdachten opvallende betalingen zijn overgemaakt (bijvoorbeeld niet aan [naam 17] en [naam 3] ), is te zien dat veel van de opvallende transacties zijn verricht door dezelfde personen ( [persoon 5] , [persoon 6] , [persoon 7] en [naam getuige] ) aan verschillende verdachten nadat door hen soortgelijke bedragen contant op hun rekening zijn gestort. Uit het aangehaalde Sky ECC gesprek, de OVC-gesprekken en de verklaring van [naam getuige] , volgt genoegzaam dat [verdachte] hierachter zat: uit het dossier volgt dat ‘ [bijnaam 5] ’ een veelgebruikte bijnaam is voor [verdachte] . Ook noemt hij zichzelf zo in de OVC-opname van 22 april 2020. Hij vraagt anderen om ‘15 barki’ (€ 1.500,- te storten en over te maken naar de bajes. [verdachte] heeft anderen gebruikt door via hun betaalrekening crimineel geld wit te wassen, met als doel om zijn eigen identiteit afgeschermd te houden voor politie en justitie. Omdat niet ten aanzien van alle betalingen kan worden vastgesteld dat [verdachte] de opdrachtgever is en het geld voor alle transacties zelf voorhanden heeft gehad, is de rechtbank van oordeel dat er met betrekking tot dit gedachtestreepje sprake is van medeplegen. Mogelijk – zo volgt ook uit de verklaring van [naam getuige] – zijn niet alle transacties door [verdachte] ingegeven, maar door iemand anders uit de organisatie. Daarnaast is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en de ingezette stromannen: ieder heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan voltooiing van het delict. Het medeplegen van witwassen van het geldbedrag van € 28.030,- wordt dan ook bewezen. De verweren van de raadsman worden daarmee verworpen.
Feiten en omstandigheden € 59.650,90 – tweede gedachtestreepje
In het belang van het onderzoek Cherokee, werden de woningen waar [verdachte] vermoedelijk regelmatig verbleef op 24 november 2020 doorzocht: de woning aan de [adres] en de woning aan de [adres] . Deze adressen werden door de politie aan [verdachte] gekoppeld op basis van GBA-gegevens, historische telecomgegevens en observaties. [verdachte] maakte in de ten laste gelegde periode in de nachtelijke uren veel gebruik van Cell ID’s in de directe omgeving van de [adres] (het GBA-adres van verdachte) en de [adres] , waar [persoon 7] , de vriendin van verdachte, woont. Ook wordt tijdens observaties meerdere keren gezien dat de auto die bij verdachte in gebruik is (onder andere in de nachtelijke uren) bij deze adressen geparkeerd stond. [134]
Tijdens de doorzoekingen werden vele luxegoederen (sierraden, horloges en designer kleding) in beslag genomen. [135] De aanschafwaarde van deze goederen is begroot op € 59.650,90. Alleen modellen uit 2020 werden gewaardeerd. [136] De in beslag genomen tassen en portemonnees vertegenwoordigen een aanschafwaarde van ongeveer € 17.140,-. [137] De in beslag genomen kleding vertegenwoordigt een aanschafwaarde van ongeveer € 30.227,90 (€ 27.343,- en € 2.884,90 opgeteld). [138] De in beslag genomen schoenen vertegenwoordigen een aanschafwaarde van ongeveer € 12.243,-. [139] De aangetroffen goederen zijn vergeleken met aankoopbonnen die tijdens de doorzoeking zijn aangetroffen. Met betrekking tot twaalf items met een waarde van € 11.983,40 is gerelateerd dat deze vermoedelijk in 13 maart 2020 en 12 november 2020 contant zijn afgerekend. [140]
Zoals hiervoor al genoemd bleek uit onderzoek dat hij als legaal inkomen een uitkering genoot. [141] [persoon 7] , de vriendin van [verdachte] , heeft enkel in 2019 inkomsten ontvangen van € 1.744,-. [142]
Verdachte heeft ontkend dat hij aan de [adres] woonde en dat de daar gevonden spullen van hem zijn.
Het oordeel van de rechtbank
Op basis van de stukken in het dossier kan redelijkerwijs worden geconcludeerd dat de adressen waar de luxegoederen zijn aangetroffen als verblijfadressen van verdachte kunnen worden aangemerkt. Naast de feiten en omstandigheden op basis waarvan de politie de adressen als verblijfadressen van [verdachte] aanmerkt, acht de rechtbank het van belang dat er op de [adres] ook een kassabon is aangetroffen op naam van [verdachte] [143] en een factuur van SaniDirect geadresseerd aan de [adres] , op naam van [verdachte] . [144] Hoewel [verdachte] ingeschreven stond op [adres] , is het aannemelijk dat [verdachte] met [persoon 7] samenwoonde op de [adres] . Het verweer van de raadsman – dat de [adres] niet aan verdachte kan worden gekoppeld – wordt verworpen. Daarmee is het naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk dat de luxegoederen die daar zijn aangetroffen aan [verdachte] toebehoren. De rechtbank betrekt daarbij dat deze goederen – gelet op het model en een aantal bijgevoegde advertenties, naar het oordeel van de rechtbank evident herenkleding en -attributen betreffen. [145]
Het door het OM gestelde witwasvermoeden ten aanzien van het onder het tweede gedachtestreepje geldbedrag van € 59.650,90 is naar het oordeel van de rechtbank gerechtvaardigd. Omdat verdachte niet beschikte over een legaal inkomen en omdat hij geen verklaring heeft afgelegd op grond waarvan het aannemelijk is geworden dat het geld legaal verkregen is, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat het geldbedrag – en dus de voorwerpen die daarmee gekocht zijn - uit misdrijf afkomstig zijn.
Het kan ook niet anders dan dat verdachte wetenschap heeft gehad van deze goederen en daar ook de beschikkingsmacht over had. De rechtbank stelt vast dat hij die goederen die met crimineel verkregen geld zijn verkregen voorhanden heeft gehad. Niet kan worden vastgesteld uit welk misdrijf het geld afkomstig is en ook niet of het uit eigen misdrijf komt.
Gewoontewitwassen
Gelet op hoeveelheid aan transacties en aangetroffen gebruiksgoederen, waarvan overigens alleen modellen uit 2020 zijn gewaardeerd, kan worden aangenomen dat sprake is van gewoontewitwassen.
6.4.4.
Criminele organisatie (feit 1)
Inleiding
In het onderzoek Cherokee is aan elk van de verdachten naast een aantal concrete delicten, overtreding van artikel 140 Sr en/of artikel 11b van de Opiumwet ten laste gelegd: de deelneming aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven (al dan niet uit de Opiumwet), waarbij de organisatie wordt gevormd door de elf verdachten die in dit onderzoek terecht staan. Om tot bewezenverklaring van dit feit te komen, dient de rechtbank te beoordelen of er sprake was van een criminele organisatie en, zo ja, of bewezen kan worden dat verdachte aan deze organisatie heeft deelgenomen.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven, te weten de invoer en handel in cocaïne en witwassen. De rechtbank verwijst naar de reeds aangehaalde bewijsmiddelen ten behoeve van de intensieve samenwerking, de werkwijze en de gevoerde communicatie. De rechtbank is van oordeel dat verdachte een coördinerende rol vervulde binnen de organisatie: hij stuurde anderen aan. In die hoedanigheid heeft hij deelgenomen aan het CSV, zoals hieronder uiteengezet. Na het bespreken van het juridisch kader, wordt de organisatie en de rollen van de medeverdachten besproken.
De rechtbank stelt voorop dat zij zich bij de bewijswaardering van het tenlastegelegde deelnemen aan een criminele organisatie beperkt tot de inhoud van zaaksdossier CSV, de daarin specifiek genoemde zaaksdossiers die niet zien op de tenlastelegging en de zaaksdossiers die zien op de overige in de tenlastelegging genoemde feiten. Daarvoor is van belang dat het OM heeft aangegeven dat de verdediging zich bij de uitleg van de tenlastelegging bij dit feit moest concentreren op het zaaksdossier CSV en de rolbeschrijving per deelnemer in het relaas van dit zaaksdossier. De behandeling op zitting en het voorhouden van de inhoud van het dossier heeft ook in lijn met deze uitleg van de tenlastelegging plaatsgevonden.
Juridisch kader
Aan deelneming van een criminele organisatie, als bedoeld in artikel 140 Sr, kan slechts sprake zijn in het geval verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. [146]
Bij de beoordeling of er sprake is van een crimineel samenwerkingsverband, moet worden vastgesteld dat er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband is van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, zoals een hiërarchische structuur en een duidelijke rolverdeling die aansluit bij de specifieke expertise van de verschillende personen. Hierbij is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat het samenwerkingsverband steeds hetzelfde is. Van deelneming aan het samenwerkingsverband is sprake indien de verdachte daartoe behoort en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Daarbij dient de verdachte in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van de betreffende misdrijven van de Opiumwet en (gewoonte)witwassen. Hierbij moet sprake zijn van onvoorwaardelijk opzet.
Als uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van het doel van de organisatie of een aan die organisatie ondersteunende handeling heeft verricht, dan volgt daaruit zijn wetenschap van dat doel.
Het oogmerk van de organisatie
Uit de onder feiten 2 en 3 aangehaalde feiten en omstandigheden volgt genoegzaam dat meerdere verdachten zich bezig hielden met de import en handel in cocaïne en witwassen. Handel in cocaïne op deze schaal kan alleen bestaan als daar een succesvol crimineel samenwerkingsverband achter zit. Deze handel is zeer lucratief en er gaat veel geld in om. Dit blijkt ook uit de vele witwasactiviteiten die in dit onderzoek aan het licht zijn gekomen. [147]
De zaaksdossiers Burro, Movano en het zaaksdossier witwassen, zijn in dit vonnis – ten aanzien van [verdachte] strafrechtelijke betrokkenheid – al uitgebreid besproken. Ook het dossier Finland, waarvan [verdachte] wordt vrijgesproken, is aan bod gekomen. Uit het feitenrelaas van deze laatste zaak komt ook de rol van [verdachte] binnen de criminele organisatie naar voren. In het kader van het CSV is ook het dossier Marilion, alhoewel niet apart tenlastegelegd, verder besproken.
Om het oogmerk van de organisatie verder te onderschrijven, zal de rechtbank in deze rubriek enkel de zaaksdossiers bespreken die naast de overige hiervoor besproken zaaksdossiers in het kader van het CSV in het zaaksdossier CSV zijn opgenomen.
De mate van professionaliteit en georganiseerdheid van het CSV
Voor het realiseren van succesvolle, grootschalige drugshandel is een intensieve samenwerking tussen verschillende personen noodzakelijk, vanaf de productie tot het moment dat het bij de eindgebruiker terecht komt. Voor bepaalde werkzaamheden zijn specialistische kennis en vaardigheden vereist. Een intensieve samenwerking draagt bij aan het duurzame karakter van een CSV, evenals aan de vereiste vertrouwensband. Zo ook in het onderzoek Cherokee.
Van die specialistische kennis was in dit onderzoek sprake, doordat het CSV over leden beschikte die dienstbaar waren aan de organisatie uit hoofde van hun beroep of bedrijf. Zo was [medeverdachte 4] het contact bij havenbedrijf Hapag Lloyd, kon [medeverdachte 5] transporten verrichten met zijn bedrijf [naam bedrijf] en werd [medeverdachte 1] ingezet om verdiensten wit te wassen, dan wel het wagenpark aan te wenden bij criminele activiteiten.
Binnen de organisatie zijn er ook verschillende aspecten die duiden op afscherming van de verrichte activiteiten. Ze onderschrijven het professionele niveau waarop de organisatie opereerde. Zo werd er veelvuldig gebruikt gemaakt van PGP-telefoons om afgeschermd te kunnen communiceren. Dit blijkt uit de vele Sky ECC gesprekken die ten aanzien van diverse zaaksdossiers zijn gebruikt als bewijs. Leden van de organisatie werden zelden bij hun eigen namen genoemd. Bijnamen (‘ [bijnaam 6] ’ of ‘( [bijnaam 7] ) [bijnaam 8] ’ voor [medeverdachte 3] [148] , ‘ [bijnaam 10] ’ voor [medeverdachte 5] [149] , ‘ [bijnaam 20] ’ voor [medeverdachte 9] [150] , ‘ [bijnaam 15] ’ voor [medeverdachte 6] [151] en ‘ [bijnaam 5] (tje)’ voor [verdachte] ) zijn hier enkele voorbeelden van. Bij de geld- en drugstransporten werd gebruik gemaakt van voertuigen waarin verborgen ruimtes (‘stash’) waren aangebracht: in de zaaksdossier Liza werd veelvuldig gebruik gemaakt van de Mitsubishi Grandis die bij [medeverdachte 6] in gebruik was. In zaaksdossier Movano ging het om een Opel Movano, die ook was voorzien van valse nummerplaten. Tot slot werden er ten behoeve van de cocaïnetransporten containers gekloond en werden er lege containers in de haven gebruikt voor het overladen van partijen.
De organisatie is lange tijd actief geweest. Vanaf de start van de handelingen die hebben geleid tot zaaksdossier Burro werden in wisselende samenstelling criminele activiteiten gepleegd. De rechtbank acht het aannemelijk dat het CSV al langere tijd actief was, gelet op de intensieve voorbereiding die gepaard gaat met de planning van de invoer van 4.200 kilo cocaïne. Ook is het bedrijf [medeverdachte 1] , dat werd gebruikt voor het witwassen van de verdiensten uit de cocaïnehandel, al in januari 2018 opgericht met behulp van een frauduleuze lening door [medeverdachte 3] .
Binnen de organisatie was er sprake van een bepaalde structuur en werden er verschillende rollen vervuld. Er was sprake van een hiërarchie, die uit de verschillende zaaksdossiers ook blijkt. Deze hiërarchische verhouding wordt ook onderschreven door dat er binnen het CSV over promotiekansen werd gesproken: [verdachte] spreekt op 1 augustus 2020 binnen een Sky ECC chatgroep over militaire rangen en geeft aan wat zijn verwachtingen zijn van de personen onder hem. [152]
De rol van [verdachte]
was een coördinator binnen het CSV. Hij stuurde groepen uithalers aan in zaaksdossiers Burro en Movano en hij maakte zich schuldig aan witwassen. Nadat de uithalers inzake Burro zijn aangehouden, heeft hij via stromannen geregeld dat er geld werd gestort op hun gevangenisrekeningen. [verdachte] onderhield contact via PGP-telefoons met andere leden van de organisatie. Hij stuurt niet alleen berichten die zien op het aansturen van uithalers, maar ook spreekt hij in groepschats over promotiekansen [153] en over het verlies van een sterrenteam en dat ze ervoor moeten zorgen dat hun broers en hun families niets tekort komen. [154] Hoewel niet apart ten laste gelegd heeft [verdachte] bij de zaak Marilion een belangrijke rol vervuld. Dit zaaksdossier heeft betrekking op de vermoedelijke import van een partij cocaïne van 391 kilo die op 18 juli 2020 in Karlsruhe (Duitsland) uit een container is gehaald. Omdat er na de aanhouding geen cocaïne is aangetroffen, zijn de aangehouden verdachten na een dag heengezonden. Uit dit dossier blijkt wel de coördinerende rol van [medeverdachte 3] , maar ook die van [verdachte] en de faciliterende rol van transporteur van [medeverdachte 5] . [medeverdachte 3] heeft in de ochtend van 14 juli 2020 vanuit zijn woning de website van de Rijnhaven te Karlsruhe bezocht, terwijl [verdachte] zich op dat moment ten behoeve van een voorverkenning in de omgeving van de containerterminal aldaar bevond. [155] Ook boekte [verdachte] een hotelkamer die door de uithalers werd gebruikt [156] en instrueerde hij de uithalers om niet te praten in de taxi naar huis nadat zij waren vrijgelaten. [157] Die coördinerende rol bleek ook uit het zaaksdossier Finland zoals hiervoor al besproken. Dat hij van die zaak is vrijgesproken doet echter niets af aan zijn rol binnen het CSV.
[medeverdachte 3]
De organisatie werd geleid door [medeverdachte 3] , onder wiens vleugels verschillende personen, in wisselende samenstellingen, samenwerkten en zich inzetten voor de handel in cocaïne en het witwassen van de geldbedragen die daarmee gemoeid gaan. [medeverdachte 3] vormt een constante factor in het CSV en wordt gezien als de spil van de organisatie. Uit de verschillende zaaksdossiers blijkt dat hij bepaalde wie er met de criminele activiteiten meededen hij gaf opdrachten aan de verschillende deelnemers van het CSV. [medeverdachte 3] beschikte over de specifieke informatie over de schepen waarmee de containers met cocaïne werden vervoerd en alwaar er moest worden uitgehaald. Ook ging [medeverdachte 3] over de betalingen en was hij feitelijk leidinggever van [medeverdachte 1] via welk bedrijf geld werd witgewassen. [158]
[medeverdachte 2]
de halfbroer van [medeverdachte 3] , fungeerde als zijn rechterhand. Hij vervulde – al dan niet in opdracht van [medeverdachte 3] – een rol van coördinator en facilitator binnen het CSV: hij gaf opdrachten aan uithalers en voorzag hen van de nodige informatie. Doordat [medeverdachte 2] een opleiding Havenlogistiek heeft gevolgd, beschikte hij over de nodige kennis over de haven en de logistieke processen. Ook beheerde hij in opdracht van [medeverdachte 3] het geld; op die manier kwam hem ook de taak van penningmeester toe. Hij hield de balans bij en zorgde ervoor dat de leden van het CSV allen hun geld kregen. [medeverdachte 2] is formeel eigenaar van [medeverdachte 1] , het bedrijf dat werd ingezet om contante inkomsten uit de cocaïnehandel wit te wassen. Ook werd het bedrijfspand meermaals gebruikt voor het (over)laden van cocaïne of het stallen van voertuigen (Movano). Door verschillende leden van het CSV werden auto’s van [medeverdachte 1] gebruikt, ook bij criminele activiteiten van het CSV. [159]
[medeverdachte 1]
De rechtspersoon [medeverdachte 1] werd gebruikt om contante geldbedragen wit te wassen. Het bedrijf werd gerund door mensen die zich bezig houden met handel in cocaïne ( [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] ). Het geld dat met de handel in cocaïne werd verdiend, werden door het bedrijf als huuropbrengsten gepresenteerd. De auto’s van [medeverdachte 1] werden door verschillende leden van het CSV gebruikt. In het bedrijfspand van [medeverdachte 1] werd tot slot een voertuig gestald met verborgen ruimte (Movano).
[medeverdachte 4]
vervulde een cruciale rol binnen het CSV, nu hij als medewerker van een rederij in de Rotterdamse haven (Hapag Lloyd) de organisatie van informatie over containers kon voorzien. Hij was het corrupte contact in de haven dat containers kon traceren en vrijgeven vanwege de autorisaties die hij uit hoofde van zijn functie bezat. [medeverdachte 4] heeft dezelfde opleiding genoten als [medeverdachte 2] : Havenlogistiek. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] zaten bij elkaar in de klas. Ook werd een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) op zijn naam aangetroffen in de woning van [medeverdachte 2] . [160] had met verschillende mensen binnen het CSV contact. Hij werd onder meer aangestuurd door [medeverdachte 3] en ‘ [bijnaam 13] ’. Ook beschikte hij over een groot contant geldbedrag. [medeverdachte 4] moet wetenschap hebben gehad van de criminele activiteiten waar hij aan bijdroeg. [161]
[medeverdachte 9]
Alhoewel [medeverdachte 9] van een aantal aan hem verweten feiten is vrijgesproken blijkt uit het geheel wel dat hij voor het CSV een uitvoerende rol vervulde. Zo regelde hij een busje voor de organisatie: de Opel Movano (zaaksdossier Movano) stond op zijn naam en in het zaaksdossier Breeweg verrichtte hij uitvoeringshandelingen. [162] Ook regelde hij spullen voor uithalers. Hij bevond zich herhaaldelijk in de omgeving van waar een uithaal plaatsvond en hij stond in contact met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Door verschillende mensen uit het CSV wordt er over hem (‘ [bijnaam 20] ’/‘ [bijnaam 21] ’) gesproken. [163] Hij stond daarnaast ook nog op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] . [164]
[medeverdachte 5]
verrichtte uitvoerende handelingen voor de organisatie als transporteur binnen het CSV. Hierbij werd gebruik gemaakt van zijn transportbedrijf [naam bedrijf] . Hij stelde zijn bedrijfsterrein aan de [adres] ter beschikking voor het overladen van een lading cocaïne uit een container. In zaaksdossier Burro werd de container die hij vervoerde verwisseld door een gekloonde container. [medeverdachte 5] wist van de hoed en de rand; hij was zich bewust van de criminele activiteiten waar hij aan meewerkte. [165] Hij stond op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] . [166] heeft via Sky ECC contact met de grote jongens van de organisatie. Hij wordt [bijnaam 10] genoemd. [167] Hoewel niet apart ten laste gelegd, is [medeverdachte 5] ook strafrechtelijk betrokken geweest bij zaaksdossiers Marilion. [168]
[medeverdachte 6]
was een van de koeriers binnen het CSV die grote hoeveelheden verdovende middelen en geldbedragen vervoerde in zijn Mitsubishi Grandis met verborgen ruimte. [medeverdachte 6] werkte veelal in opdracht van [medeverdachte 3] en gaf zelf instructies aan [medeverdachte 8] over bedragen die geteld en/of klaargelegd moesten worden. Ook heeft hij als recruiter voor het CSV gefungeerd, door [medeverdachte 10] te vragen zijn collega te worden. [169] Hij stond middels zijn PGP-telefoon in contact met andere leden van het CSV, waaronder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] . [170]
[medeverdachte 10]
was beveiliger of begeleider van cocaïnetransporten, waarbij hij veelvuldig samenwerkte met [medeverdachte 6] . Hij fungeerde als ‘het oog’. Binnen criminele organisaties worden beveiligers ingezet bij transporten om contra observaties te verrichten ter bescherming van zichzelf tegen politie en ripdeals van concurrenten. Hij heeft zelf ook als koerier met cash rondgereden, waarbij hij ook gebruik heeft gemaakt van de Mitsubishi Grandis van [medeverdachte 6] . [171]
[medeverdachte 8]
was verantwoordelijk voor het opslaan, tellen, bundelen en verpakken van grote, contante geldbedragen. Hij was in het bezit van geldtelmachines en een Sky ECC telefoon. Door de geldstash van de organisatie te beheren wist [medeverdachte 8] van de criminele activiteiten waar de organisatie zich mee bezig hield. [172] Dit blijkt ook uit de vele OVC-gesprekken met [medeverdachte 6] . Ook kwam [medeverdachte 8] voor op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] . [173]
[medeverdachte 7]
Niet bewezen kan worden dat [medeverdachte 7] deel uitmaakte van het CSV. Hij stelde eenmalig zijn huis ter beschikking (Breeweg) voor het opslaan en verder overdragen van een partij cocaïne. Hoewel dit faciliterend is aan het CSV, is een eenmalige actie niet voldoende om hem als deelnemer van het CSV aan te merken: niet kan worden vastgesteld dat er sprake is van een structurele en duurzame deelname aan de organisatie. Hoewel de politie met betrekking tot zaaksdossier 15/16 september verbaliseert dat er op 16 september 2020 vermoedelijk cocaïne is afgeleverd bij de woning van [medeverdachte 7] aan de Breeweg 73C, ziet de rechtbank daarvoor onvoldoende bewijs. Op basis van het dossier kan niet worden bewezen dat [medeverdachte 7] ook op die datum zijn huis als stashplek ter beschikking heeft gesteld.
Onderhavige zaak – aandeel [verdachte]
Uit de feiten en omstandigheden zoals hierboven vastgesteld met betrekking tot de zaaksdossiers Finland, Burro, Movano, Marilion en witwassen volgt dat [verdachte] betrokken was bij de invoer van grote hoeveelheden cocaïne en witwassen van geldbedragen. Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de handel in cocaïne en aan gewoontewitwassen. [verdachte] heeft deelgenomen aan het CSV en daarbinnen vervulde hij een cruciale rol: hij coördineerde uithaalacties en stuurde anderen aan. Hij bleef zelf op afstand. [verdachte] wist van het oogmerk van de organisatie en heeft elke keer een strafbare bijdrage geleverd.
Conclusie
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat er, in samenhang en onderling verband bezien, tussen 29 januari 2018 (de oprichting van [medeverdachte 1] ) en 23 november 2020 sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband, bestaande uit twee of meer personen, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven.
Het bestaan van die criminele organisatie, het oogmerk daarvan en het bestaan van een zekere rolverdeling tussen de deelnemers is hierboven uiteengezet. De deelnemers werkten in wisselende samenstelling, al dan niet gedurende de hele periode, met elkaar samen.
[verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven in de zin van artikel 2 van de Opiumwet en (gewoonte)witwassen. Er heeft tussen [verdachte] en onder meer [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 1] een samenwerkingsverband bestaan (al dan niet gedurende de hele periode) met een zekere duurzaamheid en structuur, gericht op de internationale handel in verdovende middelen. Met name de vele Sky ECC berichten in het dossier onderschrijven dit.
Partiële vrijspraak
De rechtbank acht op basis van het dossier onvoldoende bewezen dat [medeverdachte 7] een rol vervulde binnen het CSV. Het eenmalig ‘stashen’ van cocaïne is hiervoor onvoldoende. [verdachte] wordt voor dit gedeelte van de tenlastelegging vrijgesproken.
De rechtbank acht op basis van het dossier onvoldoende bewezen dat het CSV ook strafbare handelingen heeft verricht in Espoo, Finland. Verdachte wordt voor dit gedeelte van de tenlastelegging vrijgesproken.

7.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 6 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in of omstreeks de periode van 8 december 2019 tot en met 24 november 2020, in Nederland, en in België, en in Duitsland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband met natuurlijke personen en rechtspersonen, te weten onder meer:
  • [medeverdachte 2] en
  • [medeverdachte 6] en
  • [medeverdachte 3] en
  • [medeverdachte 8] en
  • [medeverdachte 4] en
  • [medeverdachte 5] en
  • [medeverdachte 9] en
  • [medeverdachte 10] en
  • [medeverdachte 1] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten misdrijven als bedoeld in artikel 10 Opiumwet en artikel 420bis en/of 420ter Wetboek van Strafrecht;
en
in de periode van 8 december 2019 tot en met 24 november 2020, in Nederland, en in België, en in Duitsland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband met natuurlijke personen en rechtspersonen, te weten onder meer:
  • [medeverdachte 2] en
  • [medeverdachte 6] en
  • [medeverdachte 3] en
  • [medeverdachte 8] en
  • [medeverdachte 4] en
  • [medeverdachte 5] en
  • [medeverdachte 9] en
  • [medeverdachte 10] en
  • [medeverdachte 1] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 Opiumwet;
2.
in de periode van 21 april 2020 tot en met 24 augustus 2020, in Nederland, en in België, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, zulks al dan niet op een wijze zoals bedoeld in artikel 1 van de Opiumwet en opzettelijk heeft/hebben afgeleverd en vervoerd, althans opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad
  • ongeveer 4.200 kilogram cocaïne (zaaksdossier Burro), en
  • ongeveer 676 kilogram cocaïne (zaaksdossier Movano),
althans telkens een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
in de periode van 1 januari 2020 tot en met 24 november 2020, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, telkens voorwerpen, te weten geldbedragen, te weten:
  • ongeveer 28.030,- euro (zaakdossier witwassen [verdachte] ) en
  • ongeveer 59.650,90 euro (zaakdossier witwassen [verdachte] ),
heeft/hebben voorhanden gehad, overgedragen en telkens de herkomst heeft/hebben, terwijl hij, verdachte, telkens wist, dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededaders, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

8.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

9.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

10.Motivering van de straf

10.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 (elf) jaren, met aftrek van voorarrest en een geldboete van € 50.000,- (vijftigduizend euro). Daarnaast heeft de officier van justitie de gevangenneming van verdachte gevorderd.
10.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht – in het geval zij tot een bewezenverklaring komt – een aanzienlijk lagere straf op te leggen dan door het OM gevorderd. De raadsman heeft hierbij gewezen op een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin een gevangenisstraf van zes jaren is opgelegd voor de invoer van ruim 5.000 kilo. [174]
10.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich gedurende een periode van bijna een jaar in georganiseerd verband bezig gehouden met (internationale) handel in cocaïne en witwassen. De organisatie beschikte over zeer grote partijen cocaïne en geldbedragen. Elke deelnemer had een eigen rol binnen het CSV. [verdachte] had bij uithaalacties een coördinerende rol en bleef zelf op de achtergrond: hij liet het ‘vuile werk’ aan anderen over – niet alleen met betrekking tot de uithaalacties, maar ook door de inzet van stromannen om geld wit te wassen. In totaal heeft hij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van invoer dan wel vervoer van ruim 4.800 kilo cocaïne (zaaksdossier Burro en Movano) en het witwassen van ruim € 87.000,-.
Wanneer een professionele drugsorganisatie op deze schaal opereert, gaat dat gepaard met een ernstige en ontoelaatbare inbreuk op de rechtsorde, waarin boven- en onderwereld met elkaar worden verweven. Het heeft een ontwrichtend effect op de samenleving op het gebied van gezondheid en welzijn, maar ook op het financiële stelsel. Het gebruik van verdovende middelen is namelijk niet alleen schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan, maar gaat ook gepaard met diverse vormen van (zware) criminaliteit, met veel geweld, schade en overlast in de samenleving als gevolg. Daarnaast zorgt witwassen voor ontwrichting van het economische en financiële verkeer, doordat de criminele herkomst van gelden wordt verhuld. De vermenging van illegale- en legale geldstromen brengt ernstige schade toe aan de economie.
De feiten waaraan [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt, hebben een grote impact op de maatschappij. Verdachte heeft daarbij een wezenlijke rol vervuld. Uit de Sky ECC communicatie komt een beeld naar voren dat [verdachte] hoog in de organisatie stond en dat hij een leidinggevende positie bekleedde: hij ronselde jonge jongens voor het uithalen van partijen cocaïne en stuurde hen op afstand aan. Voor (internationale) drugshandel op deze schaal, is een stevige organisatie vereist. Juist dit organisatorische karakter en de professionaliteit die daarmee gemoeid is, waarbij in dit geval ook gebruik werd gemaakt van een corrupte havenmedewerker en op het oog legale bedrijven, maken het mogelijk dat er transporten van honderden en zelfs duizenden kilo’s cocaïne kunnen worden gerealiseerd. Dat maakt dat langere gevangenisstraffen op zijn plaats zijn. Dit ook uit oogpunt van vergelding en ter bevestiging van de norm, ook als voorbeeld voor anderen.
De persoon van verdachte
[verdachte] heeft geen openheid van zaken gegeven en daarmee geen verantwoordelijkheid voor zijn handelen genomen. Vermoedelijk heeft hij zich niets aangetrokken van de negatieve effecten van zijn handelen en heeft hij zich enkel laten verleiden door het grote en snelle geld dat in het criminele circuit te verdienen valt.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van [verdachte] van 9 november 2022. Hieruit blijkt dat verdachte in het verleden is veroordeeld voor voornamelijk vermogensdelicten en dat aan hem eerder (deels voorwaardelijke) gevangenisstraffen en jeugddetentie zijn opgelegd. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor Opiumwetdelicten.
Verdachte zit momenteel in voorarrest in een andere zaak op verdenking van een levensdelict en aan hem is bij vonnis van 4 juli 2022 een gevangenisstraf van 12 jaar opgelegd. In die zaak loopt nog een appelprocedure. Desalniettemin is artikel 63 van toepassing. Over zijn persoonlijke omstandigheden is verder weinig bekend.
De straf
De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Deze gaan voor de in- en uitvoer van harddrugs in georganiseerd verband vanaf 20 kilo uit van een gevangenisstraf vanaf 72 maanden. Voor honderden tot duizenden kilo’s, zoals in deze zaak aan de orde, bestaat geen oriëntatiepunt. Ten aanzien van het witwassen heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor fraude. Deze gaan bij een benadelingsbedrag van € 70.0000,- tot € 125.000,- uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 tot 9 maanden. Voor deelname aan een criminele organisatie bestaat geen oriëntatiepunt.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf voorts gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en naar de rollen en de proceshouding van de medeverdachten in het onderzoek Cherokee. Gelet op de zeer grote hoeveelheid verdovende middelen waar verdachte betrokkenheid bij heeft gehad en gelet op zijn leidinggevende en aansturende positie binnen de criminele organisatie, acht de rechtbank, alles afwegende, op zich een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar passend en geboden. Gelet op de nog jeugdige leeftijd van verdachte en gelet op het feit dat aan verdachte recent in een andere zaak reeds is veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf, zal de rechtbank de straf echter enigszins matigen en [verdachte] veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank volstaat in het kader van de straftoemeting met het opleggen van een gevangenisstraf en zal – mede gelet op de aangekondigde ontnemingsvordering – geen geldboete aan [verdachte] opleggen.
Gevangenneming
[verdachte] is op dit moment gedetineerd in verband met een veroordeling in een andere zaak (13/294557-20), waarin aan hem een gevangenisstraf van twaalf jaar is opgelegd. De rechtbank ziet desalniettemin aanleiding om de gevangenneming van verdachte te bevelen. De rechtbank acht gevaar voor recidive en de geschokte rechtsorde aanwezig gelet op de aansturende rol die verdachte binnen het CSV vervulde. De vordering tot gevangenneming van verdachte wordt toegewezen.

11.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. 10 EUR (€10,-)
goednummer G6010608
Datum inbeslagname: 23-12-2020
2. 429,86 EUR (€429,86); 519 USD ($519,-)
goednummer G5999479
Datum inbeslagname: 24-11-2020
3. 710 EUR (€710,-)
goednummer G5996557
Datum inbeslagname: 18-11-2020
4. Oorknop (2 stuks)
goednummer G5997715
2 goudkleurige oorbellen (stekers) incl. achterkantjes
5. Armband (1 stuk)
goednummer G5997720
Lederen bandje met accessoire in drie kleuren eraan
6. Armband (1 stuk)
goednummer G5997721
Goudkleurige armband met 6 moertjes eraan
7. Ring (1 stuk)
goednummer G5997725
Zilver kleurig met aan de voorzijde glimmertjes
8. Horloge (1 stuk)
goednummer G5997727
Rose kleurig horloge met zwarte wijzerplaat, Rolex
9. Ring (1 stuk)
goednummer G5997730
Goudkleurig
10. Halsketting (1 stuk)
goednummer G5997733
Goudkleurige ketting met een hanger
11. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999220
Heren stalen band defect, zilver witte plaat, merk: Seiko
12. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999474
Bicolour, merk: Rolex
13. Armband (1 stuk)
goednummer G5999473
Met diamant en doos, goud, merk: Cartier
14. Ring (1 stuk)
goednummer G5999439
Met diamant en doos, goud, merk: Cartier
15. Halsketting (1 stuk)
goednummer G6020068
Met tijgerhanger, geelgoud
16. Halsketting (1 stuk)
goednummer G6020069
Tussenstukjes met steentjes erop, wit- en geelgoud
17. Ring (1 stuk)
goednummer G6020121
Met steentjes, geelgoud
18. Ring (1 stuk)
goednummer G6020122
Rosegoud
19. Jas (1 stuk)
goednummer G5999268
Dsquared
20. Jas (1 stuk)
goednummer G5999271
Burberry
21. Tas (1 stuk)
goednummer G5999252
Zwart, merk: Christiaan Louboutin
22. Tas (1 stuk)
goednummer G5999257
Oranje, merk: Goyard
23. Tas (1 stuk)
goednummer G5999267
Zwart, merk: Louis Vuitton
24. Tas (1 stuk)
goednummer G5999270
Grijs, merk: Goyard
25. Tas (1 stuk)
goednummer G5999275
Blauw, merk: Louis Vuitton
26. Tas (1 stuk)
goednummer G5999276
Zwart, merk: Christian Dior
27. Tas (1 stuk)
goednummer G5999278
Zwart, merk: Louis Vuitton
28. Tas (1 stuk)
goednummer G5999281
Bruin, merk: Louis Vuitton
29. Tas (1 stuk)
goednummer G5999283
Zwart, merk: Louis Vuitton, heren schoudertas
30. Tas (1 stuk)
goednummer G5999286
Zwart, merk: Louis Vuitton
31. Tas (1 stuk)
goednummer G5999288
Blauw, merk: Louis Vuitton
32. Tas (1 stuk)
goednummer G5999292
Zwart, merk: Louis Vuitton
33. Tas (1 stuk)
goednummer G5999294
Zwart, merk: Fendi
34. Tas (1 stuk)
goednummer G5999296
Bruin, merk: Louis Vuitton
35. Trainingspak (1 stuk)
goednummer G5999334
Louis Vuitton
36. Trui (1 stuk)
goednummer G5999343
Fendi
37. Vest (1 stuk)
goednummer G5999355
Woolrich
38. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999241
Bruin, merk: Louboutin, in doos
39. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999245
Blauw, merk: Dior
40. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999250
Louboutin
41. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999253
Blauw, merk: Loro Piana
42. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999256
Wit, merk: Off-White
43. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999260
Zwart, merk: Louboutin
44. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999273
Zwart, merk: Louboutin
45. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999277
Zwart, merk: Louboutin
46. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999282
Zwart, merk: Louboutin
47. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999287
Blauw, merk: Louboutin
48. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999291
Blauw, merk: Louis Vuitton
49. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999301
Wit, merk: Dior
50. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999304
Louboutin
51. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999306
Groen, merk: Louboutin
52. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999308
Wit, merk: Dior
53. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999311
Zwart, merk: Louis Vuitton
54. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999313
Zwart, merk: Louis Vuitton
55. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999317
Bruin, sneakers
56. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999321
Blauw, merk: Louis Vuitton
57. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999324
Oranje, merk: Louis Vuitton
58. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999326
Blauw, merk: Dior
59. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999328
Blauw, merk: Dior
60. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999331
Wit, merk: Dior
61. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999336
Roze, merk: Louboutin
62. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999339
Zwart, merk: Chanel
63. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999342
Zwart, merk: Louboutin
64. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999349
Zwart, merk: Chanel
65. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999353
Wit, merk: Louboutin
66. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999356
Zwart, merk: Louis Vuitton
67. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999357
Zwart, merk: Louboutin
68. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999360
Wit, merk: Louis Vuitton
69. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999363
Wit, merk: Louis Vuitton
70. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999373
Grijs metallic, merk: Louboutin
71. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999376
Wit, merk: Louboutin
72. Blouse (1 stuk)
goednummer G5999416
Wit, merk: Gucci
73. Trui (1 stuk)
goednummer G5999423
Zwart, merk: Dior
74. Trui (1 stuk)
goednummer G5999425
Groen, merk: Dolce & Gabbana
75. Jas (1 stuk)
goednummer G6021917
Zwart, merk: Mask
76. Jas (1 stuk)
goednummer G6021918
Bruin, merk: Mask
77. Jas (1 stuk)
goednummer G6021919
Zwart, merk: Christian Dior
78. Jas (1 stuk)
goednummer G6021920
Paars, merk: Christian Dior
79. Jas (1 stuk)
goednummer G6021921
Bruin, merk: Stone Island
80. Jas (1 stuk)
goednummer G6021922
Blauw, merk: Stone Island
81. Jas (1 stuk)
goednummer G6021925
Zwart, merk: Louis Vuitton
82. Jas (1 stuk)
goednummer G6021926
Zwart, merk: Louis Vuitton
83. Jas (1 stuk)
goednummer G6021932
Zwart, merk: Louis Vuitton
84. Jas (1 stuk)
goednummer G6021933
Zwart, merk: Louis Vuitton
85. Jas (1 stuk)
goednummer G6021956
Zwart, merk: Peuterey
86. Jas (1 stuk)
goednummer G6021957
Zwart, merk: Peuterey
87. Jas (1 stuk)
goednummer G6021959
Zwart, merk: Parajumpers
88. Jas (1 stuk)
goednummer G6021960
Zwart, merk: Parajumpers
89. Jas (1 stuk)
goednummer G6021962
Wit, merk: Moncler
90. Jas (1 stuk)
goednummer G6021963
91. Jas (1 stuk)
goednummer G6021965
Zwart, merk: Moncler
92. Jas (1 stuk)
goednummer G6021966
Zwart, merk: Givenchy
93. Jas (1 stuk)
goednummer G6021967
Zwart, merk: Givenchy
94. Jas (1 stuk)
goednummer G6021968
95. Jas (1 stuk)
goednummer G6021969
Zwart, merk: Givenchy
96. Jas (1 stuk)
goednummer G6021970
Blauw, merk: Gucci
97. Jas (1 stuk)
goednummer G6021971
Oranje, merk: Gucci
98. Jas (1 stuk)
goednummer G6021972
Blauw, merk: Gucci
99. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022261
Blauw, merk: Louis Vuitton
100. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022262
Blauw, merk: Louis Vuitton
101. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022263
Groen, wit, grijs, merk: Louis Vuitton
102. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022264
Zwart, merk: Louis Vuitton
103. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022265
Zwart, merk: Louis Vuitton
104. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022266
Blauw, merk: Louis Vuitton
105. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022267
Blauw, merk: Louis Vuitton
106. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022269
Beige, merk: Louis Vuitton
107. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022270
Beige, merk: Louis Vuitton
108. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022271
Zwart, merk: Louis Vuitton
109. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022273
Beige, merk: Louis Vuitton
110. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022275
Zwart, merk: Louis Vuitton
111. Vest (1 stuk)
goednummer G6022285
Blauw, merk: Louis Vuitton
112. Trui (1 stuk)
goednummer G6022286
Beige, merk: Louis Vuitton
113. Trui (1 stuk)
goednummer G6024157
Meerkleurig, merk: Carlo Calussi
114. Trui (1 stuk)
goednummer G6024159
Zwart, merk: Carlo Calussi
115. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024160
Blauw, merk: Gucci
116. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024161
Blauw, merk: Christian Dior
117. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024162
Beige, merk: Christian Dior
118. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024163
Blauw, merk: Christian Dior
119. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024579
Zwart, merk: Christian Dior
120. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024580
Beige, merk: Christian Dior
121. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024581
Grijs, merk: Christian Dior
122. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024582
Zwart, merk: Christian Dior
123. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024583
Wit, merk: Christian Dior
124. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024585
Beige, merk: Christian Dior
125. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024584
Wit, merk: Christian Dior
126. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999215
Breitling
127. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999218
Rolex
128. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999221
Hublot
129. Tas (1 stuk)
goednummer G5999431
Zwart, merk: Louis Vuitton
130. Tas (1 stuk)
goednummer G5999445
Zwart, merk: Louis Vuitton
131. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999450
Louis Vuitton
132. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999454
Cartier
133. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999455
Louis Vuitton
134. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999457
Louis Vuitton
135. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999459
Cartier
136. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999460
Cartier
137. Shirt (1 stuk)
goednummer G6028515
Wit, merk: Balenciaga
138. Shirt (1 stuk)
goednummer G6028516
Groen, merk: Balenciaga
139. Pil (23 stuks)
goednummer G6037785
5 Terbinafine en 18 Cenforce 100
140. Shirt (2 stuks)
goednummer G5999338
Gucci
141. Trui (2 stuks)
goednummer G5999329
Carlo Colussi
11.1.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat hij de in beslag genomen goederen niet voorhanden heeft gehad. Hij verzoekt enkel om teruggave van een ketting met hanger, gelet op de emotionele waarde daarvan. Het OM heeft hier geen bezwaar tegen gemaakt en heeft beslagnummer 10 geduid als de hanger die het betreft.
11.2.
Verbeurdverklaring
Nu de onder 1 tot en met 9, 11 tot en met 18, 20 tot en met 129, 137, 138 en genummerde voorwerpen door middel van het bewezen geachte zijn verkregen, worden deze voorwerpen verbeurd verklaard.
11.3.
Teruggave aan verdachte
De onder 10, 19, 130 tot en met 136 en 139 tot en met 141 genummerde items behoren aan verdachte toe en zullen aan hem worden teruggegeven, nu het belang van de strafvordering zich daar niet tegen verzet.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 55, 57, 63, 140 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 11b van de Opiumwet.

13.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 eerste en tweede cumulatief/alternatief bewezen geachte:
de gedeeltelijke eendaadse samenloop van
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
en
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde en vierde en vijfde lid van de Opiumwet;
ten aanzien van het onder 2 bewezen geachte:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A, B en C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen en in vereniging gepleegd;
ten aanzien van het onder 3 bewezen geachte:
medeplegen van van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
7 (zeven) jaar.
Verklaart verbeurd:
1. 10 EUR (€10,-)
goednummer G6010608
Datum inbeslagname: 23-12-2020
2. 429,86 EUR (€429,86); 519 USD ($519,-)
goednummer G5999479
Datum inbeslagname: 24-11-2020
3. 710 EUR (€710,-)
goednummer G5996557
Datum inbeslagname: 18-11-2020
4. Oorknop (2 stuks)
goednummer G5997715
2 goudkleurige oorbellen (stekers) incl. achterkantjes
5. Armband (1 stuk)
goednummer G5997720
Lederen bandje met accessoire in drie kleuren eraan
6. Armband (1 stuk)
goednummer G5997721
Goudkleurige armband met 6 moertjes eraan
7. Ring (1 stuk)
goednummer G5997725
Zilver kleurig met aan de voorzijde glimmertjes
8. Horloge (1 stuk)
goednummer G5997727
Rose kleurig horloge met zwarte wijzerplaat, Rolex
9. Ring (1 stuk)
goednummer G5997730
Goudkleurig
11. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999220
Heren stalen band defect, zilver witte plaat, merk: Seiko
12. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999474
Bicolour, merk: Rolex
13. Armband (1 stuk)
goednummer G5999473
Met diamant en doos, goud, merk: Cartier
14. Ring (1 stuk)
goednummer G5999439
Met diamant en doos, goud, merk: Cartier
15. Halsketting (1 stuk)
goednummer G6020068
Met tijgerhanger, geelgoud
16. Halsketting (1 stuk)
goednummer G6020069
Tussenstukjes met steentjes erop, wit- en geelgoud
17. Ring (1 stuk)
goednummer G6020121
Met steentjes, geelgoud
18. Ring (1 stuk)
goednummer G6020122
Rosegoud
20. Jas (1 stuk)
goednummer G5999271
Burberry
21. Tas (1 stuk)
goednummer G5999252
Zwart, merk: Christiaan Louboutin
22. Tas (1 stuk)
goednummer G5999257
Oranje, merk: Goyard
23. Tas (1 stuk)
goednummer G5999267
Zwart, merk: Louis Vuitton
24. Tas (1 stuk)
goednummer G5999270
Grijs, merk: Goyard
25. Tas (1 stuk)
goednummer G5999275
Blauw, merk: Louis Vuitton
26. Tas (1 stuk)
goednummer G5999276
Zwart, merk: Christian Dior
27. Tas (1 stuk)
goednummer G5999278
Zwart, merk: Louis Vuitton
28. Tas (1 stuk)
goednummer G5999281
Bruin, merk: Louis Vuitton
29. Tas (1 stuk)
goednummer G5999283
Zwart, merk: Louis Vuitton, heren schoudertas
30. Tas (1 stuk)
goednummer G5999286
Zwart, merk: Louis Vuitton
31. Tas (1 stuk)
goednummer G5999288
Blauw, merk: Louis Vuitton
32. Tas (1 stuk)
goednummer G5999292
Zwart, merk: Louis Vuitton
33. Tas (1 stuk)
goednummer G5999294
Zwart, merk: Fendi
34. Tas (1 stuk)
goednummer G5999296
Bruin, merk: Louis Vuitton
35. Trainingspak (1 stuk)
goednummer G5999334
Louis Vuitton
36. Trui (1 stuk)
goednummer G5999343
Fendi
37. Vest (1 stuk)
goednummer G5999355
Woolrich
38. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999241
Bruin, merk: Louboutin, in doos
39. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999245
Blauw, merk: Dior
40. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999250
Louboutin
41. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999253
Blauw, merk: Loro Piana
42. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999256
Wit, merk: Off-White
43. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999260
Zwart, merk: Louboutin
44. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999273
Zwart, merk: Louboutin
45. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999277
Zwart, merk: Louboutin
46. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999282
Zwart, merk: Louboutin
47. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999287
Blauw, merk: Louboutin
48. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999291
Blauw, merk: Louis Vuitton
49. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999301
Wit, merk: Dior
50. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999304
Louboutin
51. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999306
Groen, merk: Louboutin
52. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999308
Wit, merk: Dior
53. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999311
Zwart, merk: Louis Vuitton
54. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999313
Zwart, merk: Louis Vuitton
55. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999317
Bruin, sneakers
56. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999321
Blauw, merk: Louis Vuitton
57. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999324
Oranje, merk: Louis Vuitton
58. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999326
Blauw, merk: Dior
59. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999328
Blauw, merk: Dior
60. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999331
Wit, merk: Dior
61. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999336
Roze, merk: Louboutin
62. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999339
Zwart, merk: Chanel
63. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999342
Zwart, merk: Louboutin
64. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999349
Zwart, merk: Chanel
65. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999353
Wit, merk: Louboutin
66. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999356
Zwart, merk: Louis Vuitton
67. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999357
Zwart, merk: Louboutin
68. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999360
Wit, merk: Louis Vuitton
69. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999363
Wit, merk: Louis Vuitton
70. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999373
Grijs metallic, merk: Louboutin
71. Schoenen (2 stuks)
goednummer G5999376
Wit, merk: Louboutin
72. Blouse (1 stuk)
goednummer G5999416
Wit, merk: Gucci
73. Trui (1 stuk)
goednummer G5999423
Zwart, merk: Dior
74. Trui (1 stuk)
goednummer G5999425
Groen, merk: Dolce & Gabbana
75. Jas (1 stuk)
goednummer G6021917
Zwart, merk: Mask
76. Jas (1 stuk)
goednummer G6021918
Bruin, merk: Mask
77. Jas (1 stuk)
goednummer G6021919
Zwart, merk: Christian Dior
78. Jas (1 stuk)
goednummer G6021920
Paars, merk: Christian Dior
79. Jas (1 stuk)
goednummer G6021921
Bruin, merk: Stone Island
80. Jas (1 stuk)
goednummer G6021922
Blauw, merk: Stone Island
81. Jas (1 stuk)
goednummer G6021925
Zwart, merk: Louis Vuitton
82. Jas (1 stuk)
goednummer G6021926
Zwart, merk: Louis Vuitton
83. Jas (1 stuk)
goednummer G6021932
Zwart, merk: Louis Vuitton
84. Jas (1 stuk)
goednummer G6021933
Zwart, merk: Louis Vuitton
85. Jas (1 stuk)
goednummer G6021956
Zwart, merk: Peuterey
86. Jas (1 stuk)
goednummer G6021957
Zwart, merk: Peuterey
87. Jas (1 stuk)
goednummer G6021959
Zwart, merk: Parajumpers
88. Jas (1 stuk)
goednummer G6021960
Zwart, merk: Parajumpers
89. Jas (1 stuk)
goednummer G6021962
Wit, merk: Moncler
90. Jas (1 stuk)
goednummer G6021963
91. Jas (1 stuk)
goednummer G6021965
Zwart, merk: Moncler
92. Jas (1 stuk)
goednummer G6021966
Zwart, merk: Givenchy
93. Jas (1 stuk)
goednummer G6021967
Zwart, merk: Givenchy
94. Jas (1 stuk)
goednummer G6021968
95. Jas (1 stuk)
goednummer G6021969
Zwart, merk: Givenchy
96. Jas (1 stuk)
goednummer G6021970
Blauw, merk: Gucci
97. Jas (1 stuk)
goednummer G6021971
Oranje, merk: Gucci
98. Jas (1 stuk)
goednummer G6021972
Blauw, merk: Gucci
99. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022261
Blauw, merk: Louis Vuitton
100. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022262
Blauw, merk: Louis Vuitton
101. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022263
Groen, wit, grijs, merk: Louis Vuitton
102. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022264
Zwart, merk: Louis Vuitton
103. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022265
Zwart, merk: Louis Vuitton
104. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022266
Blauw, merk: Louis Vuitton
105. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022267
Blauw, merk: Louis Vuitton
106. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022269
Beige, merk: Louis Vuitton
107. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022270
Beige, merk: Louis Vuitton
108. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022271
Zwart, merk: Louis Vuitton
109. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022273
Beige, merk: Louis Vuitton
110. Shirt (1 stuk)
goednummer G6022275
Zwart, merk: Louis Vuitton
111. Vest (1 stuk)
goednummer G6022285
Blauw, merk: Louis Vuitton
112. Trui (1 stuk)
goednummer G6022286
Beige, merk: Louis Vuitton
113. Trui (1 stuk)
goednummer G6024157
Meerkleurig, merk: Carlo Calussi
114. Trui (1 stuk)
goednummer G6024159
Zwart, merk: Carlo Calussi
115. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024160
Blauw, merk: Gucci
116. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024161
Blauw, merk: Christian Dior
117. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024162
Beige, merk: Christian Dior
118. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024163
Blauw, merk: Christian Dior
119. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024579
Zwart, merk: Christian Dior
120. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024580
Beige, merk: Christian Dior
121. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024581
Grijs, merk: Christian Dior
122. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024582
Zwart, merk: Christian Dior
123. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024583
Wit, merk: Christian Dior
124. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024585
Beige, merk: Christian Dior
125. Shirt (1 stuk)
goednummer G6024584
Wit, merk: Christian Dior
126. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999215
Breitling
127. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999218
Rolex
128. Horloge (1 stuk)
goednummer G5999221
Hublot
129. Tas (1 stuk)
goednummer G5999431
Zwart, merk: Louis Vuitton
137. Shirt (1 stuk)
goednummer G6028515
Wit, merk: Balenciaga
138. Shirt (1 stuk)
goednummer G6028516
Groen, merk: Balenciaga
Gelast de teruggaveaan verdachte, [verdachte] , van:
10. Halsketting (1 stuk)
goednummer G5997733
Goudkleurige ketting met een hanger
19. Jas (1 stuk)
goednummer G5999268
Dsquared
130. Tas (1 stuk)
goednummer G5999445
Zwart, merk: Louis Vuitton
131. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999450
Louis Vuitton
132. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999454
Cartier
133. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999455
Louis Vuitton
134. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999457
Louis Vuitton
135. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999459
Cartier
136. Zonnebril (1 stuk)
goednummer G5999460
Cartier
139. Pil (23 stuks)
goednummer G6037785
5 Terbinafine en 18 Cenforce 100
140. Shirt (2 stuks)
goednummer G5999338
Gucci
141. Trui (2 stuks)
goednummer G5999329
Carlo Colussi
Beveelt de
gevangennemingvan verdachte. Deze beslissing is afzonderlijk schriftelijk vastgelegd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Dekkers, voorzitter,
mrs. N.J. Koene en P.P.C.M. Waarts, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 december 2022.

Voetnoten

1.De raadsman heeft de zitting op 19 januari 2022 via een videoverbinding bijgewoond. Die dag was [verdachte] met kennisgeving via zijn raadsman niet aanwezig. Op 24 januari 2022, 13 mei 2022 en 9 december 2022 was [verdachte] met kennisgeving via zijn raadsman eveneens niet aanwezig.
2.Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachten telkens bij hun achternaam genoemd.
3.PV Bevindingen Start onderzoek Cherokee, ZD 05 p. 0003-0008, PDF deel 3, p. 3339-3344.
4.Zaaksdossier Witwassen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , Relaas, PDF deel 2, p. 34 eerste twee bulletpoints onder punt 29 en p. 35 bovenaan, onder volg.nr. 5.
5.PV Bevindingen Start onderzoek Cherokee, ZD 05 p. 0007, PDF deel 3, p. 3343, tweede alinea.
7.Zie ECLI:NR:RBAMS:2022:6816.
9.Zie ook Rechtbank Oost-Brabant, ECLI:NL:RBROR:2022:312.
12.ECLI:NR:RBAMS:2022:6816.
13.BOB-dossier 13/728125-20, p. M ZR 67 en M ZR 11 e.v.
14.Waar de rechtbank in dit vonnis feiten vaststelt, wordt in voetnoten verwezen naar de bewijsmiddelen in het strafdossier. De in de voetnoten vermelde paginanummers zijn de doorgenummerde paginanummers rechts bovenaan de pagina’s van de betreffende rubriek of het zaakdossier. Tevens worden steeds de digitale paginanummers vermeld van het betreffende PDF-bestand waarin het bewijsmiddel is opgenomen. Het gaat telkens om processen-verbaal die in de wettelijke vorm zijn opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, tenzij anders is vermeld.
15.PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [verdachte] [account 2] , [account 3] , [account 4] , Rubriek 12 p. 0121 e.v., PDF deel 3, p. 6591 bovenaan.
16.PV Bevindingen [nummer] in gebruik bij [verdachte] , Rubriek 12 p. 0278 e.v., PDF deel 3, p. 6746 tweede alinea.
17.PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [verdachte] [account 2] , [account 3] , [account 4] , Rubriek 12 p. 0122, PDF deel 3, p. 6591 onderaan t/m p. 6593 bovenaan.
18.PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [verdachte] [account 2] , [account 3] , [account 4] , Rubriek 12 p. 0124, PDF deel 3, p. 6593 halverwege.
19.PV Bevindingen identificatie [verdachte] [account 3] , Rubriek 12 p. 286-287, PDF deel 3, p. 6754-6755.
20.PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [verdachte] [account 2] , [account 3] , [account 4] , Rubriek 12 p. 0124, PDF deel 3, p. 6593 onderaan t/m p. 6594 halverwege.
21.PV Bevindingen Sky ID [account 7] ( [bijnaam 3] ) en contacten, Rubriek 12 p. 0312 e.v., PDF deel 3, p. 6780 onderaan t/m p. 6781.
22.PV Bevindingen stemherkenning [verdachte] , BOB-dossier [verdachte] , digitale p. 74.
23.PV Bevindingen # [nummer] in gebruik bij [verdachte] , Rubriek 12 p. 0278 e.v., PDF deel 3, p. 6746 eerste en tweede alinea.
24.PV Bevindingen Identificatie [medeverdachte 2] , Rubriek 12 p. 0162 e.v., PDF deel 3, p. 6632 onderaan.
25.PV Bevindingen Identificatie [medeverdachte 2] , Rubriek 12 p. 0162 e.v., PDF deel 3, p. 6633 vanaf de derde alinea t/m p. 6634 halverwege; PV Bevindingen vluchten # [nummer] , Rubriek 12 p. 0168 e.v., PDF deel 3 p. 6638 t/m p. 6641; PV Bevindingen Vergelijken vluchtlijsten, Rubriek 12 p. 0173, PDF deel 3 p. 6643.
26.PV Bevindingen Identificatie [medeverdachte 2] , Rubriek 12 p. 0163 e.v., PDF deel 3, p. 6633 tweede alinea onderaan.
27.PV Bevindingen Identificatie [bijnaam 9] , Rubriek 12 p. 0103, PDF deel 3, p. 6572, derde en vierde alinea.
28.PV Bevindingen Identificatie [bijnaam 9] , Rubriek 12 p. 0101, PDF deel 3, p. 6570 en Rubriek 12 p. 0102, PDF deel 3, p. 6571, eerste en tweede alinea en p. 6571, laatste alinea en p. 6572, eerste alinea.
29.PV Bevindingen Identificatie [bijnaam 9] , Rubriek 12 p. 0101, PDF deel 3, p. 6570, derde en vierde alinea.
30.PV Bevindingen Identificatie [bijnaam 9] , Rubriek 12 p. 0101, PDF deel 3, p. 6570, laatste alinea.
31.PV Bevindingen Identificatie [bijnaam 9] , Rubriek 12 p. 0102, PDF deel 3, p. 6571, laatste alinea.
32.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 10] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0221, PDF deel 3, p. 6691, vierde alinea.
33.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 10] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0225, PDF deel 3, p. 6695, laatste alinea.
34.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 10] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0223, PDF deel 3, p. 6693 vierde zin van onder.
35.PV aanvraag bevel opnemen (tele)communicatie, Bob-dossier [medeverdachte 3] M IB 244 e.v., PDF [medeverdachte 3] BOB p. 253 halverwege.
36.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 10] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0223 e.v., PDF deel 3, p. 6693 halverwege t/m p. 6695 eerste alinea.
37.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 11] [medeverdachte 3] Bibnan, Rubriek 12 p. 0249-0250., PDF deel 3, p. 6718 onderaan en p. 6719 bovenaan.
38.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 11] [medeverdachte 3] Bibnan, Rubriek 12 p. 0250, PDF deel 3, p. 6719 halverwege.
39.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 11] [medeverdachte 3] Bibnan, Rubriek 12 p. 0250 e.v., PDF deel 3, p. 6719 onderaan en p. 6720 bovenaan.
40.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 12] , [medeverdachte 4] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0106 e.v., PDF deel 3, p. 6575, laatste alinea t/m p. 6576, tweede alinea.
41.PV Bevindingen Beantwoording vraag rechtbank zaak Cherokee, Rubriek 12 p. 0036 e.v., PDF deel 3, p. 6535 halverwege.
42.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 12] , [medeverdachte 4] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0107, PDF deel 3, p. 6576, vierde alinea t/m p. 6577 onderaan.
43.PV Bevindingen Chatgroep [account 1] :791 over zaaksdossier Burro d.d. 22 april 2020, ZD CSV p. 2210 e.v., PDF deel 1, p. 9224 paragraaf 4.1.
44.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 12] , [medeverdachte 4] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0109, PDF deel 3, p. 6578, bovenste helft.
45.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 12] , [medeverdachte 4] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0109, PDF deel 3, p. 6578, halverwege.
46.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 14] , [medeverdachte 5] , Rubriek 12 p. 0261 e.v., PDF deel 3, p. 6730 halverwege.
47.PV Bevindingen verstrekking Argus data aan onderzoeksteam Auckland, Rubriek 12 p. 0029 e.v., PDF deel 3, p. 6527 onderaan en p. 6528 bovenaan; PV Bevindingen Inbeslagenomen Samsung A20 [medeverdachte 5] , ZD 05 p. 0804, PDF deel 1, p. 5090, derde alinea van onder (m.b.t. Apple iPhone 11) en laatste alinea.
48.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 14] , [medeverdachte 5] , Rubriek 12 p. 0263, PDF deel 3, p. 6731 eerste alinea.
49.PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 14] , [medeverdachte 5] , Rubriek 12 p. 0263, PDF deel 3, p. 6731, na conclusie.
50.PV Bevindingen IDT Sky [account 15] N. [medeverdachte 6] , Rubriek 12 p. 0111 e.v. PDF deel 3, p. 6580.
51.PV Bevindingen IDT Sky [account 15] N. [medeverdachte 6] , Rubriek 12 p. 0112 e.v., PDF deel 3, p. 6581, derde alinea t/m p. 6582 eerste alinea.
52.PV Bevindingen IDT Sky [account 15] N. [medeverdachte 6] , Rubriek 12 p. 0113 e.v., PDF deel 3, p. 6582, tweede alinea t/m p. 6584.
53.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky-ID [account 16] als [medeverdachte 10] , Persoonsdossier [medeverdachte 10] p. 223 e.v., PDF deel 3, p. 1538
54.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky-ID [account 16] als [medeverdachte 10] , Persoonsdossier [medeverdachte 10] p. 226, PDF deel 3, p. 1541 halverwege.
55.PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky-ID [account 16] als [medeverdachte 10] , Persoonsdossier [medeverdachte 10] p. 225, PDF deel 3, p. 1540 onderaan.
56.PV Verstrekking Argus data aan onderzoeksteam Auckland, Rubriek 12 p. 0028, PDF deel 3, p. 6526 onderaan.
57.PV Bevindingen camerabeelden Mitsubishi Grandis 6 juli 2020, Liza ZD 4 p. 37 e.v., PDF deel 2, p. 4521 onderaan t/m p. 4524 bovenaan.
58.PV Bevindingen bruto IBN cocaïne 14 december 2020, ZD 08 p. 35, PDF deel 1, p. 606.
59.Hoge Raad 2 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:741.
60.PV Bevindingen Europol – Siena, ZD Finland p, 0084 e.v., PDF deel 1, p. 4547.
61.PV Bevindingen Onderzoek in SkyECC – Chatgroep [naam groep] :3, Rubriek 12 p. 0500 e.v., PDF deel 3, p. 6800 e.v.
62.Zie Zaaksdossier Finland p. 0150, PDF deel 1, p. 4613.
63.Navolgend proces-verbaal van inlichtingen van de Federale Overheidsdienst (België), ZD Burro België, PDF deel 1, p. 4340.
64.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 931 halverwege.
65.Navolgend proces-verbaal van inlichtingen van de Federale Overheidsdienst (België), ZD Burro België, PDF deel 1, p. 4341.
66.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 933 halverwege.
67.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 933 onderaan; Pro Justitia Rapport van de Federale gerechtelijke politie te Antwerpen, ZD 05 p. 0107 e.v., PDF deel 1, p. 965.
68.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 932, derde alinea van onder.
69.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 933, tweede alinea van onder.
70.PV Bevindingen onderzoek aangetroffen cocaïne, ZD 05 p. 1368, PDF deel 1, p. 1662.
71.PV Bevindingen aanvullende samenvatting onderzoek Burro, ZD 05 p. 0460 e.v., PDF deel 1, p. 1318 onder punt 2.
72.Pro Justitia verbaal van de onderzoeksrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen d.d. 23 april 2020, PDF deel 1, 4397.
73.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 933 tweede helft; PV Bevindingen onderzoek aangetroffen cocaïne, ZD 05 p. 1368, PDF deel 1, p. 1662.
74.Navolgend proces-verbaal van vaststellingen van de Federale Overheidsdienst (België), ZD 05 p. 1369 e.v., PDF deel 1, p. 1663 onderaan t/m p. 1664 bovenaan en p. 1664 onderste helft.
75.Rapport d.d. 19 maart 2021, rapportnummer 0114N21 van ing. L.I. Stuyver, forensisch expert, ZD 08 p. 44, PDF deel 1, p. 1774.
76.PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 933 onderaan; Pro Justitia Rapport van de Federale gerechtelijke politie te Antwerpen, ZD 05 p. 0107 e.v., PDF deel 1, p. 965-967.
77.PV Bevindingen vaarroutes [naam schip] en [naam schip] , ZD 05 p. 1443 e.v., PDF deel 1 p. 1737 t/m p. 1738.
78.PV Verhoor getuige [getuige] , ZD Extern 01 p. 0180 e.v., PDF deel 2, p. 3330 bovenaan t/m p. 3331.
79.PV Bevindingen Chatgroep [account 1] :791 d.d. 22 april 2020, ZD 05 p. 1676 e.v., PDF deel 1 p. 1944 tweede helft, p. 1946 bovenaan en p. 1952 onderaan.
80.PV Bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ” ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD 05 p. 0180 e.v., PDF deel 1, p. 1039 halverwege, p. 1043 onderaan t/m 1045, p. 1046 t/m 1050.
81.PV bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ” ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD 05 p. 0180, PDF deel 1 p. 1042.
82.Verhoor [naam chauffeur] , Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen – Kabinet Onderzoeksrechter, ZD 05 p. 0126, PDF deel 1, p. 985.
83.PV Bevindingen contact [medeverdachte 5] en [naam 5] op 22 april 2020, ZD 05 p. 0489 e.v., PDF deel 1, p. 1347 onderaan en p. 1348 tweede alinea.
84.PV Bevindingen contact [medeverdachte 5] en [naam 5] op 22 april 2020, ZD 05 p. 0489 e.v., PDF deel 1, p. 1347 onderaan en p. 1348 laatste alinea t/m p. 1352 bovenaan.
85.PV bevindingen contacten [medeverdachte 5] – [medeverdachte 3] , ZD 05 p. 1201 e.v., PDF deel 1 p. 1495 onderaan, 1496 bovenaan en 1497 onderaan.
86.Een geschrift, te weten een uitwerking van de Sky ECC Chat [account 2] :192, ZD 12 p. 0975 e.v., PDF deel 1 p. 1887 en 1888.
87.Een geschrift, te weten een uitwerking van de Sky ECC Chat [account 2] :192, ZD 12 p. 0975 e.v., PDF deel 1 p. 1888 onderaan t/m p. 1889 bovenaan.
88.Een geschrift, te weten een uitwerking van de Sky ECC Chat [account 2] :192, ZD 12 p. 0975 e.v., PDF deel 1 p. 1889 onderaan t/m p. 1891.
89.Een geschrift, te weten een uitwerking van de Sky ECC Chat [account 2] :192, ZD 12 p. 0975 e.v., PDF deel 1 p. 1892. t/m p. 1895.
90.Een geschrift, te weten een uitwerking van de Sky ECC Chat [account 2] :192, ZD 12 p. 0975 e.v., PDF deel 1 p. 1895 onderaan.
91.PV Bevindingen Chatgroep [account 1] :794, ZD 12 p. 1044 e.v., PDF deel 2 p. 1938 tweede en derde alinea.
92.PV bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ” ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD 05 p. 0180 e.v., PDF deel 1 p. 1051-1054
93.PV bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ” ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD 05 p. 0180 e.v., PDF deel 1 p. 1057.
94.PV bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ” ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD 05 p. 0180 e.v., PDF deel 1 p. 1058.
95.PV bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ” ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD 05 p. 0180 e.v., PDF deel 1 p. 1042.
96.PV Bevindingen Betrokkenheid Z. [verdachte] bij onderzoek Burro en rol van [verdachte] binnen drugsorganisatie, ZE 12, p. 0961 e.v., PDF deel 1 p. 1876 onderaan.
97.PV Bevindingen OVC [kenteken] sessie 15, ZD 05 p. 0382 ev., PDF deel 1, p. 1240 onderaan.
98.PV Bevindingen belangrijke gesprekken [verdachte] OVC, ZD 05 p. 0404, PDF deel 1 p. 1265 onderaan t/m 1266 bovenaan.
99.PV Bevindingen onderzoek telefoon [verdachte] , ZD 05 p. 0505 e.v., PDF deel 1 p. 1366 t/m p. 1369.
100.Pro Justitia verbaal (Belgische stukken), ZD Movano p. 0325 e.v., PDF deel 1, p. 6640 onderaan 1e alinea; Navolgend PV Federale gerechtelijke politie Antwerpen (Belgische stukken), ZD Movano p. 0336 e.v., PDF deel 1, p. 6651 t/m p. 6652.
101.Pro Justitia verbaal (Belgische stukken), ZD Movano p. 0341 e.v., PDF deel 1, p. 6658 bovenaan.
102.Navolgend PV Federale Overheidsdienst Financiën (Belgische stukken), ZD Movano p. 0344 e.v., PDF deel 1, p. 6659 t/m 6660 bovenaan.
103.PV Vaarroute [naam schip] , ZD Movano, pag. ongenummerd (nazending 16 januari 2022); .
104.Uitwisseling informatie (Belgische stukken), ZD Movano p. 0072 e.v., PDF deel 1, p. 6393 onderaan.
105.PV Bevindingen gegevensverstrekking m.b.t. de Opel Movano, ZD Movano p. 0070 e.v, PDF deel 1 p. 6390, eerste en tweede alinea.
106.PV Bevindingen gegevensverstrekking m.b.t. de Opel Movano, ZD Movano p. 0070 e.v, PDF deel 1 p. 6390, onderaan; PV Bevindingen Beelden [medeverdachte 1] Opel Movano, ZD Movano p. 0298 e.v., PDF deel 1, p. 6624 tweede helft.
107.PV Bevindingen Beelden [medeverdachte 1] Opel Movano, ZD Movano p. 0298 e.v., PDF deel 1, p. 6618 t/m p. 6626.
108.PV Bevindingen Beelden [medeverdachte 1] Opel Movano, ZD Movano p. 0298 e.v., PDF deel 1, p. 6623 halverwege t/m p. 6625 bovenaan.
109.PV Bevindingen, ZD Movano p. 0296, PDF deel 1, p. 6616.
110.PV Bevindingen onderzoek SkyECC Chatgroep [account 1] -1542, ZD Movano p. 0347 e.v., PDF deel 1 p. 6663 bovenaan t/m p. 6686.
111.PV Bevindingen Onderzoek in informatie uit SkyECC-chatgroep [naam groep] – plan van aanpak uithaal verdovende middelen, ZD Movano p. 0373 e.v., PDF deel 1, p. 6689 halverwege.
112.PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit Sky ECC-chatgroep [account 1] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6711.
113.PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit Sky ECC-chatgroep [account 1] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6711 halverwege t/m p. 6712-6714.
114.PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit Sky ECC-chatgroep [account 1] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6715.
115.PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit Sky ECC-chatgroep [account 1] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6715, tweede helft van de pagina.
116.PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit SkyECC-chatgroep [account 1] :1820, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6720, midden van de pagina t/m p. 6725.
117.PV Bevindingen onderzoek groepschat in SkyECC Movano, ZD Movano p. 0412 e.v., PDF deel 1, p. 6728 halverwege t/m p. 6783.
118.PV Bevindingen verstrekking Argus data aan onderzoeksteam Auckland, ZD 12 p. 0021, PDF deel 1., p. 646
119.PV Bevindingen onderzoek in Sky ECC-chatgroep [naam groep] , [account 17] , ZD Movano p. 0466A e.v., PDF deel 1, p. 6794 onderste helft t/m p. 6795 bovenaan.
120.PV Bevindingen Onderzoek in Sky ECC-chatgroep [account 17] :27, ZD Movano p. 0480 e.v., PDF deel 1, p. 6803 halverwege t/m p. 6808.
121.PV Bevindingen Onderzoek in Sky ECC-chatgroep [account 17] :27, ZD Movano p. 0480 e.v., PDF deel 1, p. 6810 en 6811.
122.PV Aangifte, ZD Movano p. 0074 e.v., PDF deel 1 p. 6394 t/m 6395.
123.PV Verhoor verdachte [medeverdachte 9] , PD [medeverdachte 9] p. 0074 e.v., PDF deel 3, p. 508.
124.PV Bevindingen [medeverdachte 3] gebruiker iPhone 11 en Snapchat [naam account] , ZD Movano p. 0275 e.v., PDF deel 1, p. 6595 t/m p. 6596.
125.PV Bevindingen Opel Movano valse aangifte, ZD Movano p. 0082, PDF deel 1, p. 6402 t/m 6407.
126.Hoge Raad 13 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2842.
127.PV Bevindingen Betrokkenheid Z. [verdachte] bij onderzoek Burro en rol van [verdachte] binnen drugsorganisatie, ZE 12, p. 0961 e.v., PDF deel 1 p. 1876 onderaan.
128.PV Bevindingen Onderzoek naar de bijschrijvingen op de gevangenisrekeningen van de 14 van Antwerpen, ZD Witwassen [verdachte] p. 0363 e.v., PDF deel 2, p. 2152 t/m p. 2156.
129.Relaas, ZD Witwassen [verdachte] , PDF deel 2, p. 1770 bovenaan t/m p. 1777 bovenaan.
130.Relaas, ZD Witwassen [verdachte] , PDF deel 2, p. 1767 onderaan t/m p. 1768 en bijlagen PDF deel 2, p. 1851 e.v.
131.PV Verhoor verdachte [naam getuige] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0543 e.v., PDF deel 2, p. 2333 onderste helft t/m p. 2335 bovenste helft.
132.PV Bevindingen belangrijke OVC-gesprekken 97, 98 en 99, ZD Witwassen [verdachte] p. 18 e.v., PDF deel 2, p. 1808 bovenste helft, p. 1811 onderaan t/m 1812 bovenaan en halverwege en p. 1814 onderaan t/m p. 1815 bovenaan.
133.PV Verstrekking gevorderde gegevens incl. bijlagen, ZD Witwassen [verdachte] p. 351 e.v., PDF deel 2, p. 2140.
134.PV Bevindingen verblijfplaatsen [verdachte] , ZD Witwassen [verdachte] , p. 37 e.v., PDF deel 2, p. 1826-1827.
135.PV Doorzoeking ter inbeslagneming [adres] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0185 e.v., PDF deel 2, p. 1974 onderaan; PV Doorzoeking ter inbeslagneming [adres] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0154 e.v., PDF deel 2, p. 1943
136.Relaas, ZD Witwassen [verdachte] , p. 1005 e.v., PDF deel 2, p. 1719 t/m p. 1722 bovenaan.
137.PV Bevindingen onderzoek naar de aanschafwaarde van de tassen en portemonnees inbeslaggenomen onder [verdachte] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0244 e.v., PDF deel 2 p. 2049.
138.PV Bevindingen onderzoek naar de aanschafwaarde van de kleding inbeslaggenomen onder [verdachte] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0191, PDF deel 2 p. 2031 t/m p. 2032; PV Bevindingen onderzoek naar de aanschafwaarde van de kleding in beslaggenomen onder [verdachte] deel II, ZD Witwassen [verdachte] p. 0261 e.v., PDF deel 2, p. 2063.
139.PV Bevindingen onderzoek naar de aanschafwaarde van de schoenen inbeslaggenomen onder [verdachte] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0275 e.v., PDF deel 2 p. 2099 t/m p. 2100.
140.PV Bevindingen vergelijking aankopen kassabonnen en facturen met de inbeslaggenomen voorwerpen van [verdachte] , ZD Witwassen [verdachte] p. 0634 e.v., PDF deel 2 p. 2436.
141.PV Verstrekking gevorderde gegevens incl. bijlagen, ZD Witwassen [verdachte] p. 351 e.v., PDF deel 2, p. 2140.
142.PV Verstrekking gevorderde gegevens incl. bijlagen, ZD Witwassen [verdachte] p. 508 e.v., PDF deel 2, p. 2297 halverwege.
143.PV Bevindingen onderzoek kassabonnen doorzoeking Jesse Owenstraat, ZD Witwassen [verdachte] p. 0548 e.v., PDF deel 2, p. 2337 onderaan.
144.Een geschrift, te weten een factuur van Sanidirect d.d. 14 april 2020, ZD Witwassen [verdachte] p. 0605, PDF deel 2, p. 2394.
145.PV Bevindingen onderzoek naar de aanschafwaarde van de kleding in beslaggenomen onder [verdachte] , ZD Witwassen [verdachte] p. 191 e.v., PDF deel 2, p. 1980 en verder.
146.HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413.
147.Zie zaaksdossiers Witwassen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , Witwassen [verdachte] , Witwassen [medeverdachte 5] en Liza.
148.PV Bevindingen betrokkenheid ‘ [bijnaam 9] ’ ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD CSV p. 20 e.v., PDF deel 1 p. 7029 t/m p. 7033.
149.PV Bevindingen bijnaam [medeverdachte 5] is [bijnaam 10] , ZD CSV p. 1162 e.v., PDF deel 1, p. 8172 t/m p. 8174.
150.PV Bevindingen [medeverdachte 9] wordt [bijnaam 20] genoemd, ZD CSV p. 1060 e.v., PDF deel 1, p. 8070 t/m p. 8071.
151.PV Uitwerken OVC Grandis 6 juni 2020, ZD CSV p. 1968, PDF deel 1, p. 8979 en PV SKY m.b.t. zaaksdossier 1, ZD CSV p. 2703, PDF deel 1, p. 9717
152.PV Bevindingen Sky ECC – chatgroep [account 3] :31 hiërarchie [verdachte] , Rubriek 12 p. 0899 e.v., PDF deel 3, p. 7198 en p. 7199.
153.PV Bevindingen Sky ECC – chatgroep [account 3] :31 hiërarchie [verdachte] , Rubriek 12 p. 0899 e.v., PDF deel 3, p. 7198 en p. 7199.
154.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6883; PV Bevindingen Betrokkenheid Z. [verdachte] bij onderzoek Burro en rol van [verdachte] binnen drugsorganisatie, ZD 12, p. 0961 e.v., PDF deel 1 p. 1876 onderaan.
155.PV Bevindingen bezoek websites stad Karlsruhe Duitsland, ZD CSV p. 290, PDF deel 1, p. 7299; PV Bevindingen Reisbeweging [kenteken] i.r.t. Karlsruhe, ZD CSV p. 317 e.v., PDF deel 1, p. 7326;
156.PV Bevindingen vertaalde stukken Duitsland, ZD Marilion p. 100 e.v., PDF deel 1 p. 4989 onderaan.
157.PV Bevindingen [verdachte] link Karlsruhe, ZD Marilion p. 160 e.v., PDF deel 1, p. 5054 halverwege.
158.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6867 onderaan t/m p. 6868 bovenaan.
159.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6871 2e vanaf 2e alinea.
160.PV bevindingen doorzoeking [adres] , AD 02.04 p. 0018 e.v., PDF deel 3, p. 1883; PV Bevindingen connectie [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] , ZD CSV p. 1221 e.v., PDF deel 1, p. 8234.
161.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6873, 2e alinea.
162.PV Bevindingen voertuigen en telefoons op de Oostdijk op 16 september 2020, ZD CSV p. 1216 e.v., PDF deel 1, p. 8229 onderaan t/m p. 8230 bovenaan.
163.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6877, 2e alinea.
164.PV Bevindingen chats en notities [medeverdachte 2] gerelateerd aan onderzoek Burro, ZD CSV p. 1175 e.v., PDF deel 1, p. 8190 (‘1k [bijnaam 20] powerbanks voorraad’).
165.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6883.
166.PV Bevindingen chats en notities [medeverdachte 2] gerelateerd aan onderzoek Burro, ZD CSV p. 1175 e.v., PDF deel 1, p. 8190 (‘20k [bijnaam 10] ’).
167.PV Bevindingen [medeverdachte 5] is [bijnaam 10] , ZD CSV p. 1162, PDF deel 1, p. 8172 e.v.
168.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6881.
169.PV Uitwerken OVC Grandis 16 mei 2020, ZD CSV p. 1987 e.v., PDF deel 1, p. 9016 onderaan t/m p. 917 bovenaan.
170.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6889.
171.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6892.
172.PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6895.
173.PV Bevindingen chats en notities [medeverdachte 2] gerelateerd aan onderzoek Burro, ZD CSV p. 1175 e.v., PDF deel 1, p. 8190 (‘7k jordi’).
174.Rechtbank Rotterdam d.d. 2 februari 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:653.