Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 december 2014,
- het vonnis van de rechtbank van 10 februari 2016,
- het arrest van het gerechtshof van 12 september 2017,
- het arrest van de Hoge Raad van 29 maart 2019,
- de akte hervatting procedure, tevens wijziging van eis, met producties, van [eisers] ,
- de conclusie van antwoord, met producties, van [gedaagde] ,
- het tussenvonnis van 21 oktober 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 29 april 2021, met de daarin genoemde stukken,
- de akte van [eisers] van 19 mei 2021, met producties,
- de akte van [gedaagde] van 2 juni 2021, met producties.
Victoria Asigurari). Dit belang hield hij via [naam 1] , zijn zuster (hierna:
[naam 1]). Voorts hield [gedaagde] via Victoria Invest Ltd (hierna:
Victoria Invest) een 17,1%-belang in Victoriabank SRL, een Moldavische bank (hierna:
Victoriabank).
de Moldavische vonnissen) heeft het Economisch Gerecht in [woonplaats 2] (Moldavië) bij verstek enkele aandelentransacties in Moldavische vennootschappen vernietigd, althans ontbonden. De vonnissen hebben betrekking op aandelen in de volgende vennootschappen:
AVB Prim), gehouden door [naam 4] . De aandelen zijn als gevolg van de executie van het vonnis van 19 maart 2010 overgegaan naar Financial Investment Corporation ltd (hierna:
FIC), een vennootschap waarvan [gedaagde] de
ultimate beneficial owner(hierna:
UBO) is. AVB Prim hield op dat moment een 5,76%-belang in Victoriabank.
Financiar), gehouden door [naam 5] . De aandelen zijn als gevolg van de executie van dit vonnis van 19 maart 2010 overgegaan naar [naam 6] en [naam 7] . Financiar hield op dat moment een 4,91%-belang in Victoriabank;
Provileg), gehouden door [naam 8] . De aandelen zijn als gevolg van de executie van dit vonnis van 19 maart 2010 overgegaan naar [naam 9] . Provileg hield op dat moment een 4,03%-belang in Victoriabank;
Maxim Profit), gehouden door [naam 10] . De aandelen zijn als gevolg van dit vonnis van 19 maart 2010 overgegaan naar [naam 11] (zuster van [naam 9] ) en [naam 12] . Maxim Profit hield op dat moment een 4%-belang in Victoriabank.
the Organisation of European Values, is [gedaagde] er door verschillende sprekers van beschuldigd corrupt te zijn. Door [eisers] is [gedaagde] ervan beschuldigd dat hij hun (indirect en via
nominees) gehouden belangen in Victoriabank onder aanwending van zijn invloed op de rechterlijke macht heeft ontvreemd. Zo heeft [eiser 2] tijdens die persconferentie onder meer verklaard:
OPH) is een Nederlandse vennootschap. Bestuurder van OPH is Sovereign, een Nederlandse trustmaatschappij. OPH was tot 15 december 2011 enig aandeelhouder van OTIV Prime Financial B.V. (hierna:
OPF), later Generashon Financial B.V. genaamd. Sovereign was tot die datum ook bestuurder van OPF.
deed of transfer of shares, verleden betreffende de 2.945.810 aandelen OPF die [naam 1] op 21 februari 2011 krachtens uitgifte had verkregen. De akte vermeldt dat [naam 1] deze aandelen is gaan houden voor rekening en risico van [gedaagde] . Blijkens de overdrachtsakte hebben [naam 1] en [gedaagde] de juridische, respectievelijk economische gerechtigdheid tot de 2.945.810 aandelen OPF overgedragen aan OPH tegen een koopprijs van € 2.945.810. Met betrekking tot de betaling van de koopprijs is in de akte bepaald:
Banca de Economii), respectievelijk Asito S.A. (hierna:
Asito) overgegaan op andere personen. De grondslag voor de toewijzing van de door de eisers in de verschillende procedures ingestelde vorderingen is telkens borgtocht. Het gaat om de volgende vonnissen:
Zilena) en in Minerva SRL (hierna:
Minerva), overgegaan op de Nieuw-Zeelandse vennootschap Rietel Ltd. Zilena en Minerva hielden belangen van 8,52%, respectievelijk 9,97% in Banca de Economii;
Atrium) overgegaan op [naam 13] . Atrium hield op dat moment een 5,76%-belang in Victoriabank. Dit vonnis is bij verstek gewezen. Bij vonnis van 5 oktober 2011 is het daartegen door Atrium ingestelde verzet gegrond geoordeeld;
Moldovan) en (ii) Insurance Consult SRL (hierna:
Insurance Consult) overgegaan naar Lokkert Ltd. Moldovan en Insurance Consult hielden op dat moment belangen in Asito van 48,33%, respectievelijk 34,80% in Asito.
[naam 14]) tegen een koopprijs van USD 75 of 80 miljoen. Met betrekking tot de verkrijgingstitels van de aan [naam 14] overgedragen aandelen in OPF vermelden de partijen bij deze akte (waaronder OPH):
de verklaringen van de nominees), alle gedateerd 14 december 2011 en gericht aan advocaten van [eisers] , luiden als volgt:
[naam 18]), gedateerd 24 december 2014, houdt onder meer het volgende in:
[naam 24]) luidt in de vertaling, voor zover van belang, als volgt (productie 22 van [eisers] ):
3.Het geschil
4.De beoordeling
Inleiding en uitgangspunten
De vorderingen van [eisers] zijn verjaard naar het toepasselijke Moldavische recht
raider attacks) zat. Daarmee hebben [eisers] zelf blijk gegeven van bekendheid met de gestelde onrechtmatige daad. Gelet op de uitlatingen van [eisers] op de persconferentie hadden zij toen meer dan slechts vermoedens. Op grond van de eigen stellingen van [eisers] staat dus vast dat zij al in augustus 2010 feitelijk bekend waren met de door hen gestelde schade en de daarvoor aansprakelijke persoon, namelijk [gedaagde] . Zij hebben de dagvaarding waarmee deze procedure is ingeleid echter pas in december 2014 uitgebracht. Toen was hun gestelde vordering inmiddels verjaard, aldus nog steeds [gedaagde] .
raider attacks) zat, was gebaseerd op concrete feitelijke gegevens waarover [eisers] op dat moment beschikten en waaruit de betrokkenheid van [gedaagde] (in voldoende mate) bleek. Veeleer is aannemelijk dat [eisers] , zoals zij in dit geding hebben aangevoerd, met hun uitlatingen in augustus 2010 uiting gaven aan hun
gut feeling.Daartoe draagt ook bij dat uit het (in het geding gebrachte) transcript van de persconferentie blijkt dat [eisers] toen niet de enige sprekers waren. Ook andere sprekers voerden het woord en uit het transcript valt af te leiden dat de gang van zaken niet in alle opzichten als ordelijk viel aan te merken. Onder zulke omstandigheden is niet ongebruikelijk dat iemand die de aandacht wil trekken, zich in enigszins krasse bewoordingen uit. Ook daarom is er aanleiding de door [eisers] gedane uitspraken met enige korrels zout te nemen. Daarvoor is eens te meer aanleiding omdat zij toch nog enige slagen om de arm hielden. Zij hebben immers verklaard dat zij de juistheid van hun standpunt dat [gedaagde] achter de gestelde onteigeningen (
raider attacks) zat, niet aanstonds konden aantonen. Pas later hebben [eisers] de beschikking gekregen over bepaalde gegevens, waaronder informatie die is verkregen met behulp van de in 2012 in het Verenigd Koninkrijk gevoerde procedure (
Norwich Pharmacal Order) en de in 2014 verkregen verklaringen van [naam 14] . Al met al is dus niet duidelijk geworden over welke informatie [eisers] al in augustus 2010 zouden hebben beschikt waaruit op dat moment bekendheid met [gedaagde] als verondersteld aansprakelijke persoon viel op te maken. Op grond van dit alles kan niet worden gezegd dat [eisers] , in de zin van de toepasselijke Moldavische wetsbepalingen, al op 11 augustus 2010 bekend waren met de voor hun schade aansprakelijke persoon.
raider attacks, maar op zichzelf brengt dit nog niet mee dat [eisers] er toen ermee bekend behoorden te zijn dat die betrokkenheid een zodanige vorm of omvang had, dat [gedaagde] op grond daarvan tegenover hen aansprakelijk was voor de daardoor geleden schade. In de gegeven omstandigheden konden zij daarom redelijkerwijs ertoe besluiten eerst bewijs te verzamelen voor de juistheid van hun stellige indruk dat [gedaagde] bij de
raider attacksbetrokken was, zonder dat daardoor al de verjaringstermijn begon te lopen.
[eisers] hadden niet [gedaagde] moeten aanspreken, maar de Moldavische Staat, omdat de beweerdelijk onrechtmatige vonnissen door Moldavische rechters zijn uitgesproken
[eisers] hebben geen belang bij hun vorderingen omdat zij de ontvreemde aandelen niet in eigendom hadden
Omdat de Moldavische vonnissen niet tegen [eisers] waren gericht, is de onrechtmatige daad die [eisers] aan hun vordering ten grondslag leggen, niet jegens hen gepleegd
De Nederlandse procedures zijn in feite een verkapt hoger beroep van de Moldavische procedures. Dit is misbruik van procesrecht.
[eisers] zijn geen “onmiddellijk betrokken persoon” in de zin van artikel 3:302 BW
De door [eisers] gestelde connexiteit van deze procedure met de Nederlandse rechtssfeer is gekunsteld. Ook dit is misbruik van procesrecht.
De stellingen en vorderingen van [eisers] vergen dat de Nederlandse rechter zich een oordeel vormt over de vraag of de Moldavische vonnissen en procedures onrechtmatig waren. Daartoe is de Nederlandse rechter niet geëquipeerd.
De beweerdelijk onrechtmatige Moldavische vonnissen dienen in Nederland te worden erkend op basis van de Gazprom-criteria
De stellingen waarop [eisers] de gestelde onrechtmatige daad van [gedaagde] baseren, zijn zo vaag dat [gedaagde] zich daartegen nauwelijks adequaat kan verweren
De Nederlandse rechter komt niet toe aan waardering van het door [eisers] in het geding gebrachte bewijsmateriaal omdat zij niet hebben voldaan aan hun stelplicht. Bovendien schiet dit bewijsmateriaal tekort.
nomineesgenoemd - in het geding te brengen. De verklaringen zijn gericht tot de advocaten van [eisers] . Hierin verklaren de ondertekenaars dat zij vanaf verschillende momenten in 2006 of 2007 tot aan in elk geval de vonnissen van het Economische Gerecht van 11 en 19 maart 2010 juridische eigenaren waren van de desbetreffende aandelen. Verder verklaren de ondertekenaars dat zij deze aandelen hielden ten behoeve van (één van) [eisers] . Hiermee hebben [eisers] in beginsel de door hen gestelde economische eigendom van de aandelen voldoende onderbouwd.
nomineesaan de advocaten van [eisers] zijn verzonden en (ii) dat zij echt zijn. Hij heeft bovendien aangevoerd (iii) dat, als de verklaringen juist zijn, die juridische eigenaren als eisers in deze procedure hadden moeten optreden en dus niet [eisers] .
nomineeszijn verzonden is niet van belang omdat [gedaagde] niet betwist dat de in 4.24 bedoelde kopieën conform het origineel zijn en dat de daarin belichaamde verklaringen door de
nomineeszijn afgelegd en ondertekend. Als onderhandse akten hebben de verklaringen vrije bewijskracht tegenover derden zoals [gedaagde] .
nomineeszijn gedateerd na de datum van de in Moldavië uitgesproken vonnissen; (v) in deze verklaringen is opgenomen dat de
nomineesaan [eisers] volmacht geven om te procederen, welke volmacht gebrekkig is; (vi) nergens in de verklaringen staat dat de
nomineesal juridisch eigenaar van de aandelen waren ten tijde van de vonnissen en dat zij de rechten die hun dienaangaande toekomen, overdragen aan [eisers] ; (vii) de verklaringen zijn in de tegenwoordige tijd gesteld in plaats van in de verleden tijd.
nomineesaan hen verleende volmacht. [eisers] stellen de onderhavige vorderingen immers niet in als vertegenwoordiger van de juridische eigenaar van de aandelen maar krachtens hun eigen recht als economisch eigenaar daarvan. (De juistheid van) het verweer is dus niet relevant.
nomineesverklaard dat zij vanaf verschillende momenten in 2006 en 2007 tot aan in elk geval de vonnissen van het Economische Gerecht van 11 en 19 maart 2010 - juridische eigenaar waren van de desbetreffende aandelen, die zij hielden ten behoeve van [eisers] . Naar redelijkheid uitgelegd hielden deze verklaringen wel degelijk in dat de
nomineesjuridisch eigenaren van de aandelen waren op het moment waarop de Moldavische vonnissen werden uitgesproken. Voorts volgt uit hetgeen ad (v) is overwogen dat het niet nodig is dat de juridische eigenaren van de aandelen (de
nominees) hun rechten overdroegen aan [eisers] .
nomineesin de tegenwoordige tijd in plaats van de verleden tijd gesteld. De meeste verklaringen zijn immers, voor zover van belang, in de verleden tijd gesteld en bovendien is dit niet relevant omdat die verklaringen redelijkerwijs geen andere uitleg toelaten dan dat de ondertekenaars bewijs wensen te leveren dat zij juridische eigenaren van de aandelen waren tot aan in elk geval het moment van de Moldavische vonnissen en dat zij die aandelen hielden ten behoeve van [eisers] .
- i) door de aandelen in door hen gehouden vennootschappen, onder zijn regie, en door tussenkomst van het door hem gecontroleerde Economische Gerecht in Moldavië, te (doen) ontvreemden (
- ii) door deze aandelen vervolgens buiten hun zicht te brengen en onder te brengen in de vennootschap OPF, een dochtervennootschap van de door hem gecontroleerde vennootschap OPH, waarvan [gedaagde] de UBO is;
- iii) door deze aandelen daarna door OPH te laten verkopen aan een derde, [naam 14] , en de opbrengst daarvan voor zichzelf (respectievelijk voor OPH) te behouden.
onder (i)genoemde ontvreemding van de daar bedoelde aandelen én de daarover gevoerde regie door [gedaagde] , voorshands voldoende aannemelijk. Het gerechtshof Amsterdam heeft in zijn arrest van 16 juli 2019 immers onder meer geoordeeld:
under blackmail” aan [gedaagde] heeft beloofd dat hij “
would resolve the issue of taking the Victoriabank shares away from [eiser 1] and [eiser 2]”. Verder bevestigde de getuige, kort gezegd, dat de desbetreffende vonnissen “
were actually fabricated in the course of 1 month”. Aan het slot van zijn verklaring betuigt [naam 24] spijt over zijn medeplichtigheid aan deze gang van zaken, maar voegt hij toe dat hij gedwongen was daaraan zijn medewerking te verlenen “
under pression of crude blackmail and threats.” Hij verklaart zich bereid verdere details op te helderen “
subject to the safety of my family and me”.
blackmail and threatsterwijl de getuige zich, blijken de geciteerde slotzin van de verklaring, kennelijk bovendien zorgen maakt over de veiligheid van zijn familie en hemzelf. Onder deze omstandigheden komt aan zijn latere ontkenning dat hij die verklaring heeft afgelegd, voorshands onvoldoende betekenis toe.
onder (ii)genoemde omstandigheid, dat de aanvankelijk aan [eisers] toebehorende aandelen vervolgens zijn ondergebracht in de vennootschap OPF, een dochtervennootschap van de OPH, ligt besloten in de rov 2.7-2.10 van het tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam van 27 november 2018. In dit geding is [gedaagde] daarop niet teruggekomen, zoals van hem verwacht mocht worden als hij niet wenste dat daarvan ook in dit geding voorshands zou worden uitgegaan. Voorts is hiervoor in 4.4 al overwogen dat in dit geding mede tot uitgangspunt dient dat [gedaagde] de UBO van OPH is.
onder (iii)is vermeld heeft te gelden dat het gerechtshof Amsterdam in zijn voormelde tussenarrest van 27 november 2018 heeft vastgesteld dat OPH op 15 december 2011 de aandelen in OPF heeft verkocht en geleverd aan [naam 14] , die daarvoor een koopprijs van $ 75 of 80 miljoen heeft betaald. Ook daarop is [gedaagde] in dit geding niet teruggekomen, zodat de juistheid daarvan tussen partijen vaststaat.
ernstigverwijt kan worden gemaakt van onrechtmatig handelen door OPH, is - indien al juist - niet relevant. De maatstaf van een persoonlijk ernstig verwijt past immers bij de aansprakelijkheid van de bestuurder van een vennootschap, maar zoals hiervoor een en andermaal is overwogen, wordt [gedaagde] niet in die hoedanigheid door [eisers] aansprakelijk gesteld.
5.De beslissing
3 november 2021voor uitlating door [gedaagde] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;