In deze zaak hebben eisers, die woningen in erfpacht bezitten in Amsterdam, verzocht om nieuwe WOZ-waardebeschikkingen voor de jaren 2015 en 2016. De heffingsambtenaar heeft deze verzoeken afgewezen, omdat de Wet WOZ niet toestaat dat aan personen die al een WOZ-beschikking hebben ontvangen, opnieuw een waardebeschikking wordt verstrekt voor hetzelfde belastingjaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de heffingsambtenaar geen voor bezwaar vatbare beschikking is en dat de bezwaren van eisers terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank heeft verder overwogen dat de bestreden uitspraken niet in strijd zijn met artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. Eisers hebben geen voldoende procedurele waarborgen aangetoond die hun recht op effectieve rechtsbescherming zouden schenden. De rechtbank heeft ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat de heffingsambtenaar in andere zaken geen consistente standpunten heeft ingenomen die een beroep op deze beginselen rechtvaardigen. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.