Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 december 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie met producties;
- het tussenvonnis van 31 mei 2017, waarbij een comparitie voor een meervoudige kamer van deze rechtbank is bevolen;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 december 2017 met de daarin genoemde stukken;
- de B-formulieren van 6 februari 2018 en 7 februari 2018, waarbij partijen de rechtbank meedelen dat zij geen schikking hebben bereikt en vonnis vragen;
- de brief van Sandcape van 13 februari 2018 met opmerkingen bij het proces-verbaal;
- de brief van KPE van 12 februari 2018 met opmerkingen bij het proces-verbaal.
2.De feiten
Schedule 7
Completion Date″ means the later of (i) 31 January 2016 and (ii) […] (hierna: de Leveringsdatum, rechtbank)
Interim Period″ means the period starting on the Signing Date and ending on the Completion Date.
Signing Date″ means 7 October 2015”.
Schedule 8
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
inperkingvan de mogelijkheden van de Raffinaderij en KPE om in de Interimperiode CAPEX-verplichtingen aan te gaan. Deze inperking kan – zo heeft KPE aangevoerd en Sandcape niet weersproken – worden verklaard door de enige andere bepaling in de SPA waarin iets is bepaald over CAPEX, namelijk artikel 3.16 van Schedule 3 van de SPA, waarin is bepaald dat Sandcape de uitstaande CAPEX-verplichtingen zou dragen op het moment van levering.
over en weerredelijkerwijs aan een bepaling mochten toekennen en hetgeen zij redelijkerwijs
van elkaarmochten verwachten. KPE betwist dat besteding van USD 48,1 miljoen het absolute minimum was om te garanderen dat de Raffinaderij veilig, betrouwbaar en conform de toepasselijke wet- en regelgeving functioneert. Zij voert aan dat het CAPEX-budget van USD 48,1 miljoen een
budgetis en als zodanig weergeeft wat de ruimte is die maximaal (niet: minimaal) in de begroting voor CAPEX-uitgaven is gereserveerd. KPE licht daarnaast toe dat de term ‘bare minimum’ in mei 2015 in een interne presentatie is gebruikt om te voorkomen dat de aandeelhouder van Q8 het CAPEX-budget op minder dan dat bedrag zou vaststellen en alsdan onder het personeel twijfels zouden rijzen over de lange-termijn-investeringen van Q8 in de Raffinaderij.
minimumnorm ligt besloten. Evenmin heeft Sandcape haar stelling dat het feit dat KPE slechts een deel van het CAPEX-budget heeft besteed, ertoe heeft geleid dat de Raffinaderij onveilig, onbetrouwbaar en/of niet conform de toepasselijke wet- en regelgeving zou hebben gefunctioneerd of dat daardoor een dergelijke situatie dreigde te ontstaan, nader gemotiveerd. Zij heeft hiervan geen enkel concreet voorbeeld gegeven, terwijl zij al sinds begin 2016 eigenaar is van de Raffinaderij, zodat ervan uit moet worden gedaan dat hiervan geen sprake is.
budget(zoals in dagvaarding is gesteld), maar van het totaal bestede bedrag aan CAPEX. Dit wordt ondersteund door de cijfers die KPE heeft overgelegd als productie 13 bij conclusie van antwoord en die aan Sandcape, als huidige eigenaar van de Raffinaderij, bekend zijn: zoals daaruit (onweersproken) blijkt, bedroeg het CAPEX-budget van de Raffinaderij in boekjaar 2014/2015 USD 104,7 miljoen, waarvan in dat boekjaar USD 29,5 miljoen is besteed. Uitgaande van een besteding van USD 20,051 miljoen in eerste tien maanden van boekjaar 2014/2015, blijkt daarmee rekenend dat na tien maanden dus niet 86% van het CAPEX-budget was besteed, maar slechts 19,15%. Een onjuistheid die Sandcape, voor zover zij die niet al kende, had behoren te kennen; zij was volledig op de hoogte van de relevante cijfers en (blijkens productie 14) de betekenis daarvan, doch heeft op basis daarvan een foutieve berekening gemaakt en de uitkomst daarvan in de dagvaarding vermeld.
vóór de Signingrelatief weinig informatie heeft verstrekt over het CAPEX-budget. Deze informatie was immers beperkt tot (i) het Tienjarenplan en het Initiële Capex Budget, (ii) de CAPEX Plan Template” (randnummer 8.10 dagvaarding).
Deze verlaging van het CAPEX budget is in de Definitieve Koopprijs verdisconteerd[onderstreping rechtbank]” (randnummer 7.13 dagvaarding).
kalenderjaren, terwijl de budgetten per
boekjaarzijn opgesteld. Wat Sandcape hierbij heeft verzwegen, is dat – zo heeft KPE onweersproken aangevoerd – het Sandcape zelf was die bij KPE een voorbeeld van dit ‘CAPEX Plan Template’ gebaseerd op kalenderjaren heeft aangeleverd. Feitelijk heeft Sandcape dus verzocht om bedragen over kalenderjaren, zodat daarin geen grond bestaat voor het verwijt richting KPE over gebrekkige informatievoorziening.
omdat de SPA dit vereiste[onderstreping rechtbank]” (randnummer 8.11 dagvaarding).
’van de SPA en de totstandkoming daarvan. Er is dan ook voldaan aan de voorwaarden voor een volledige vergoedingsplicht ter zake van proceskosten op grond van onrechtmatig handelen.