Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. N. Voorhuis en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.H.W. van der Lee, naar voren hebben gebracht.
- [medeverdachte 1] (hierna te noemen: [medeverdachte 1]), parketnummer 13/708049-11;
- [medeverdachte 2] (hierna te noemen: [medeverdachte 2]), parketnummer 13/708050-11;
- [medeverdachte 3] (hierna te noemen: [medeverdachte 3]), parketnummer 13/693016-11;
- [medeverdachte 4] (hierna te noemen: [medeverdachte 4]), parketnummer 13/730002-13;
- [medeverdachte 5] (hierna te noemen: [medeverdachte 5]), parketnummer 13/730000-13.
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Verloop van het onderzoek
5.Bewijsuitsluitingsverweer verklaring [slachtoffer 4]
6.Waardering bewijs
[slachtoffer 4] verklaart dat zij tijdens de inval op 30 mei 2011 in het gootsteenkastje zat, omdat zij een paniekaanval kreeg toen, in een vreemd land, tussen vreemde mensen, de deur werd geforceerd en de politie binnen kwam. [slachtoffer 4] wist niet wat ze moest doen. Ze vond het de beste oplossing om in het gootsteenkastje te kruipen. Kort daarna verklaart [slachtoffer 4] dat ze niet wist dat het politiemensen waren die binnenkwamen en dat ze de mensen van de politie niet heeft gezien. Verder verklaart ze op 30 mei 2011 in het intakegesprek dat ze in het kastje was gekropen, uit angst voor twee klanten. Deze twee jongens waren bij haar geweest. Zij wilden een triootje, maar ze wilden daarvoor niet betalen. [slachtoffer 4] verklaart dat deze klanten haar hebben bedreigd. Op het moment dat op 30 mei 2011 de deur werd geforceerd dacht [slachtoffer 4] dat die klanten binnenkwamen.
Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris verklaart [slachtoffer 4] dat ze bang is geworden door de verhalen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 1] had verteld dat ze ([slachtoffer 4]) mishandeld zou worden als ze naar huis zou gaan. [slachtoffer 4] heeft in Hongarije bij de notaris verklaard dat [slachtoffer 1] haar verbaal bedreigd heeft en dat ze bang van haar is geworden. Geconfronteerd met deze verklaring tijdens het verhoor door de rechter-commissaris verklaart ze dat de bedreiging waarschijnlijk een bedreiging van die mensen zou zijn omdat [slachtoffer 1] zo veel slechte dingen over die mensen had verteld.
[slachtoffer 1] heeft tegen [slachtoffer 4] gezegd dat het niet waar was dat ze was mishandeld en dat ze het alleen uit angst had gezegd, aldus [slachtoffer 4] bij de rechter-commissaris. Direct daarna verklaart [slachtoffer 4] dat [slachtoffer 1] eigenlijk niet bang was, maar dat [slachtoffer 1] niet meer wilde werken. Ze had namelijk gehoord dat als je hier in Nederland bent en aangifte doet, je woonruimte toegewezen krijgt en mag blijven. Dat wilde [slachtoffer 1]. Later verklaart [slachtoffer 4] tijdens dat verhoor dat [slachtoffer 1] aan haar had verteld dat ze terug naar Hongarije wilde.
Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris wordt [slachtoffer 4] geconfronteerd met haar verklaring bij de politie dat [slachtoffer 4] zou hebben gezien dat [slachtoffer 2] geld gaf aan verdachte [medeverdachte 3]. Daarop verklaart [slachtoffer 4] dat ze niet heeft gezien dat [slachtoffer 2] geld gaf aan [medeverdachte 3]. Toen [slachtoffer 2] van haar werk kwam, lag [slachtoffer 4] te slapen en werd ze wakker. Ze zag, half in slaap, dat [slachtoffer 2] een stuk papier aan [medeverdachte 3] gaf. Het bleek een papieren zakdoekje te zijn, want [medeverdachte 3] snoot zijn neus.
7.Medeplegen en medeplichtigheid
8.Vrijspraak
9.Bewezenverklaring
10.De strafbaarheid van de feiten
Verdachte zal dan ook op dit punt worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
11.De strafbaarheid van verdachte
12.Motivering van de straffen
13.Benadeelde partijen
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
2 (TWEE) JAAR.
2 9.00 STK Acculader
3 1.00 STK Zaktelefoon
mr. A. Koopsen, toe tot € 26.700,- (zesentwintigduizend en zevenhonderd euro), bestaande uit materiële en immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 30 mei 2011 tot aan de dag van de algehele voldoening.