ECLI:NL:PHR:2025:662
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verstek verleend tegen niet verschenen verdachte en niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam de verdachte op 21 augustus 2023 niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter. De verdachte was niet verschenen op de zitting, en zijn raadsman had voorafgaand aan de zitting een aanhoudingsverzoek ingediend omdat hij verhinderd was. Het hof heeft dit verzoek niet onderkend en heeft verstek verleend. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie gesteld dat het hof ten onrechte verstek heeft verleend en dat het verzuim om op het aanhoudingsverzoek te beslissen met nietigheid is bedreigd. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van het hoger beroep. De zaak benadrukt het belang van het tijdig beslissen op aanhoudingsverzoeken en de gevolgen van het niet naleven van deze procedurele vereisten. De Procureur-Generaal heeft geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak aanleiding geven, maar stelt dat de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep onterecht is.