ECLI:NL:HR:2015:3713

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2015
Publicatiedatum
23 december 2015
Zaaknummer
14/06584
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekeningsperikelen en rechtsgeldige betekening van de appeldagvaarding in cassatie

In deze zaak gaat het om de rechtsgeldigheid van de betekening van een appeldagvaarding. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie, specifiek ECLI:NL:HR:2002:AD5163, met betrekking tot de eisen die aan een cassatieklacht over de betekening van een dagvaarding worden gesteld. De verdachte heeft in cassatie aangevoerd dat de dagvaarding in hoger beroep niet aan hem persoonlijk is uitgereikt en dat hij niet degene is geweest die de akte van uitreiking heeft ondertekend. De Hoge Raad constateert dat er discrepanties zijn tussen de gegevens in de ID-staat SKDB en de akte van uitreiking van de appeldagvaarding. De akte van uitreiking vermeldt een paspoortnummer en handtekening die niet overeenkomen met die van de verdachte. Hierdoor is het oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend, niet naar de eisen der wet met redenen omkleed. Om doelmatigheidsredenen verklaart de Hoge Raad de appeldagvaarding nietig. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de dagvaarding in hoger beroep wordt ongeldig verklaard.

Uitspraak

22 december 2015
Strafkamer
nr. S 14/06584
EC/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 november 2014, nummer 21/003691-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.Th.M. Zumpolle, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel behelst de klacht dat het Hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte geldig heeft geacht.
2.2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof van 7 november 2014 houdt onder meer in:
"De verdachte genaamd:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats],
is niet verschenen.
Ter terechtzitting is aanwezig mr. M.Th.M. Zumpolle, advocaat te Utrecht, die verklaart niet uitdrukkelijk door verdachte te zijn gemachtigd de verdediging te voeren.
(...)
De oudste raadsheer deelt mede dat de dagvaarding in hoger beroep op 3 oktober 2014 in persoon aan verdachte is uitgereikt.
(...)
Op vordering van de advocaat-generaal verleent het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan."
2.3.
Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken van het geding bevindt zich de akte van uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen op de terechtzitting van het Hof van 7 november 2014, welke inhoudt dat de dagvaarding op 3 oktober 2014 is uitgereikt aan de verdachte in persoon. Deze akte is onder "Handtekening voor ontvangst" voorzien van een handtekening en van het paspoortnummer "[001]".
2.4.
Vooropgesteld moet worden dat aan een cassatieklacht over de betekening van een dagvaarding of oproeping slechts gegevens ten grondslag kunnen worden gelegd die blijken uit de stukken van het geding of die als vaststaand kunnen worden aangenomen op grond van eerst in cassatie overgelegde bescheiden, aan de herkomst en betrouwbaarheid waarvan in redelijkheid niet kan worden getwijfeld (vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163, NJ 2002/317).
2.5.
Namens de verdachte is in cassatie gesteld dat de dagvaarding in hoger beroep niet aan hem in persoon is uitgereikt en dat hij niet degene is geweest die de akte van uitreiking heeft ondertekend. Daartoe is verwezen naar de ID-staat SKDB van 22 oktober 2014 waarin is vermeld dat het paspoortnummer van de verdachte is [002] en is een kopie overgelegd van een ten name van de verdachte gesteld en van een handtekening voorzien, op 11 november 2009 afgegeven paspoort met nummer [002], met een geldigheidsduur tot 11 november 2014. Dit paspoortnummer en de handtekening komen niet overeen met het paspoortnummer en de handtekening op de akte van uitreiking van de appeldagvaarding.
2.6.
Gelet hierop is het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend, niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.7.
Het middel is terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal de appeldagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig verklaren.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 december 2015.