ECLI:NL:HR:2018:1877

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2018
Publicatiedatum
8 oktober 2018
Zaaknummer
17/00291
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest wegens verzuim te beslissen op een aanhoudingsverzoek in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een snelheidsovertreding waarbij de verdachte in hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat het hoger beroep te laat was ingesteld. De raadsman van de verdachte had echter voorafgaand aan de terechtzitting in hoger beroep een verzoek tot aanhouding ingediend, omdat hij verhinderd was door vakantie. Dit verzoek was niet in het dossier opgenomen, maar was wel aan de cassatieschriftuur gehecht. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof heeft verzuimd te beslissen op dit aanhoudingsverzoek, wat heeft geleid tot nietigheid van het onderzoek en de daaropvolgende uitspraak. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

9 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/00291
IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 26 augustus 2016, nummer 22/003074-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.G.J. Smit, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof heeft verzuimd te beslissen op het door de raadsman van de verdachte voorafgaand aan de terechtzitting in hoger beroep van 26 augustus 2016 gedane verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak in verband met zijn verhindering.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 12 en 14, is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 oktober 2018.