Conclusie
1.Inleiding
2.Feiten en procesverloop
special purpose vehicleom als hoofdaannemer te fungeren op het werk van Telem in Sint Maarten.
3.Bespreking van het cassatiemiddel
multi-tieredgeschilbeslechtingsclausule’) en het recht op toegang tot de rechter heeft ingeroepen en die op één lijn zijn te stellen met respectievelijk schending van de opdracht en strijd met de openbare orde. Het fundamentele karakter van het recht op toegang tot de rechter brengt mee dat het onderzoek en/of toetsing door de rechter in dat geval zonder terughoudendheid dient te worden verricht. Hetzelfde geldt in het geval dat in strijd met hoor en wederhoor is gehandeld. Áls terughoudendheid moet worden betracht, gaat die terughoudendheid in ieder geval niet zo ver dat de rechter niet dient te onderzoeken of het scheidsgerecht de in de procedureregels vervatte maatstaf heeft aangelegd, maar brengt die terughoudendheid slechts mee dat de rechter niet dient te onderzoeken op welke wijze en met welk resultaat het scheidsgerecht dat heeft gedaan, aldus het onderdeel.
onderdelen 5.1 t/m 5.4lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Voor zover het onderdeel betoogt dat het Hof zijn taak als appelrechter heeft miskend, merk ik het volgende op. Het is een grondbeginsel van een goede procesorde dat elke rechterlijke beslissing tenminste zodanig is gemotiveerd dat zij voldoende inzicht geeft in de daaraan ten grondslag liggende gedachtegang om de beslissing zowel voor partijen als voor derden controleerbaar en aanvaardbaar te maken. Hoever deze motiveringsplicht gaat, hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder met name ook de aard van de procedure en het tussen partijen gevoerde debat. [10] Het appelprocesrecht in de Caribische delen van ons Koninkrijk verschilt op dit punt niet van het appelprocesrecht, zoals dit in Nederland (het Koninkrijk in Europa) geldt. [11] Indien de appelrechter in de grieven geen andere stellingen of verweren leest dan reeds in eerste aanleg waren aangevoerd en verworpen, mag de appelrechter – om zich te verenigen met het oordeel van de rechter in eerste aanleg – volstaan met het overnemen van de beslissing van de rechter in eerste aanleg en de overwegingen die daaraan ten grondslag zijn gelegd. Indien de grieven nieuwe punten bevatten, is de appelrechter gehouden tot een nadere motivering. [12] Voor zover de appelrechter zich heeft verenigd met de overwegingen van de rechter in eerste aanleg en die tot de zijne heeft gemaakt, kunnen de cassatieklachten zich richten tegen die overwegingen en vormen zij het voorwerp van onderzoek in cassatie. [13]
b) the dispute shall be settled by three arbitrators appointed in accordance with these Rules, and
c) the arbitration shall be conducted in the language for communications defined in Sub-Clause 1.4 [Law and Language: Sint Maarten, Kingdom of the Netherlands; English] while any arbitration hearing shall be held in Amsterdam, the Netherlands.
Zo heeft Telem herhaaldelijk betoogd dat de onderhandenvordering van MER op generlei [wijze, toev. A-G] is onderbouwd, dat MER niet aan haar stelplicht heeft voldaan, dat desondanks de vordering integraal is toegewezen(…) en dat het scheidsgerecht niet alsdanig had mogen beslissen. Dit kan niet anders worden gezien als een
verkapt appel, waar noch een vernietigingsprocedure noch een tenuitvoerleggingsprocedure voor bedoeld is.
De motiveringsklachten zijn geen klachten die in deze procedure thuis horen. (…)’ (mijn onderstreping, A-G)
Onderdeel 6.1is gericht tegen rov. 2.7, waarin het Hof heeft geoordeeld dat het geen aanleiding ziet gebruik te maken van de in art. 36 lid 2 Model Law neergelegde bevoegdheid om de tenuitvoerlegging op te schorten, omdat niet kan worden gezegd dat thans op basis van een
summierlijke toetsingreeds dient te worden geoordeeld dat de kans op vernietiging van de Award in de procedure bij het Hof Amsterdam
aanzienlijkte achten is. Volgens het onderdeel getuigt dit oordeel van een onjuiste rechtsopvatting. Bij de beoordeling of hij zijn beslissing op het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging zal aanhouden op de voet van art. 36 lid 2 Model Law, moet de rechter zich een voorlopig oordeel vormen over de vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis (en daarnaast de belangen van partijen afwegen). De rechter moet beoordelen of de kans op vernietiging zodanig is dat de tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis moet worden geschorst (de beslissing op het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging moet worden aangehouden). Die beoordeling dient niet slechts op basis van een summierlijke toetsing plaats te vinden. Bovendien is niet vereist dat de kans op vernietiging van het arbitrale vonnis ‘aanzienlijk’ is. Een reële kans op vernietiging volstaat, aldus het onderdeel.
Schorsing tenuitvoerlegging