2.3Van de zittingen van 21 april 2022 en 10 mei 2022 is één proces-verbaal opgemaakt.Dat proces-verbaal houdt wat betreft de terechtzitting van 21 april 2022 in:
“Tegenwoordig zijn
op 21 april 2022:
mr. T. de Bont, voorzitter,
mr. J.J.I. de Jong en mr. H.A. van Eijk, leden,
mr. S.H.M. van Gennip, griffier.
Aan de verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken. De verdachte verklaart daarop als volgt:
De voorzitter deelt mede dat het onderzoek dadelijk in verband met de aanstaande meivakantie zal worden onderbroken tot 10 mei 2022 te 13:30 uur en dat het onderzoek op dat moment zal worden gesloten. Hij kondigt aan dat de uitspraak zal volgen op 17 mei 2022 te 13:30 uur.
De raadsman deelt daarop mede:
lk ben het daar niet mee eens. Het gaat van kwaad tot erger in Nederland met betrekking tot de wettelijke uitspraaktermijn van veertien dagen. De zaak zit u nu nog vers in het geheugen. Ik heb inmiddels meerdere keren meegemaakt dat deze constructie wordt gekozen om de veertien dagen termijn te ontduiken. Ik verzoek uw hof binnen veertien dagen na heden uitspraak te doen.
De advocaat-generaal deelt mee geen bezwaar te hebben tegen sluiting van het onderzoek op 10 mei 2022.
Het onderzoek wordt onderbroken voor beraad in raadkamer.
De voorzitter deelt, nadat het onderzoek weer is hervat, als beslissingen en overwegingen van het hof mede:
• In hetgeen de raadsman heeft aangevoerd worden geen juridische beletselen gezien om het onderzoek eerst op 10 mei 2022 te sluiten. De voorgestelde werkwijze is ook geaccepteerd door de Hoge Raad (vgl. HR 12 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4660). Het verzoek om binnen veertien dagen na heden uitspraak te doen wordt afgewezen. • Het onderzoek wordt onderbroken tot 10 mei 2022 te 13:30 uur, onder aanzegging van de verdachte en diens raadsman van die dag en dat tijdstip.
De raadsman deelt mede dat zijn cliënt afstand doet van het recht om bij de sluiting van het onderzoek en bij de uitspraak aanwezig te zijn.”
Het proces-verbaal houdt wat betreft het onderzoek ter terechtzitting van 10 mei 2022 in:
“Tegenwoordig zijn
op 10 mei 2022:
mr. J.J.I. de Jong, raadsheer,
mr. R.J. den Arend, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. S. Mirshahi, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak uitroepen door de bode.
De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen.
Diens raadsman is evenmin ter terechtzitting verschenen.
Het op 21 april 2022 onderbroken onderzoek wordt hervat.
De raadsheer deelt mede dat op 9 mei 2022 namens het hof per e-mail aan de partijen is medegedeeld dat wegens klemmende persoonlijke omstandigheden één van de raadsheren niet aanwezig kan zijn bij de terechtzitting van heden, dat in verband daarmee het onderzoek enkelvoudig zal worden gesloten en dat het hof – behoudens tegenbericht – erop vertrouwt dat de partijen daarmee instemmen. De raadsheer deelt mede dat het thans 13:53 uur is en dat nog geen (tegen)bericht is ontvangen.
De advocaat-generaal deelt desgevraagd mede geen bezwaar te hebben tegen enkelvoudige sluiting van het onderzoek ter terechtzitting.
De raadsheer verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede dat volgens de beslissing van het gerechtshof de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 17 mei 2022 te 13:30 uur.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door mr. J.J.I. de Jong en de griffier is vastgesteld en ondertekend.”