Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
19 november 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 2019 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die zich met geweld heeft verzet tegen zijn aanhouding, wat heeft geleid tot lichamelijk letsel bij een politieambtenaar. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in strijd heeft gehandeld met artikel 345 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door niet uiterlijk op de veertiende dag na de sluiting van het onderzoek uitspraak te doen. Het onderzoek in hoger beroep was op 23 juli 2014 gesloten, maar de uitspraak volgde pas op 8 augustus 2014. Dit verzuim heeft geleid tot de nietigheid van het bestreden arrest. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof, wat de Hoge Raad heeft bevestigd. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling op basis van het bestaande hoger beroep.