Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Aanleiding en verloop van de zaak
3.De beschikking
Standpunt officier van justitieDe officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering onttrekking aan het verkeer. Daartoe is aangevoerd dat de hond, ook met een muilkorf, een gevaar is voor kleine kinderen en daarmee een te groot risico vormt voor de veiligheid van personen op straat.
Standpunt van de verdedigingDe verdediging heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Daartoe is onder meer aangevoerd dat de officier van justitie niet ontvankelijk moet worden verklaard, omdat geen sprake is van een strafbaar feit noch van een strafrechtelijke vervolging. Subsidiair is – kort gezegd – betoogd dat gelet op de bevindingen van deskundige Planta en de reactie van het Riskassessmentteam daarop de eerdere risicoanalyse van dat team en het daarin opgenomen advies geen stand kan houden.
4.Het eerste middel
toewijzingvan een vordering tot onttrekking aan het verkeer moet vaststaan dat er een relatie is met een begaan strafbaar feit, ook als het om een afzonderlijke vordering tot onttrekking aan het verkeer gaat (zie hiervoor onder randnummer 4.5.). In dit geval heeft de rechtbank de vordering echter
afgewezen, zodat de subsidiaire klacht reeds om die reden faalt. [8]
rechterlijke uitspraakals bedoeld in art. 36b lid 1 aanhef en onder 3º, maar om een
afzonderlijke beschikkingtot onttrekking aan het verkeer in de zin van art. 36b lid 1 aanhef en onder 4º, kan ik mij wel voorstellen dat de steller van het middel een beroep doet op dit arrest van de Hoge Raad. Dat neemt niet weg dat ik meen dat het een tevergeefs beroep is. De zaken lopen daarvoor te veel uiteen.
5.Het tweede middel
NJ2021/358. In deze beschikking heeft de Hoge Raad overwogen dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid dat de rechter die oordeelt over een klaagschrift als bedoeld in art. 552a lid 1 Sv voorwaarden verbindt aan de teruggave van een inbeslaggenomen voorwerp. [14]