4.3.1Bespreking van de verweren
Ten aanzien van 3 (kosten werkkleding, persoonlijke verzorging, levensonderhoud en woning)
De rechtbank verwerpt het verweer. Ten aanzien van de kosten voor levensonderhoud is in het rapport reeds rekening gehouden met een stelpost van € 500,-- per maand. Dit betreft een valide berekening waarmee voldoende rekening is gehouden met verrekking van voornoemde kosten. (…)
Ten aanzien van kosten die het slachtoffer heeft gemaakt ter zake van woninghuur, gas, water en licht overweegt de rechtbank het volgende. Hoewel veroordeelde voordeel heeft genoten van de woning van het slachtoffer, omdat hij met enige regelmaat in de woning verbleef en beschikte over een eigen sleutel van de woning, komen deze kosten niet in aanmerking voor aftrek van het verkregen voordeel nu deze kosten niet in directe relatie staan tot het door veroordeelde gepleegde strafbare feit.’
18. Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep gehouden op 1 juni 2021 blijkt dat de raadsvrouw van de betrokkene het woord tot verdediging heeft gevoerd aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen. Deze houden onder meer het volgende in:
‘Kosten
De verdediging meent dat, naast de door het OM erkende kosten, die alsnog zijn afgetrokken van het voordeel (money transfers [slachtoffer], kosten werkkleding, contante stortingen, 6 extra dagen niet werken in verband met borstoperatie, drugs) ook met de andere kosten rekening moet worden gehouden. Zo zijn de kosten van de borstoperatie niet meegenomen. Deze kosten kunnen (indien wordt aangesloten bij de kosten van [betrokkene 1]) worden gesteld op minimaal € 3.600,-.
Huur
De huur van de huurwoning van [slachtoffer] van € 750,- huur en € 100,- gas, water en licht per maand dient in het voordeel van [betrokkene] en [medeverdachte] in mindering te worden gebracht van het gestelde wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat zij niet hebben geprofiteerd van deze gemaakte huurkosten en deze wel zijn betaald met de inkomsten van [slachtoffer]. [medeverdachte] (en [betrokkene]) hadden hun eigen huurwoning, waar zij ook verbleven.
Drugsgebruik
Voor wat betreft het drugsgebruik handhaaft het OM het standpunt dat een gemiddelde genomen moet worden van de dagelijks kosten van cocaïne (tussen de € 25,- en € 50,-).’
19. In het bestreden arrest heeft het hof onder meer het volgende overwogen over de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel (met overneming onder vernummering van een voetnoot):
‘Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Kosten
Naast de door het openbaar ministerie erkende kosten, moeten ook de kosten van de huurwoning van [slachtoffer] van huur € 750,00 per maand en € 100,00 per maand voor gas, water en licht (elektriciteit) op het voordeel in mindering worden gebracht, omdat [medeverdachte] en [betrokkene] niet hebben geprofiteerd van deze gemaakte huurkosten en deze wel zijn betaald met de inkomsten van [slachtoffer]. [medeverdachte] (en [betrokkene]) hadden hun eigen huurwoning, waar zij ook verbleven.
De betrokkene is veroordeeld ter zake van – kort gezegd – medeplegen van mensenhandel van [slachtoffer] in de periode van 1 februari 2010 tot 1 december 2012. Op grond van deze veroordeling kan aan de betrokkene de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk voordeel dat hij heeft verkregen door middel van of uit de baten van het bewezenverklaarde.
Kosten van levensonderhoud, werkkleding, woning, etc.
Het hof gaat uit van een bedrag van € 500,00 per maand, zoals in het proces-verbaal van bevindingen Berekening gewerkte uren + afgestane verdiensten [slachtoffer] geschat.Onder die kosten zijn begrepen, onder meer, de kosten voor het levensonderhoud, werkkleding, het deel van de huur dat naar schatting voor rekening van [slachtoffer] dient te komen, etc. Niet aannemelijk is geworden dat sprake is geweest van meer kosten. De periode van 14 februari 2010 tot en met 1 december 2012 beslaat 33,5 maanden x € 500,00 = € 16.750,00
Schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel
verdiensten (na kamerhuur) €808 €360 € 290.880
vakanties € 1.500
borstvergroting € 3.000
huur etc. € 16.750
drugs € 30.300
auto € 6.700
contante stortingen € 675
money transfers € 4.200
20. In de geciteerde overwegingen verwijst het hof onder meer naar een pagina van een proces-verbaal van bevindingen van 22 februari 2017, inhoudende een berekening van gewerkte uren en afgestane verdiensten van [slachtoffer]. Deze pagina vermeldt het volgende (met weglating van een voetnoot):
‘3. Verrekening uitgaven/kosten
Het totaalbedrag van € 398.820,- betreft de bruto omzet van [slachtoffer]. Gelet op haar verklaringen en de verstrekte bankgegevens is gebleken dat er uitgaven zijn die van dit bedrag moeten worden afgetrokken. Ook is het aannemelijk dat er, naast deze uitgaven ook andere kosten zijn gemaakt om het werk ais raamprostituee te kunnen doen.