3.2.2.De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het woord gevoerd overeenkomstig de aan het proces-verbaal gehechte pleitnota. Deze pleitnota houdt (met weglating van voetnoten) in:
“
Strafmaat
Mocht uw hof dit verzoek onverhoopt passeren dan verzoekt de verdediging de volgende omstandigheden in acht te nemen bij bepaling van de staf.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals opgelegd door de rechtbank, een disproportionele sanctie vormt en aan ieder strafdoel voorbij gaat.
In een vergelijkbare zaak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant kwam de rechtbank tot een gevangenisstraf voor de duur van één dag in combinatie met een taakstraf voor de duur van 240 uur, omdat de rechtbank van mening was dat een substantiële onvoorwaardelijke gevangenisstraf een te zware strafmodaliteit was. Dat is in de onderhavige zaak niet anders.
In de aangehaalde zaak adverteerde het meisje ook op sekswebsites. Een verschil is dat het om een meisje van 17 gaat in plaats van 15. Jurisprudentie tussen 248b Sr en 245 Sr is zoals de officier van justitie in eerste aanleg aanhaalde lastiger te vergelijken, omdat het strafmaximum het dubbele is en de leeftijd verschilt. In de aangehaalde zaak gaat het de verdediging het er echter met name om welke punten relevant worden geacht bij het bepalen van de straf.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in deze zaak:
"De rechtbank overweegt dat, hoewel voorop staat dat verdachte de leeftijd van de prostituee had moeten controleren en hij dit ten onrechte heeft nagelaten, zij het aannemelijk acht dat verdachte heeft gedwaald omtrent de leeftijd van het slachtoffer en dat hij er vanuit ging dat zij minimaal 18 jaar was, zoals ook vermeld stond in de advertentie op internet. Uit het dossier en uit het verhandelde ter terechtzitting is niet aannemelijk geworden dat verdachte bewust op zoek is geweest naar een minderjarige prostituee. Er waren geen bijzondere situationele omstandigheden op grond waarvan hij gespitst had moeten zijn op de mogelijke minderjarigheid van het slachtoffer dan wel misbruik van haar. Op basis van het uiterlijk van het slachtoffer was kennelijk ook niet zonder meer duidelijk dat zij nog geen 18 jaar was."
Net als in deze zaak heeft ook cliënt gedwaald ten aanzien van de leeftijd. Immers, net als in de aangehaalde zaak staat vast dat aangeefster er ouder uit zag dan haar kalenderleeftijd. Ook van belang is dat is vast komen te staan dat cliënt nooit heeft gezocht naar een minderjarige of per se een jong uitziende prostituee. Er waren voor cliënt - net als in deze zaak - geen omstandigheden op grond waarvan cliënt gespitst had moeten zijn op de mogelijke minderjarigheid van aangeefster. Het feit dat ook met de leeftijd van 25 jaar wordt geadverteerd is ook geen aanwijzing dat iemand misschien te jong zou zijn, anders dan iemand die zegt dat ze precies 18 jaar is. Ook dit is in het voordeel van cliënt. Ten aanzien van de speciale preventie oordeelde de rechtbank in deze zaak dat gelet op de omstandigheid dat verdachte niet op zoek is geweest naar een minderjarige prostituee geen substantiële onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. Daarbij was de verdachte in de aangehaalde zaak evenals cliënt in onderliggende zaak niet eerder in aanraking gekomen met politie en justitie. Dit zou voor wat betreft de strafmaat daarom in deze zaak niet anders mogen zijn.
Met het oog op generale preventie achtte de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur tevens niet passend. De hiervoor genoemde overwegingen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant sluiten aan bij de situatie van cliënt. De verdediging meent dat in de zaak van cliënt de strafdoelen niet in acht zijn genomen met als uitkomst een buitenproportionele straf voor cliënt van 10 maanden onvoorwaardelijk.
De omstandigheid dat cliënt nimmer op zoek is geweest naar een minderjarige prostituee, wordt overigens wel erkend door de rechtbank Den Haag (p. 5 Vonnis) en de Officier van Justitie (p. 10 Requisitoir). De verdediging ziet dit echter niet terug in de strafmaat.
Ook van belang is dat uit het reclasseringsrapport blijkt dat het recidiverisico op alle vlakken laag wordt geacht (p. 7 Reclasseringsadvies). Zo rapporteert de reclassering:
"Onderhavig feit lijkt een eenmalig incident en de inschatting is momenteel dat er voldoende afschrikkende werking uitgaat van de consequenties bij een nieuwe aanhouding (p. 5)."Bovendien dient mee te worden gewogen dat is vastgesteld dat cliënt nooit eerder voor soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is geweest of überhaupt met politie in aanraking is gekomen. Gelet op het uiterst lichte schuldverwijt dat cliënt kan worden gemaakt is de verdediging van mening dat de straf die door de rechtbank is opgelegd buitenproportioneel is en aan ieder strafdoel voorbij gaat.
Media aandacht
De consequenties van deze zijn voor cliënt erg groot, ook al zonder een vrijheidsstraf. Niet alleen zal hij bij detentie zijn baan en inkomen verliezen. Maar tot op heden voelt hij zich in zekere mate al gestraft door de mensen om hem heen die weten van de zaak tegen hem. Zijn partner is bijvoorbeeld op de hoogte van de zaak. Cliënt heeft zich keihard moeten inzetten om zijn relatie met zijn partner te herstellen en is hiervoor ook met haar in relatietherapie gegaan.
Daarnaast heeft de zaak veel media-aandacht gekregen. De officier van justitie heeft verschillende keren de media opgezocht over de strafzaken van de vijf klanten. Zo heeft hij de zaak aan het licht gebracht in het talkshowprogramma Jinek en stelt hij dat klanten van tienerprostitutie keihard moeten worden aangepakt. Hij haalt in het programma DREAMSCHOOL de zaak van cliënt aan en leest exacte passages voor uit het dossier. Waarop hij vervolgens de vraag stelt
"Nou hebben we die loverboy voor vijfjaar opgeborgen, maar zijn we er dan? (...) Hoe zit het met al die kerels? (...) Wat een ranzige mannetjes zijn dat. (...) Pedo's. Wat mij betreft zou het uitgangspunt moeten zijn gevangenisstraf voor dit soort feiten."(NPO DREAM SCHOOL dinsdag 10 maart 2020(?) 20:25 (aflevering) - vanaf 40 minuten.)
Ik wil namens cliënt uitspreken dat het gebruik van een term als pedo niet alleen ongenuanceerd maar zelfs onjuist is en daarnaast ook als bijzonder grievend wordt ervaren. Ook met deze uitspraken wordt cliënt geconfronteerd. Waarom benoemt de officier dit op deze ongenuanceerde wijze? De officier van justitie heeft hier een voorbeeld willen stellen van cliënt tegenover de samenleving en de publieke opinie. Kennelijk om dit soort zaken aan de zijde van het Openbaar Ministerie te krijgen. Dit om hogere straffen aanvaardbaar te maken en ter afschrikking van toekomstige klanten. Dat cliënt hiervoor geslachtofferd wordt met een omschrijving van een ranzig mannetje en een pedo is absoluut ten onrechte en zwaar beschadigend voor cliënt. Dit moet daarom in matigende zin mee worden gewogen wanneer u wel tot een straf zou komen. Gelet op het voorgaande is de verdediging van mening dat in het onderhavige geval een aanzienlijke lagere straf passend en geboden is dan thans is opgelegd.
Taakstrafverbod
In eerste aanleg stelt de rechtbank rekening gehouden te hebben
"met de in artikel 22b Sr neergelegde beperkingen ten aanzien van de oplegging van een taakstraf". De Hoge Raad heeft op 20 februari 2018 in de Valkenburgse Zedenzaak geoordeeld dat de wet toestaat dat van een taakstrafverbod kan worden afgeweken als naast de taakstraf een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd en acht de motivering van de strafoplegging niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd.
Dit laat daarmee voldoende ruimte aan uw Hof om een vergelijkbare straf op te leggen. Met de reclassering stelt de verdediging zich op het standpunt dat een taakstraf een passende sanctie is in het onderhavige geval en acht de verdediging het passend om in de situatie van cliënt de motivering van de Hoge Raad in de Valkenburgse Zedenzaak te volgen.
Persoonlijke omstandigheden
Hierbij wenst de verdediging te benadrukken dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf enorme gevolgen met zich mee zal brengen voor de persoonlijke omstandigheden van cliënt. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal ertoe leiden dat cliënt zijn baan, inkomen en mogelijk zijn huisvesting en dochter kwijtraakt.
Cliënt heeft zijn leven nu juist goed op orde en vormt een toevoeging aan onze maatschappij. Cliënt is een zelfstandig functionerende man met een goede vaste baan. Hij werkt al ruim vijf jaar voor een straatvegersbedrijf voor de gemeente en heeft een contract voor onbepaalde tijd. Cliënt heeft in 2020 zijn contract mogen uitbreiden van vier naar vijf dagen per week en krijgt kansen om te groeien binnen het bedrijf. Recentelijk heeft hij een opleidingstraject van drie maanden gevolgd voor 'meewerkend voorman' en wacht op het moment op nader bericht van zijn leidinggevende. Mocht hij promotie maken zal ook zijn salaris worden verhoogd. Een onderbreking van het dienstverband, hoe kort ook, zal vermoedelijk direct leiden tot ontslag van cliënt.
Daarbij is cliënt na een periode van vier jaar hard werken eindelijk uit de schulden. Als gevolg hiervan is cliënt eind 2020 ingetrokken bij zijn partner in Dordrecht, waarmee hij al zes jaar samen is. Gelet op het gegeven dat cliënt geen aflossingen meer hoeft te doen in het kader van financiële schulden en thans gedeelde woonlasten heeft, is hij nu in de gelegenheid om te sparen. Zo heeft cliënt ook geïnvesteerd in het behalen van zijn rijbewijs. Verder hebben cliënt en zijn partner hard gewerkt aan hun relatie, mede dankzij relatietherapie die zij buiten de reguliere hulp van GGZ zelfstandig hebben bekostigd. (Dit om er zeker van te zijn dat zij een therapeut zouden treffen die in het Engels kon behandelen.) Het stel is op het moment erg gelukkig en heeft plannen om te trouwen. Verder is cliënt de relatie met zijn dochter verder aan het opbouwen. Nu zij recentelijk is bevallen van een zoon, wil betrokkene er ook voor haar en zijn kleinzoon zijn.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal alle positieve ontwikkelingen abrupt verstoren. Reclassering raadt derhalve een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook sterk af. Na een langdurige detentie zal cliënt waarschijnlijk niet makkelijk meer aan werk kunnen komen vanwege zijn leeftijd, beperkte scholing en COVID-situatie. Ook merkt de reclassering op dat indien de relatie niet bestand is tegen een (langdurige) gevangenisstraf cliënt zonder huisvestiging komt te zitten. Tot slot zal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een negatief effect hebben op de relatie met zijn dochter. Indien cliënt wordt gedetineerd zal hij afstand moeten nemen. Dit zou zijn dochter ook weer als afwijzend kunnen ervaren, vanwege hun fragiele verstandhouding momenteel.
Reclassering acht een taakstraf passender en stelt dat er geen contra-indicaties zijn ten aanzien van de uitvoering van een werkstraf. Cliënt heeft zich ook meer dan bereid verklaard om zijn verantwoordelijkheid te nemen en een werkstraf uit te voeren. Ook is cliënt bereid om een schadevergoeding te betalen. Eerder in het reclasseringsgesprek d.d. 16 maart 2019 gaf cliënt aan dat zijn financiële draagkracht beperkt is, maar indien hij in staat is daaraan te voldoen hij daarvoor open staat.
In dit kader is nog van belang te benadrukken dat uitgaat van een eenmalig incident en het recidive risico op alle vlakken laag acht vanwege het niet aanwezig zijn van risicofactoren die duiden op terugkerend delictsgedrag. Verschillende argumenten op basis waarvan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet aan de orde zou moeten zijn.
Vergunningsplicht
Tot slot wenst de verdediging nog enige woorden te wijden aan het Wetsvoorstel of de toekomstige Wet Regulering Sekswerk. In het kort houdt dit wetsvoorstel in dat er een wettelijke, uniforme vergunningsplicht komt voor alle prostituees. Benadrukt wordt de trend
"waarbij zelfstandig werkende prostituees hun klanten werven via internet en sociale media (...)."Met name hier dient volgens de overheid toezicht en handhaving op te zijn, omdat dit deel van de prostitutiebranche zich grotendeels onttrekt aan het zicht en in dat niet zichtbare deel van de seksbranche zich voornamelijk de minderjarigen bevinden. Om in aanmerking te komen voor een vergunning moeten prostituees 21 jaar of ouder zijn. Daarbij benadrukt de overheid
: "(...) klanten (...) hebben er belang bij te weten of een prostituee beschikt over een geldige prostitutievergunning. (...) Klanten (...) zijn strafbaar indien zij gebruik maken van illegale prostitutie (-...).. "Hier is dus feitelijk ook oog voor juist de situatie waarin cliënt onbedoeld verzeild is geraakt.
Geconcludeerd kan worden dat, met de verdediging, ook de overheid van mening is dat regulering van de seksbranche nu ontbreekt, waardoor de verantwoordelijkheid volledig bij de klant wordt gelegd. Dit heeft tot gevolg dat gevallen zoals cliënt (niet op zoek naar een minderjarige prostituee, blanco strafblad, goede baan en huis) in het strafrechtssysteem terechtkomen terwijl dit niet wenselijk lijkt. Gelukkig ziet ook de overheid in dat hier iets moet gebeuren met de verantwoordelijkheid die bij een klant wordt gelegd. In dit kader stelt de overheid ook
: "het kabinet acht niets doen, in een situatie waar bekend is dat er (risico's op) misstanden bestaan, onaanvaardbaar,"Kennelijk wordt de mening gedeeld dat je niet van iemand kan verwachten dat hij om een legitimatie vraagt, terwijl zij die niet wil geven. Of dat de klant toch nog dient te vragen om een legitimatie, wanneer alle signalen wijzen op een meerderjarige prostituee?
Indien het wetsvoorstel inwerking treedt heeft iedere prostituee een vergunningsnummer nodig.
"In het geval dat de prostituee zelfstandig werkt, is dit vergunningsnummer nodig om te mogen adverteren (artikel 17). De klant van een zelfstandig werkende prostituee kan via een hit/no hit-systeem met behulp van dat nummer nagaan of dat nummer gekoppeld is aan geldige vergunning. Die mogelijkheid is van belang, aangezien een klant die gebruik maakt van onvergunde prostitutie, strafbaar handelt."Dan is voor beide partijen op die manier meteen duidelijk hoe de situatie in elkaar steekt. Zo hoeft niet meer te worden getwijfeld over welke indicatoren wel of niet wijzen op een legale of illegale seksafspraak, met vergunning Is legaal zonder vergunning is illegaal. Met toepassing van deze maatregelen had cliënt nimmer in een illegale situatie terecht gekomen.
Cliënt was immers niet op zoek naar een minderjarige prostituee en heeft zijn spijt in tranen betuigd. Zo verklaarde cliënt ook bij de rechter-commissaris:
"U moet mij geloven, ik heb nooit geweten hoe oud ze was. Het spijt mij heel erg (p. 130 dossier)."
Strafoplegging
Op basis van het voorgaande verzoek ik uw hof, mocht u het primaire beroep op dwaling passeren, gezien de omstandigheden van het geval, de persoon van cliënt en het feit dat hij ook reeds door de feiten en omstandigheden is getroffen - om cliënt geen nadere straf of maatregel op te leggen.
Mocht u onverhoopt niet meegaan in het voorgaande, verzoek ik uw hof om cliënt een taakstraf op te leggen eventueel in combinatie met een voorwaardelijke vrijheidsstraf. De verdediging meent dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals opgelegd in eerste aanleg, op geen enkele wijze recht doet aan de in het strafrecht geformuleerde strafdoelen.”