2.2.Deze bewezenverklaring berust op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal aangifte, nummer PL0600-2017574870-1, inclusief de als bijlage bijgevoegde Bijlage goederen (pagina’s 7 tot en met 10), in de wettelijke vorm opgemaakt op 15 december 2017 door [verbalisant] , BOA van politie, inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van [aangeefster] :
Ik doe aangifte van winkeldiefstal gepleegd op 12 december 2017 te Velp, gemeente Rheden. Op 12 december 2017 was ik in mijn kinderkleding winkel [A] . Er kwamen twee dames binnen. Deze dames komen wel vaker bij mij in de winkel. Beide dames zijn blond de ene vrouw heeft een bril op haar hoofd en de andere is vrij stevig van postuur. Het viel mij ineens op dat er een groene winterjas weg was.
De beelden uit mijn winkel sta ik vrijwillig af voor het onderzoek.
Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Bijlage goederen
Object: Kleding (Jas)
Kleur: Groen
2. Het proces-verbaal van bevindingen, nummer PL0600-2017574870-2 (pagina’s 5 en 6), in de wettelijke vorm opgemaakt op 20 december 2017 door [verbalisant] , BOA van politie, inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van voornoemde verbalisant:
Beelden behorend bij aangifte 2017574870 uitgekeken.
Ik zag op de beelden van "frame 1-broek" dat er op 12 december 2017 een vrouw met een stevig postuur, blond haar in de winkel loopt. De vrouw heeft het haar met een zwarte haarklem achter op haar hoofd vast.
Frame 2a-jas:
Ik zie een vrouw met blond los haar en een bril boven op haar hoofd in beeld van de camera komen. Ik zie dat de vrouw naar een rek met kinderjassen loopt. Ik zie dat de vrouw een groene jas uit het rek pakt.
Frame 2b-jas:
Ik zie dat de vrouw naar de jas kijkt en de jas mee neemt de winkel in.
Frame 2c-jas: Dit is een andere camera dan 2b.
De vrouw met de bril komt met de jas in haar handen in beeld en loopt van de camera af richting de andere vrouw op de eerdere beelden. De vrouw loopt met haar rug naar de camera. De vrouw loopt naar de andere vrouw. De andere vrouw staat achter een kleding rek. Het lijkt of de vrouw met de bril de jas aan de andere vrouw achter het rek geeft. De vrouw met de bril schuift met beide handen de kleding op het rek opzij om de kleding te bekijken. Ik zie dat de handen van de vrouw leeg zijn en dat ze geen jas meer vast heeft.
3. De eigen waarneming van het hof bij het bekijken van de in het onder 2 genoemde proces-verbaal beschreven, in het dossier gevoegde, beelden. Het hof neemt waar dat verdachte een groene winterjas pakt, daarmee naar een andere blonde vrouw loopt, even bij deze vrouw blijft staan (met haar rug naar de camera) en vervolgens niets meer in haar handen heeft. Het hof neemt waar dat verdachte zich pas daarna, dus wanneer zij de jas al niet meer in haar handen heeft, draait in de richting van het kledingrek.
4. Het proces-verbaal van de terechtzitting van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 12 maart 2021, inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van verdachte:
Ik was in de winkel en heb het jasje in mijn handen gehad. Dat was bij [A] in Velp.”