‘
Schatting van het voordeel
Berekeningsmethode van de eenvoudige kasopstelling
In het dossier (rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, inzake onderzoek […]) is het voordeel berekend aan de hand van de eenvoudige kasopstelling (blz. 10 e.v.).
Ter onderbouwing van deze berekeningsmethode is in het dossier (blz. 10) opgenomen dat aannemelijk is dat betrokkene zich gedurende enige tijd heeft beziggehouden met de vervaardiging van amfetamine en/of metamfetamine. Daarnaast zou betrokkene hoeveelheden heroïne en/of cocaïne hebben gekocht om deze te versnijden en door te verkopen. Betrokkene zou door dit alles voordeel hebben genoten. Doordat tijdens het strafrechtelijk onderzoek geen zicht is verkregen op alle individuele transacties/strafrechtelijke activiteiten en daarmee samenhangende opbrengsten, is gekozen voor de berekeningsmethode van de eenvoudige kasopstelling.
In deze eenvoudige kasopstelling zijn niet alleen de contante inkomsten en uitgaven van betrokkene opgenomen maar tevens die van zijn vrouw, [betrokkene 1]. In het dossier is daartoe opgenomen (blz. 10) dat betrokkene de uit de hiervoor genoemde misdrijven verkregen inkomsten geheel of gedeeltelijk aan [betrokkene 1] heeft overgedragen waardoor ook deze laatste voordeel heeft genoten.
Als samenvatting (blz. 11) is in het dossier opgenomen dat betrokkene en zijn vrouw voordeel hebben genoten uit de opbrengst van de vervaardiging van amfetamine/metamfetamine en de bewerking van heroïne en cocaïne. Door de contante inkomsten uit deze misdrijven te gebruiken voor de aankoop van voertuigen en andere goederen alsmede het storten op hun bankrekeningen om daarmee hun reguliere kosten te voldoen, hebben betrokkene en [betrokkene 1] blijkens de eenvoudige kasopstelling een voordeel genoten van € 102.051,-.
Oordeel hof over de gehanteerde berekeningsmethode:
Anders dan in het dossier en door de rechtbank als uitgangspunt is genomen, ziet het hof geen grond om in de eenvoudige kasopstelling tevens de contante inkomsten en uitgaven van [betrokkene 1], de echtgenote van betrokkene, te betrekken.
In de eerste plaats niet omdat het hof uit het dossier onvoldoende is gebleken van het bestaan van een feitelijke en financiële verwevenheid tussen betrokkene en [betrokkene 1]. Weliswaar zijn beiden met elkaar gehuwd, maar de omstandigheid dat betrokkene maandelijks een financiële bijdrage aan [betrokkene 1] betaalt als bijdrage aan huishoudelijke lasten is als contra-indicatie te beschouwen.
Verder is van belang dat betrokkene de bewezenverklaarde feiten alleen heeft gepleegd en dat [betrokkene 1] bij arrest van heden door dit hof (20-002872-17) integraal is vrijgesproken van het helen van de contante gelden die zij van betrokkene heeft ontvangen.
Hierna zullen in de eenvoudige kasopstelling enkel de contante inkomsten en uitgaven van betrokkene worden meegenomen en niet die van zijn vrouw.
Onderzoeksperiode
Het hof stelt de onderzoeksperiode op 1 augustus 2010 tot en met 31 oktober 2014. Weliswaar wordt op pagina 42 van het dossier vermeld dat de einddatum van de onderzoekperiode 31 oktober 2015 is, maar het genoemde jaartal berust op een kennelijke verschrijving, omdat uit de bewezenverklaring in het arrest van het hof van 16 februari 2016 tegen betrokkene en de in dat arrest opgenomen bewijsmiddelen volgt dat op 31 oktober 2014 (en niet één jaar later) op twee adressen in [plaats] en in [plaats] verdovende middelen die betrokkene voorhanden had, zijn aangetroffen. Dat het wat het jaartal betreft gaat om een kennelijke verschrijving wordt bevestigd doordat op de pagina’s 42 tot en met 45 van het dossier een opsomming van onder meer bankafschriften wordt gegeven over een periode die eindigt op 31 oktober 2014.
Beschikbare contante gelden
Beginsaldo
Het beginsaldo op 1 augustus 2010 – wordt anders dan in het dossier (blz. 45) – door het hof vastgesteld op € 246,-.
Legale contante ontvangsten
A.
Contante opnamen
Uit de opgevraagde ING bankrekening [001] van betrokkene bleek dat in de onderzoeksperiode 27 keer een kasopname was gedaan met een totaalbedrag van € 20.250,- (blz. 45).
B.
Contante inkomsten
In het dossier zijn geen contante inkomsten van betrokkene opgenomen.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft het in eerste aanleg gevoerde verweer herhaald dat betrokkene contante inkomsten uit zijn werkzaamheden als personal trainer heeft gehad.
Met de rechtbank (blz. 12 van het vonnis) gaat het hof aan dit standpunt van de verdediging voorbij nu dit onvoldoende is onderbouwd.
Contante uitgaven
Contante stortingen
Uit de opgevraagde ING bankrekening [001] van betrokkene bleek dat in de onderzoeksperiode vier keer een contante storting was gedaan met een totaalbedrag van € 11.030,- (blz. 45).
Aanschafwaarde heroïne en cocaïne
Bij doorzoekingen in de woningen aan de [a-straat 1] te [plaats] en aan de [b-straat] te [plaats] zijn ten laste van betrokkene hoeveelheden heroïne en cocaïne aangetroffen.
De aanschafwaarde van de aangetroffen en in beslaggenomen heroïne bedroeg € 36.133,- en van de cocaïne € 23.139 (blz. 47).
Aanschafwaarde van overige goederen in relatie tot drugs:
Bij de doorzoekingen werden diverse chemicaliën, hardware en benodigdheden (verwarmingsketels, glaswerk en een hydraulische pers met meerdere persmallen) voor de vervaardiging en/of bewerking van verdovende middelen, te weten amfetamine, heroïne en cocaïne aangetroffen. Tevens werden 3 facturen van [A] B.V. aangetroffen voor de aankoop van grondstoffen en benodigdheden voor het vervaardigen van synthetische drugs.
Overeenkomstig het dossier neemt het hof daarbij in aanmerking:
-de kasfacturen ten bedrage van respectievelijk € 441,06, € 214,77 en € 87;58;
-een bedrag van € 3.780,23 in verband met de kosten van de grondstoffen voor de productie van metamfetamine;
-kosten hydraulische pers, merk Rodac: € 2.343,-
In totaal derhalve: € 6.866,64.
Standpunten verdediging
De verdediging heeft zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat zowel de uitgaven ter zake de heroïne en de cocaïne alsmede de overige uitgaven in relatie tot drugs, waaronder een hydraulische pers van het merk Rodac, niet in de kasopstelling mogen worden betrokken omdat deze goederen in het kader van het strafrechtelijk onderzoek in beslag zijn genomen en deels zijn vernietigd, waarmee deze goederen feitelijk al aan betrokkene zijn ontnomen.
Het hof verwerpt dit verweer van de verdediging omdat het miskent dat in het kader van een eenvoudige kasopstelling alle vaststelbare contante (legale) inkomsten en uitgaven worden betrokken. Dat met deze vastgestelde contante uitgaven door betrokkene goederen zijn gekocht die vervolgens in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen betrokkene in beslag zijn genomen en deels zijn vernietigd, doet aan dit uitgangspunt niet af.
Aanschaf en verkoopwaarde voertuigen
Standpunten verdediging
Ten aanzien van de aanschaf- en verkoopwaarde voertuigen (dossier, blz. 48) heeft de verdediging de navolgende standpunten ingenomen.
(…)
Resumé met betrekking tot aanschaf- en verkoopwaarde voertuigen
Uit het vorenstaande volgt dat het hof de navolgende contante inkomsten- en uitgaven bij de kasopstelling zal betrekken:
Inkomsten:
Verkoop VW Jetta kenteken 69-TS-DB: € 9.500,-
Verkoop VW Golf kenteken 90-FS-BJ: € 2.000.-
Totaal contante inkomsten auto’s: € 11.500,-