“OVERWEEGT
De officier van justitie, mr. A. Kwaspen, heeft gevorderd dat betrokkene zal worden veroordeeld tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel dat hij heeft genoten door middel van of uit de baten van de feiten, zoals ten laste gelegd in de strafzaak met opgemeld parketnummer, welk voordeel door de officier van justitie wordt geschat op € 2.090,00.
De meervoudige strafkamer van deze rechtbank heeft betrokkene in de onderliggende strafzaak met het eerder genoemde parketnummer bij vonnis van 13 november 2015 veroordeeld ter zake van:
- (feit 1) diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
- (feit 2) medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
- (feit 3) diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
De rechtbank is op grond van de stukken van voornoemd voorbereidend onderzoek en gelet op hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht van oordeel dat betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft genoten door middel van of uit de baten van de feiten ter zake waarvan betrokkene bij het hiervoor genoemde vonnis is veroordeeld.
De rechtbank schat het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 1.042,15.
Feit 1 in combinatie met feit 2.
Betrokkene en zijn mededader(s) hebben € 1.264,30 verkregen bij de diefstal van [slachtoffer 1] . Uitgaande van het gegeven dat de rechtbank heeft geoordeeld dat betrokkene dat feit met [medeverdachte] heeft begaan zal zij de opbrengst delen door twee. Dit levert wederrechtelijk verkregen voordeel op van € 632,15 per persoon.
Feit 3.
Betrokkene en zijn mededader hebben € 820,00 verkregen bij de diefstal van [slachtoffer 2] . Uitgaande van het gegeven dat de rechtbank heeft geoordeeld dat betrokkene dat feit met [medeverdachte] heeft begaan zal zij de opbrengst delen door twee. Dit levert wederrechtelijk verkregen voordeel op van € 410,00 per persoon.
Conclusie.
Gelet op voorgaande is het totaal wederrechtelijk verkregen voordeel: € 632,15 + € 410,00 = € 1.042,15.
De rechtbank zal derhalve de vordering van de officier van justitie, zijnde deze vordering ook overigens op de wet gegrond, gedeeltelijk toewijzen, tot een bedrag van € 1.042,15.”