De steller van het middel meent terecht dat de bewezenverklaarde uitlatingen van de verdachte niet aan een concreet misdrijf refereren en dat het bij de vraag of die uitlatingen niettemin een bedreigend karakter in de zin van art. 285 Sr hebben, in zo’n geval aankomt op de context waarbinnen deze uitlatingen zijn gedaan. De Hoge Raad heeft een groot aantal arresten gewezen waarin werd geklaagd dat de bewezenverklaarde bedreiging ex art. 285 Sr ontoereikend was gemotiveerd. De voor de onderhavige zaak relevante arresten, waarin niet werd gedreigd met een concreet misdrijf of een concrete voorgenomen gedraging maar waarin de bedreiging bestond uit algemene bewoordingen, bespreek ik kort. Ten aanzien van de volgende uitlatingen en/of gedragingen, bezien in hun context, oordeelde de Hoge Raad dat het oordeel van het hof dat deze een bedreiging ex art. 285 Sr opleverden, ontoereikend was gemotiveerd:
- Het vastpakken van het slachtoffer, het duwen en trekken tussen het slachtoffer en de verdachte en het toevoegen van de woorden “hoer, kanker zwarte, ik bel mensen voor je, ik weet hoe je eruit ziet, ik weet waar je werkt” (bewezenverklaard was bedreiging met zware mishandeling),
- Het op boze toon schreeuwen naar een beveiliger van de gemeente Veenendaal “Ik heb wel meer mensen bewerkt”, “Als ik iemand pak, dan pak ik jou” en “Ik zal zien hoe laat jij klaar bent” (bewezenverklaard was bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht),
- Het dreigend op A, die achter de balie van woonstichting ‘de Key’ stond, aflopen en tegen haar zeggen “Ik kom je nog wel tegen op straat” (bewezenverklaard was bedreiging met zware mishandeling),
- Het vanuit de gevangenis aan de getuige die tegen de verdachte een belastende verklaring had afgelegd met betrekking tot het seksueel misbruiken van het zusje van de getuige, telefonisch uitspreken van de woorden “Bedankt voor die 8 jaar en als ik vrij kom, dan ga ik jou als eerste pakken” (bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht)en
- Het tegen twee agenten op straat uiten van de woorden “Die kankerwouten, die teringlijers moeten ze allemaal afmaken” (bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht).
Ten aanzien van de volgende uitlatingen en/of gedragingen, bezien in hun context, oordeelde de Hoge Raad dat het oordeel van het hof dat deze een bedreiging ex art. 285 Sr opleverden, toereikend was gemotiveerd:
- Het sturen van twee sms-berichten, inhoudende “Gezien SMS 28/04/2009 14:21 u. en het gebeuren gisteren in Breda, is jouw adres in België inmiddels doorgegeven aan twee v/m cliënten: zware jongens” en “Gezien jouw bedreigingen heeft [A] als instructie het waarschuwingsschot over te slaan en bij eerste gelegenheid gericht te vuren”, terwijl de verdachte ook brieven en faxen verstuurde naar het woonadres en kantooradres van het slachtoffer (bewezenverklaard was bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht),
- Het, nadat de verdachte A en diens moeder B was tegengekomen in de wachtruimte van een zittingszaal in het paleis van justitie terwijl A die dag moest voorkomen als verdachte van een woninginbraak bij de moeder van de verdachte en terwijl de sfeer in de wachtruimte dusdanig gespannen was dat beide partijen elkaar dreigden aan te vliegen, uiten van de bewoordingen: “Nu weet ik wie je bent, jij en je moeder komen daar nog wel achter, ik weet nu wie ik moet hebben” en/of “Ik pak jou en je moeder” (bewezenverklaard was bedreiging met zware mishandeling),
- Het ‘lichtelijk hysterisch’ de kantine van zijn taxibedrijf betreden en daar tegen twee werknemers van hem roepen “Ik maak je helemaal kapot”, “Ik weet waar je woont en ik ken wel een paar mannetjes die ik op je afstuur” en “Laat ik heel duidelijk stellen, als ik erachter kom dat jullie mij zwart maken, achter mijn rug om, dan maak ik jullie helemaal kapot! Ook financieel” (bewezenverklaard was bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht),
- Het naar aanleiding van een televisie-uitzending waarin door [...] over de broer van de verdachte werd gezegd dat hij hem ‘genetisch’ niet geschikt vond als minister, opbellen van de redactie van het televisieprogramma en de telefoniste toevoegen van de woorden dat wanneer [...] hem, verdachte, niet zou bellen hij, verdachte, die [...] wat zou aandoen en dat hij, verdachte, familie van Osama was (bewezenverklaard was bedreiging met zware mishandeling),
- Het tijdens een verhoor dreigend aan een agent toevoegen van de woorden “Ik zal voor die feiten wel gevangenisstraf krijgen, maar zeker niet levenslang vastzitten. Daarna weet ik je wel te vinden”. De Hoge Raad nam daarbij in aanmerking dat de agent ervan op de hoogte was dat de verdachte eveneens verdacht werd van het voorhanden hebben van een wapen van categorie III (bewezenverklaard was bedreiging met zware mishandeling)en
- Het tegen de beveiligingsbeambte A in de Hema schreeuwen “Ik onthou je gezicht en als je in burger loopt dan pak ik je”. De Hoge Raad nam daarbij in aanmerking de kort daarvoor door de verdachte jegens B, een collega van A, geuite bedreiging tegen diens leven gericht, van welke bedreiging A kennis droeg (bewezenverklaard was bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht).