3.3. De bestreden uitspraak houdt onder het hoofd "vrijspraak" het volgende in:
"Uit het ter terechtzitting in eerste aanleg en ter terechtzitting in hoger beroep gehouden onderzoek zijn de navolgende - voor de bewijsvraag relevante - feiten en omstandigheden naar voren gekomen:
1. op en rond 17 oktober 2001 bestond wereldwijde onrust naar aanleiding van het feit dat zich in de Verenigde Staten van Amerika - kort na de terroristische aanslagen op onder meer het World Trade Center d.d. 11 september 2001 - diverse gevallen van miltvuurbesmetting voordeden, sommige met fatale afloop, welke besmetting vermoedelijk opzettelijk was veroorzaakt middels de via brieven en pakketten verspreide Anthrax-bacterie;
2. op eerstgenoemde datum heeft verdachte een op de centrale computer voor externe mail bij het bedrijf [A] te Ridderkerk ingekomen e-mailbericht, afkomstig van de aan dat bedrijf verbonden veiligheidsfunctionaris [betrokkene 4], met een daarbij gevoegd bestand met informatie over Anthrax, ter kennisgeving doorgezonden naar het interne mailadres van elke bij [A] werkzame medewerker;
3. bedoeld e-mailbericht - in de aanhef [betrokkene 4] als afzender en [A] als ontvanger vermeldende - is aldus onder meer ontvangen door de vestigingsleider [het slachtoffer], welke kort daarna van de inhoud van dat bericht en het daarbij behorende bestand kennis heeft genomen;
4. verdachte heeft het e-mailbericht vanaf de centrale computer - en mitsdien met vorenbedoelde aanhef - tevens geprint, als ook het bestand, houdende informatie over Anthrax;
5. verdachte heeft daarop een ongefrankeerde envelop geadresseerd aan "[A], ter attentie van de vestigingsleider";
6. de daarbij door verdachte gebezigde term "vestigingsleider" is een slechts intern binnen [A] gebruikte functieaanduiding van eerder genoemde [slachtoffer], welke aanduiding buiten dat bedrijf niet wordt gehanteerd;
7. na de envelop op de hiervoor omschreven wijze te hebben geadresseerd, heeft verdachte het geprinte exemplaar van het e-mailbericht met bijbehorend bestand in die envelop gestopt en daaraan vervolgens de inhoud van twee staafjes melkpoeder toegevoegd;
8. het lag in de bedoeling van verdachte om met deze envelop, bij wijze van "aanschouwelijke grap", het kantoor van [het slachtoffer] binnen te lopen, uit de envelop het melkpoeder - dat voor Anthrax moest doorgaan - te laten lekken en daarbij tegen [het slachtoffer] te zeggen: "Sterk, we hebben net een mailtje binnen en kijk eens wat ik binnenkrijg" of woorden van een dergelijke strekking;
9. toen bleek dat [het slachtoffer] in bespreking was, heeft verdachte de envelop met plakband dichtgeplakt en onbeheerd achtergelaten tegen een plint in de nabijheid van de deur van het kantoor van [het slachtoffer];
10 verdachte heeft vervolgens zijn collega's [betrokkene 1] en [betrokkene 2] over de door hem met [het slachtoffer] uit te halen "grap" ingelicht;
11 Na afloop van de bespreking heeft [het slachtoffer] de aan hem gerichte envelop opgepakt en geconstateerd dat bij het oprapen een wit poeder van de envelop af dwarrelde en dat in de envelop dat zelfde witte poeder en het hem bekende e-mail-bericht van [betrokkene 4], met informatie over Anthrax, zat;
12 [het slachtoffer] was op dat moment geschrokken en boos en heeft zich daarop met de envelop met inhoud tot het hoofd van de administratie [betrokkene 3] gewend, waarna [het slachtoffer] een zakje met melkpoeder op een schoteltje heeft gedaan en beiden die melkpoeder hebben vergeleken met het witte poeder in de envelop;
13 beiden zijn vervolgens tot de conclusie gekomen dat het melkpoeder veel op het in de envelop aanwezige poeder leek;
14 [het slachtoffer] dacht daarop aan een "zieke grap" maar 100 % zeker was hij niet;
15 veiligheidshalve heeft [het slachtoffer] de envelop toch naar het politiebureau te Ridderkerk gebracht, zonder daaraan binnen zijn bedrijf verdere ruchtbaarheid te geven;
16 bij het in het politiebureau aanwezige publiek en dienstdoende personeel is vrees voor besmetting met het Anthrax-virus ontstaan, waarop de nodige voorzorgsmaatregelen zijn getroffen, de technische recherche is ingeschakeld en de zogeheten procedure "GBO Noble Eagle" in werking is gesteld, via welke procedure diverse instanties van het aantreffen van een envelop, mogelijk bevattende Anthrax, bij [A] op de hoogte zijn gebracht.