Uitspraak
21 januari 2013, nummer 21/003690-12, in de strafzaak tegen:
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
1 april 2014.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De Hoge Raad behandelt de klacht van de verdachte dat de bewezenverklaring onvoldoende is gemotiveerd. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 7 augustus 2012 heeft de verdachte, in Veenendaal, de aangever bedreigd met de woorden: 'Ik heb wel meer mensen bewerkt' en 'Als ik iemand pak, dan pak ik jou'. De aangever, die als beveiliger werkt, heeft deze bedreigingen gedaan in het bijzijn van getuigen, die de bedreigingen hebben bevestigd in hun verklaringen. De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak (ECLI:NL:HR:2005:AT3659) en concludeert dat de bewezenverklaring niet toereikend is gemotiveerd. De Hoge Raad oordeelt dat uit de bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de bedreiging door de verdachte van dien aard was dat bij de aangever in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.