ECLI:NL:HR:2014:775

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 april 2014
Publicatiedatum
1 april 2014
Zaaknummer
13/01851
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de bewezenverklaring van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De Hoge Raad behandelt de klacht van de verdachte dat de bewezenverklaring onvoldoende is gemotiveerd. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 7 augustus 2012 heeft de verdachte, in Veenendaal, de aangever bedreigd met de woorden: 'Ik heb wel meer mensen bewerkt' en 'Als ik iemand pak, dan pak ik jou'. De aangever, die als beveiliger werkt, heeft deze bedreigingen gedaan in het bijzijn van getuigen, die de bedreigingen hebben bevestigd in hun verklaringen. De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak (ECLI:NL:HR:2005:AT3659) en concludeert dat de bewezenverklaring niet toereikend is gemotiveerd. De Hoge Raad oordeelt dat uit de bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de bedreiging door de verdachte van dien aard was dat bij de aangever in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

1 april 2014
Strafkamer
nr. 13/01851
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van
21 januari 2013, nummer 21/003690-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit, tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring onder 1 onvoldoende met redenen is omkleed, nu uit de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen niet zonder meer kan volgen dat de verdachte J. [betrokkene] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht.
2.2.1.
Het Hof heeft het vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Utrecht bevestigd. Ten laste van verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij op 07 augustus 2012 te Veenendaal, [betrokkene] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [betrokkene] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik heb wel meer mensen bewerkt" en "Als ik iemand pak, dan pak ik jou" en "Ik zal zien hoe laat jij klaar bent"."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1) Een ambtsedig proces-verbaal van de Politie Utrecht, d.d. 7 augustus 2012, opgemaakt door [verbalisant 1], brigadier, (blz. 41 en 42 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012175158), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene]:
Blz. 41
Ik ben beveiliger en werk aan de balie bij de gemeente Veenendaal. Op 7 augustus 2012 zag ik de mij bekende [verdachte] aankomen. Ik hoorde dat [verdachte] op boze toon naar mij schreeuwde: "ik heb wel meer mensen bewerkt".
Blz. 42
Ik hoorde dat hij schreeuwde: "Als ik iemand pak, dan pak ik jou". "Ik zal zien hoe laat jij klaar bent".
2) Een ambtsedig proces-verbaal van de Politie Utrecht, d.d. 9 augustus 2012, opgemaakt door [verbalisant 2], BOA domein generieke opsporing, (blz. 45 en 46 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012175158), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als getuigenverklaring van [getuige]:
Blz. 46
Ik hoorde [verdachte] schreeuwen: "jou weet ik te vinden en jou ga ik pakken". Ik zag dat hij daarbij in de richting van [betrokkene] wees."
2.3.
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is in een geval als het onderhavige vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen (vgl. HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659, NJ 2005/448).
2.4.
De bewezenverklaring is niet toereikend gemotiveerd, nu uit de gebezigde bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de bedreiging door de verdachte in de gegeven omstandigheden van dien aard was dat bij [betrokkene] in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen.
2.5.
Het middel is terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 april 2014.