ECLI:NL:PHR:1986:AG5202
Parket bij de Hoge Raad
- M.J. Mok
- Rechtspraak.nl
Nadere conclusie inzake de ingangsdatum van het notarieel invaliditeitspensioen in verband met overmachtstoestand
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van het notarieel invaliditeitspensioen van verweerder, die door overmacht verhinderd was om tijdig een aanvraag in te dienen. Verweerder, geboren in 1914, was oorspronkelijk rijksambtenaar en is later notaris geworden. Na zijn ontslag op 30 april 1959, dat verband hield met zijn gezondheid, heeft hij in 1966 een aanvraag voor invaliditeitspensioen ingediend bij het Notarieel Pensioenfonds (NPF). De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder van februari 1963 tot oktober 1966 door overmacht verhinderd was om een aanvraag in te dienen, en heeft bepaald dat zijn aanspraak op pensioen vanaf februari 1963 ingaat. Het NPF heeft in cassatie betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de aanspraak op pensioen niet vervalt door het niet tijdig indienen van de aanvraag. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank niet van een onjuiste rechtsopvatting is uitgegaan. De beslissing van de rechtbank om de ingangsdatum van het pensioen te bepalen op februari 1963 is daarmee bevestigd. De Hoge Raad heeft het beroep van het NPF verworpen en eiser in de kosten van de cassatie veroordeeld.