ECLI:NL:OGHACMB:2013:58

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 juni 2013
Publicatiedatum
28 januari 2014
Zaaknummer
HLAR 60530/12
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.Th. Drop
  • R.W.L. Loeb
  • P. van Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing handhaving bouwvergunning voor appartementencomplex

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, waarin de vergunning voor de bouw van een appartementencomplex door het bestuurscollege werd goedgekeurd. Appellant heeft zijn beroepschrift te laat ingediend, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid. De bouwvergunning werd verleend op 1 november 2007, en goedkeuring voor gewijzigde bouwtekeningen werd op 12 november 2010 gegeven. Appellant stelde dat hij tijdig beroep had ingesteld, maar het Hof oordeelde dat hij niet binnen de gestelde termijn had gereageerd. Het Gerecht had terecht geoordeeld dat de goedkeuring van de bouwvergunning in rechte onaantastbaar was, en dat er geen grond was voor handhaving omdat er geen afwijkingen van de goedgekeurde bouwtekeningen waren aangetoond. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak werd bevestigd. De proceskosten werden niet toegewezen.

Uitspraak

HLAR 60530/12
Datum uitspraak: 28 juni 2013
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire,
Sint Eustatius en Saba, zittingsplaats Bonaire, van 17 oktober 2012 in de zaken nrs. War 2011/2 en 2011/7 in het geding tussen:
[appellant]
en
het bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire als rechtsopvolger van het bestuurscollege van het Eilandgebied Bonaire (hierna: het bestuurscollege).

Procesverloop

Bij beschikking van 1 november 2007 heeft het bestuurscollege [naam persoon] bouwvergunning verleend voor het oprichten van een appartementencomplex op het perceel [adres] in Bonaire (hierna: het perceel).
Op 12 november 2010 zijn de door Coral Beach Resort bij het bestuurscollege ingediende gewijzigde bouwtekeningen goedgekeurd.
Bij beschikking van 31 maart 2011 heeft het bestuurscollege een verzoek van [appellant] om de bouwwerkzaamheden op het perceel te doen staken afgewezen.
Bij uitspraak van 17 oktober 2012 heeft het Gerecht, voor zover thans van belang, het door [appellant] ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de vergunningverlening en goedkeuring, niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige ongegrond.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het bestuurscollege heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft Coral Beach Resort een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 april 2013, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. M.G. van Dijk, advocaat, en de minister, vertegenwoordigd door P. de Graaf, werkzaam in dienst van het openbaar lichaam, bijgestaan door mr. L.M. Virginia, advocaat, zijn verschenen. Voorts is daar Coral Beach Resort, vertegenwoordigd door
[naam] en [naam], bijgestaan door mr. S.C. van Lint, advocaat, verschenen. Buiten bezwaren van partijen zijn door de minister, [appellant] en Coral Beach Resort nog stukken in het geding gebracht.
Overwegingen
1.
Ingevolge artikel 16, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES wordt het beroepschrift ingediend binnen zes weken na de dag, waarop de beschikking is gegeven, of geldt als geweigerd.
Ingevolge het derde lid blijft, wanneer het beroepschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ingediend, niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege, indien de indiener aantoont dat de termijnoverschrijding het gevolg is van hem niet toe te rekenen bijzondere omstandigheden en hij het beroep heeft ingesteld, zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.
Ingevolge artikel 7, aanhef en onder c, van de Bouw- en woningverordening Bonaire is het verboden een gebouw op te richten, voor een gedeelte te vernieuwen of als eigenaar te laten oprichten of voor een gedeelte te laten vernieuwen, in afwijking van het bepaalde in de bouwvergunning, behoudens nadere goedkeuring.
2.
[appellant] betoogt dat het Gerecht heeft miskend dat hij het beroepschrift van 30 maart 2011 tegen de bouwvergunning en de goedkeuring zo spoedig heeft ingediend als redelijkerwijs mogelijk was, nu die goedkeuring eerst bij de beschikking van 31 maart 2011 heeft plaatsgevonden. Voorts heeft het miskend dat zijn brief van 17 maart 2011 al een tijdig ingesteld beroep daartegen behelst.
2.1.
Dat betoog faalt. De bouwvergunning is bij de beschikking van 1 november 2007 verleend. Op 13 september 2010 heeft Coral Beach Resort elf gewijzigde bouwtekeningen bij het bestuurscollege ingediend. Volgens de daarop gestelde stempels met de tekst “goedgekeurd nov 12 2010 ROV inspectie Bonaire NA” is daaraan op 12 november 2010 goedkeuring gegeven. Het betoog dat toen geen goedkeuring is verleend, omdat de stempels niet door het daartoe bevoegde bestuursorgaan zijn gesteld, kan, wat daar verder van zij, niet leiden tot het daarmee beoogde doel, nu ook een onbevoegd gegeven beschikking, indien – zoals in dit geval – niet nietig, in rechte onaantastbaar wordt als daartegen niet tijdig een rechtsmiddel wordt aangewend.
Niet in geschil is dat het bestuurscollege de bouwvergunning, alsmede de gewijzigde bouwtekeningen, op 15 maart 2011 aan [appellant] bekend heeft gemaakt. Het Gerecht heeft met juistheid overwogen dat, nu [appellant] op die dag aldus kennis heeft gekregen van de bouwvergunning met de daarbij behorende gewijzigde en goedgekeurde bouwtekeningen, hij het op 30 maart 2011 ingediende beroepschrift niet zo spoedig heeft ingediend als redelijkerwijs verlangd kon worden. Voorts heeft het de brief van [appellant] aan het openbaar lichaam van Bonaire van 17 maart 2011 terecht niet als een beroepschrift aangemerkt, nu die slechts een verzoek om de bouwwerkzaamheden op het perceel te doen staken en om informatie behelst.
3.
[appellant] betoogt voorts dat het Gerecht heeft miskend dat, nu in afwijking van de verleende bouwvergunning is gebouwd, zijn verzoek om daartegen handhavend op te treden ten onrechte is afgewezen.
3.1.
Dat betoog faalt ook. Het Gerecht heeft met juistheid overwogen dat de goedkeuring van de gewijzigde bouwtekeningen in rechte onaantastbaar is. Het heeft voorts, nu gesteld noch gebleken is dat in afwijking van de aldus goedgekeurde bouwtekeningen is gebouwd, terecht in het in beroep aangevoerde geen grond gezien voor het oordeel dat het bestuurscollege het verzoek van [appellant] om de bouw te doen stilleggen ten onrechte heeft afgewezen.
4.
Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. P. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A. Martines, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Martines
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2013
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,