ECLI:NL:OGEAA:2020:393
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Appellante, wonend in Aruba, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, die op 28 november 2018 haar verzoek om verlening van een verblijfsvergunning had afgewezen. Het bezwaar dat appellante tegen deze afwijzing had ingediend, werd op 13 maart 2020 ongegrond verklaard. Appellante heeft op 28 mei 2020 beroep ingesteld, maar het Gerecht oordeelde dat dit beroep niet-ontvankelijk was omdat het beroepschrift buiten de wettelijke termijn was ingediend.
Volgens de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, die ingaat op de dag na de datum van de beslissing op het bezwaarschrift. In dit geval was de termijn voor het indienen van het beroepschrift geëindigd op 24 april 2020, terwijl appellante haar beroep pas op 28 mei 2020 had ingediend. Appellante voerde aan dat zij de beschikking pas op 12 mei 2020 had kunnen afhalen vanwege de sluiting van het postkantoor in verband met coronamaatregelen. Het Gerecht oordeelde echter dat, zelfs als deze aanname juist was, appellante het beroepschrift binnen twee weken na ontvangst van de beschikking had moeten indienen, wat zij niet had gedaan.
Het Gerecht verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en gaf aan dat er geen grondslag was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.