In deze zaak heeft belanghebbende het beroep ingetrokken omdat de Inspecteur aan de bezwaren is tegemoetgekomen. Tegelijkertijd heeft belanghebbende verzocht om vergoeding van de gemaakte kosten van bezwaar, proceskosten en het griffierecht, alsook om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het Gerecht heeft geoordeeld dat belanghebbende geen recht heeft op een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase, aangezien de Inspecteur niet ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld. De kosten die in de beroepsfase voor vergoeding in aanmerking komen, zijn vastgesteld op NAf 525, waarbij een halve punt is toegekend voor schriftelijke inlichtingen. Het Gerecht heeft ook geoordeeld dat de wet- en regelgeving in Sint Maarten niet voorziet in de bevoegdheid van de belastingrechter om een schadevergoeding toe te kennen. Belanghebbende dient een verzoek om schadevergoeding derhalve te richten aan de burgerlijke rechter. Het verzoek tot immateriële schadevergoeding is afgewezen, omdat de redelijke termijn van berechting niet is overschreden. De Inspecteur is veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van NAf 300 aan belanghebbende. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Jansen op 7 februari 2024.