ECLI:NL:OGEAC:2023:155

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
CUR202202302 tot en met CUR202202304
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar door de Inspecteur der Belastingen

In deze zaak heeft belanghebbende beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar door de Inspecteur der Belastingen. De Inspecteur heeft echter volledig aan de bezwaren van belanghebbende tegemoetgekomen, waardoor het belang van de beroepsprocedure is komen te vervallen. Belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2016, 2017 en 2018. Na de uitspraak van de Inspecteur dat de aanslagen voor 2016 en 2018 zijn verminderd en de aanslag voor 2017 is vernietigd, heeft belanghebbende aangegeven dat het procesbelang voor zijn beroep is vervallen. Op de zitting van 15 juni 2023 zijn beide partijen niet verschenen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen belang meer is bij de uitspraak. De Inspecteur is wel verplicht om het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden, aangezien hij de bezwaren heeft erkend. De uitspraak is gedaan door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg op 29 juni 2023, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vellema-Meijers.

Uitspraak

Uitspraak van 29 juni 2023
BBZ nr. CUR202202302 tot en met CUR202202304
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], woonachtig te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn, gedagtekend 24 september 2020, voor de jaren 2016, 2017 en 2018 aanslagen inkomstenbelasting opgelegd (hierna: de aanslagen).
1.2
Belanghebbende heeft op 26 september 2020 tegen de aanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
Op 8 juni 2022 heeft belanghebbende beroep ingesteld wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar door de Inspecteur. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf. 50.
1.4
Partijen zijn op 8 mei 2023 uitgenodigd voor de zitting van 15 juni 2023.
1.5
Belanghebbende heeft per e-mail van 13 februari 2022 bericht dat de Inspecteur voor de jaren 2016 en 2018 volledig aan zijn bezwaren is tegemoet gekomen en dat de aanslagen verminderd zijn. Op 12 mei 2023 heeft de Inspecteur per e-mail bericht dat de aanslag 2017 is vernietigd.
1.6
Op 31 mei 2023 heeft belanghebbende per e-mail bericht dat met de tegemoetkomingen door de Inspecteur het procesbelang voor het beroep dat hij heeft ingesteld, is komen te vervallen.
1.7
Belanghebbende noch de Inspecteur zijn op de zitting van 15 juni 2023 verschenen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Doordat de Inspecteur hangende deze beroepsprocedure volledig aan het bezwaar van belanghebbende tegemoet is gekomen, en het beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden, komt het belang aan de beroepsprocedure te ontvallen (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755; HR 3 december 2010, ECLI:NL: HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Vanwege het niet langer belang meer hebben bij de uitspraak op beroep dient het beroep blijkens voornoemde jurisprudentie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.2
Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4045; HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494).
2.3
Belanghebbende is voorafgaande aan de zitting verzocht, nu er geen belang meer resteert, zijn beroepschrift in te trekken. Belanghebbende heeft aan het intrekken de voorwaarde verbonden dat de over de jaren 2016 tot en met 2018 ten onrechte geheven aanslagen, welke zijn verrekend met teruggaven, worden gerestitueerd. Het Gerecht heeft aan deze voorwaarde geen gevolg kunnen geven, nu het Gerecht niet de bevoegde rechter is om de Ontvanger daartoe te gelasten.
Kosten bezwaarfase en beroepsfase
2.4
Belanghebbende heeft zelf bezwaar en beroep ingesteld. In zijn bezwaar- en beroepschrift heeft belanghebbende niet verzocht om een vergoeding van kosten van bezwaar en beroep. Gelet daarop heeft belanghebbende geen recht op een kostenvergoeding voor de bezwaar- en de beroepsfase.
Griffierecht
2.5
Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt (vgl. GEA Curaçao 1 november 2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:310).

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van
NAf. 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, rechter, en uitgesproken op 29 juni 2023, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Vellema-Meijers.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500