Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep ingesteld door belanghebbende tegen uitspraken op bezwaar van de Inspecteur der Belastingen. De onderhavige uitspraken op bezwaar zijn gedagtekend op 29 maart 2021, maar het beroepschrift is pas op 22 september 2021 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van twee maanden valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraken op bezwaar uiterlijk op 6 juli 2021 ter post zijn bezorgd, waardoor de beroepstermijn op 7 juli 2021 is aangevangen. Belanghebbende heeft aangevoerd dat hij de uitspraken pas op 29 juli 2021 heeft ontvangen, maar de rechtbank oordeelt dat, ongeacht deze vertraging, het beroep te laat is ingediend. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de niet-ontvankelijkheid te heroverwegen, aangezien de termijnoverschrijding niet kan worden gerechtvaardigd door bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft ook de verzoeken om immateriële schadevergoeding en proceskosten afgewezen, omdat de behandeling van het beroep minder dan anderhalf jaar heeft geduurd, wat binnen de redelijke termijn valt. De uitspraak concludeert met de verklaring dat het beroep niet-ontvankelijk is.