Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
-500
- 2.341
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Aftrek alimentatie
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende, woonachtig in Nederland, en de Inspecteur der Belastingen van Curaçao. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen verschillende aanslagen in de inkomstenbelasting en premies voor de jaren 2014, waarbij hij betoogde recht te hebben op aftrek van betaalde alimentatie, omdat zijn ABP-pensioen volledig ten goede zou zijn gekomen aan zijn zieke echtgenote die in Nederland woont. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, waardoor de aftrek van alimentatiebetalingen niet kon worden toegestaan. Tevens werd geoordeeld dat de heffing over het ABP-pensioen aan Nederland toekomt, en dat Curaçao een belastingvermindering moet verlenen om dubbele belasting te voorkomen. De uitspraak bevatte ook een beoordeling van de premies AVBZ en BVZ, waarbij het Gerecht concludeerde dat de BRK niet van toepassing is op de heffing van deze premies. De belanghebbende had eerder al bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, maar het Gerecht bevestigde de beslissing van de Inspecteur om de aanslagen te handhaven, met uitzondering van de aanslag inkomstenbelasting, die werd verminderd tot NAf 580. De Inspecteur werd opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden.