Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid beroep
5.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juni 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een voorlopige aanslag premie algemene verzekering bijzondere ziektekosten (AVBZ) voor het jaar 2015. De belanghebbende had op 24 augustus 2015 een voorlopige aanslag ontvangen, waartegen hij op 23 oktober 2015 bezwaar maakte. De Inspecteur heeft de voorlopige aanslag op 15 januari 2016 verminderd, maar belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de beroepsprocedure heeft de Inspecteur de voorlopige aanslag ambtshalve vernietigd, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Het Gerecht oordeelde echter dat belanghebbende recht had op een proceskostenvergoeding, omdat de noodzaak tot het instellen van beroep niet uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van de belanghebbende. De kosten van rechtsbijstand werden forfaitair vastgesteld op Naf. 1.050, en het betaalde griffierecht van Naf. 50 diende door de Inspecteur te worden vergoed. De uitspraak benadrukt de regels omtrent proceskostenvergoedingen in belastingzaken en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden toegekend.