De vrouw beroept zich erop dat deze vermogensverschuivingen bijdragen in de
huishouding betreffen. Zij stelt dat zij voor het overgrote deel voor de dagelijkse
huishoudelijke uitgaven zorgde. In de jaren 2001 tot en met 2008 was dit minimaal
gemiddeld € 27.000,- per jaar. Gemiddeld ontving zij per jaar van de man € 20.000,-. Het ene
jaar was dat een hoog bedrag, als het liquiditeits-technisch binnen zijn bedrijf verantwoord
was, vervolgens betaalde hij een paar jaar niets. De betaalde bedragen zijn aangewend voor
huishoudelijke uitgaven, niet voor investeringen in de woning. Die financierde zij met eigen
inkomsten, en rente leningen en schenkingen van haar moeder. De vrouw heeft een aantal
door haarzelf opgestelde overzichten, bonnen en bankafschriften overgelegd.
De man betwist de stellingen van de vrouw. Hij voert aan dat partijen geen gezamenlijke
bankrekening hadden maar via hun eigen bankrekening meebetaalden aan de kosten van de
huishouding. Het was volgens hem niet gebruikelijk dat de man geld overmaakte naar de
vrouw, of omgekeerd, om daarmee kosten van de huishouding te betalen. Partijen betaalden
ieder veel kosten via hun eigen bedrijf, zoals de auto en de telefoon, en de overige kosten,
zoals boodschappen, die partijen samen deden, werden voornamelijk door de man betaald.