Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
12 april 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of bij de begroting van schade wegens verlies van arbeidsvermogen rekening mag worden gehouden met inkomsten uit zwart werk die de benadeelde vóór de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis heeft ontvangen. De zaak betreft een ongeval waarbij de benadeelde, [verweerder], tijdens werkzaamheden voor de Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond (SIPOR) van een ladder viel, wat leidde tot enkelletsel. Achmea Schadeverzekeringen N.V., de aansprakelijkheidsverzekeraar van SIPOR, erkende de aansprakelijkheid maar betwistte de wijze waarop de schade moest worden begroot, met name de rol van de niet-geregistreerde inkomsten uit zwart werk.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat de schade van [verweerder] niet alleen uit gemiste zwarte inkomsten bestaat, maar uit het verlies van verdienvermogen. De Hoge Raad bevestigde dat bij de begroting van de schade rekening kan worden gehouden met inkomsten uit zwart werk, mits deze rechtmatig zijn. Dit betekent dat de benadeelde moet aantonen in welke mate hij in de hypothetische situatie zonder ongeval deze werkzaamheden zou hebben voortgezet en welk netto-inkomen hij zou hebben ontvangen na belasting en premie. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van Achmea c.s. en bevestigde de beslissing van het hof, dat de door [verweerder] gestelde inkomsten uit zwart werk niet buiten beschouwing mochten worden gelaten bij de schadebegroting.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij schadebegroting rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de benadeelde en de rol van zwart werk in de vaststelling van het verlies aan arbeidsvermogen. De Hoge Raad stelde dat de stelplicht en bewijslast in beginsel op de benadeelde rusten, maar dat er geen strenge eisen aan de benadeelde mogen worden gesteld in het kader van de vergelijking tussen feitelijke en hypothetische situaties. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de beoordeling van schadeclaims waarbij zwart werk een rol speelt.