Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
- een op naam van [A] B.V. gestelde aangifte voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2009 en
- een op naam van [A] B.V. gestelde aangifte voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2010, zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft verdachte valselijk en in strijd met de waarheid
- in de aangifte over het jaar 2009 (onder meer) een bedrag van 6.467.428 euro als herinvesteringsreserve opgenomen en/of een bedrag van 6.467.428 als buitengewone last opgegeven (met als omschrijving ‘afboeking herinvesteringsreserve’) en/of een bedrag van € 9.000.000,- wegens bedrijfsgebouwen incl. ondergrond opgenomen en
- in de aangifte over het jaar 2010 (onder meer) een bedrag van 900.000 euro als afschrijving gebouwen en terreinen opgegeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door ander(en) te doen gebruiken.”
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
17 december 2024.