Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
De Inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2015 de landbouwvrijstelling – voor zover hier van belang – tot een bedrag van € 512.594 niet toegepast op de door belanghebbende berekende boekwinst. Het bedrag van € 512.594 bestaat uit de hiervoor in 2.9 bedoelde indexatie (€ 241.930) en de hiervoor in 2.8 genoemde (inhaal)indexatie (€ 51.009) (hierna tezamen aangeduid als: de indexatie), vermeerderd met het bedrag van de hiervoor in 2.8 genoemde contractuele verhoging van de koopsom met 20 procent wegens tussentijdse terugkoop (€ 218.849) en notariskosten (€ 806) (hierna tezamen aangeduid als: de verhoging).
3.De oordelen van het Hof
4.Beoordeling van de middelen
Voor de berekening van de totaalwinst, en dus voor de toepassing van de landbouwvrijstelling, is niet de verwerking van de erfpachttransactie voor de berekening van de jaarwinst bepalend, maar of, en zo ja, in hoeverre de waardeverandering van de grond tot uiting komt in het vermogen van de ondernemer. Daarbij is het in overeenstemming met de strekking van de landbouwvrijstelling om deze mede toe te passen ter zake van een waardevermeerdering die in het vermogen van de ondernemer tot uiting komt door middel van een recht tot terugkoop tegen een vooraf vastgestelde prijs die gelijk is aan de oorspronkelijke koopsom. [2]
Wat betreft de verhoging geldt dat de stukken van het geding geen aanwijzing ervoor bieden dat belanghebbende, zijn echtgenote en de verzekeringsmaatschappij hebben bedoeld door middel van de verhoging een deel van de waardestijging van de grond aan de verzekeringsmaatschappij toe te laten vallen. Dat brengt mee dat in cassatie ervan moet worden uitgegaan dat belanghebbende en zijn echtgenote het bedrag van de verhoging aan de verzekeringsmaatschappij zijn verschuldigd vanwege het voortijdig afwikkelen van de erfpachtfinanciering.
Gelet op hetgeen hiervoor in 4.2 is overwogen, brengt dit een en ander mee dat belanghebbende ervoor mocht kiezen de erfpachttransactie voor de jaarwinstbepaling in aanmerking te nemen volgens de Fagoed-methode.