ECLI:NL:HR:2024:1247
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake belastingaanslag en belastingrente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door A. Verduijn, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 april 2023, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld. De Rechtbank had een verzoek om ambtshalve vermindering van de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2015 afgewezen.
De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van belanghebbende slagen op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2024:1157). De uitspraak van het Hof kon niet in stand blijven, en de Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan. De Hoge Raad concludeerde dat de door belanghebbende in 2015 behaalde boekwinst onder de landbouwvrijstelling valt, en dat het belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld moet worden op € 226.457.
Daarnaast heeft de Hoge Raad de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, evenals de Inspecteur voor de kosten van de eerdere procedures. De Hoge Raad heeft de aanslag verminderd en de belastingrente in overeenstemming daarmee aangepast. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.