ECLI:NL:HR:2023:690
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Arubaanse winstbelasting en objectvrijstelling voor Aruba Vrijgestelde Vennootschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de Arubaanse winstbelasting. De belanghebbende, een Aruba Vrijgestelde Vennootschap (A.V.V.), had beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba. De zaak betreft de vraag of de objectvrijstelling van winstbelasting voor een A.V.V. kan worden aangemerkt als een renteloze lening voor de belegging van vermogen. De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De proceskosten zijn niet toegewezen, en het beroep in cassatie is ongegrond verklaard.