Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
28 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 april 2021. De verdachte, geboren in 1982, was betrokken bij een criminele organisatie die zich op grote schaal bezighield met de in- en verkoop van synthetische drugs, zoals geregeld in artikel 11b van de Opiumwet. De verdachte stelde dat hij vrijgesproken moest worden omdat het bewijs uitsluitend bestond uit onderschepte PGP-berichten die aan hem waren gekoppeld. De advocaat J.J.J. van Rijsbergen heeft namens de verdachte een cassatiemiddel ingediend, maar de advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.