3.4.2.Ten aanzien van feiten 2 en 3
de identiteit van de gebruiker van het Sky- [account 1] en de gebruiker van het Encrochat- [account 2]
Het bewijs van verdachtes betrokkenheid bij deze drugsfeiten is hoofdzakelijk gestoeld op chatberichten die de gebruiker van het Sky- [account 1] en het Encrochat- [account 2] heeft verzonden en/of ontvangen via de versleutelde berichtendiensten van SkyECC en Encrochat. De officier van justitie is van mening dat de verdachte als gebruiker van deze accounts kan worden aangemerkt.
Bij de beantwoording van de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als gebruiker van deze accounts acht de rechtbank het politieonderzoek dat heeft plaatsgevonden om de identiteit van de gebruiker van deze accounts te achterhalen van belang.
Uit dit identificatieonderzoek naar de gebruiker van het Sky- [account 1]
blijkt onder meer het volgende:
- Het IMSI- [nummer 1] dat gekoppeld is aan dit Sky-account is op 3 november 2020 in onderzoek [naam 1] met behulp van een IMSI scan zo nauwkeurig mogelijk gelokaliseerd. De gebruiker van dit Sky-account bevond zich op het moment van de scan hoogstwaarschijnlijk op het [adres 4];
- Voornoemd adres betreft sinds 20 juli 2006 het BRP-adres van de verdachte;
- In de voor de nachtrust bestemde tijd, te weten tussen 22:00 uur en 07:00 uur, maakt het aan dit Sky-account gekoppelde IMEI- [nummer 2] het meest gebruik van een bepaald basisstation ( [adres 2] ). Het BRP-adres van de verdachte valt binnen het bereik van dit bassistation;
- Blijkens meerdere politieregistraties zou de verdachte de rang/functie van President hebben gehad binnen de [naam 2] Rotterdam. In berichten van dit Sky-account wordt gesproken over [naam 3] en ‘clubs’;
- Op 18 maart 2020 stuurt de gebruiker van dit Sky-account een bericht waarin hij zegt dat hij de hele dag weg is met de kleintjes. De verdachte en zijn vriendin [naam 4] hebben samen drie dochters ("kleintjes"). Op 18 maart 2020 heeft [naam 4] foto’s geplaatst op haar Facebook-pagina waaruit blijkt dat hun dochters op 18 maart 2020 een dagje weg zijn geweest naar Scheveningen;
- Op 20 maart 2020 stuurt de gebruiker van dit Sky-account dat hij nog wel even bezig is met de meiden. Het is zeer aannemelijk dat met “de meiden” de drie dochters van de verdachte worden bedoeld;
- In een chatgesprek zegt de gebruiker van dit Sky-account op 21 juli 2020 om 17:03 uur dat hij bezig is in "de zaak" en dat hij rond 18:00 uur langs komt. Aangezien de verdachte werkzaam is bij en eigenaar is van hengelsportwinkel ' [naam 5] ' is het zeer aannemelijk dat met "de zaak" zijn hengelsportwinkel aan de [adres 3] wordt bedoeld. Het tijdstip 18:00 uur kan betrekking hebben op de sluitingstijd van deze winkel. Na controle van de mastgegevens blijkt dat IMEI- [nummer 2] van dit Sky-account op 21 juli 2020 omstreeks 17:20 uur gebruik maakt van een bepaald basisstation. De winkel van de verdachte valt binnen het bereik van dit basisstation.
- Een van de nicknames van dit account is [naam 6] . Zoals hiervoor al vastgesteld is de verdachte de eigenaar van een hengelsportwinkel.
Uit het identificatieonderzoek naar de gebruiker van het Encrochat- [account 2] blijkt het volgende:
- De gebruiker van dit account is ook de gebruiker van het Sky- [account 1] .
De gebruiker van dit account geeft in een bericht van 17 april 2020 en in een bericht van 28 april 2020 aan twee verschillende tegencontacten namelijk aan dat zijn Sky- [account 1] is. Ook stuurt hij op 12 mei 2020 een bericht aan een derde tegencontact met de inhoud: " [account 1] ";
- De nicknames van dit account betreffen onder meer [naam 7] , [naam 6] , [naam 8] en [naam 9] en zijn in verband te brengen met de hengelsportwinkel van de verdachte. Ook wordt de gebruiker door tegencontacten ‘ [naam 10] ’ en ‘ [naam 11] ’ genoemd, wat vermoedelijk een afkorting is van de voornaam van de verdachte;
- De gebruiker van dit account wordt door tegencontacten " [naam 12] " en " [naam 13] " genoemd. Deze namen hebben vermoedelijk betrekking op de rol van de verdachte bij de motorclub [naam 2] ;
- Uit chatberichten waaraan de gebruiker van dit account heeft deelgenomen, blijkt dat deze een hengelsportwinkel in de buurt van de [adres 5] in Gouda heeft. De verdachte is eigenaar van [naam 5] , gelegen op de hoek van de [adres 5] en
de [adres 3] ;
- De gebruiker van dit account spreekt in een bericht over " [naam 14] " (waarmee waarschijnlijk [naam 4] wordt bedoeld) en heeft het in diens berichten over zijn "kids". De verdachte woont samen met zijn vriendin [naam 4] en hun kinderen;
- Uit chatberichten blijkt dat de gebruiker van dit account in de buurt woont van de [adres 6] . Het adres van de verdachte bevindt zich op 1 minuut rijden van deze straat;
- Uit chatberichten volgt dat de gebruiker van dit account op 2 juni 2020 iemand heeft verloren. Op 2 juni 2020 is [naam 2] lid [naam 15] overleden.
De rechtbank constateert dat uit het hiervoor weergegeven onderzoek van de politie blijkt dat nicknames die kunnen worden gekoppeld aan voornoemde accounts verband houden met de hobby en de winkel van de verdachte (die beide met vissen te maken hebben) en dat de inhoud van de berichten van deze accounts kunnen worden gekoppeld aan het woonadres van de verdachte, de gezinssituatie van de verdachte, zijn voormalige lidmaatschap bij de [naam 2] Rotterdam en zijn hengelsportwinkel. Verder blijkt daaruit dat beide accounts door dezelfde gebruiker worden gebruikt. Dat een ander dan de verdachte gebruik heeft gemaakt van de accounts, volgt niet uit het dossier en is met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uit te sluiten.
Hiertegenover stelt de verdediging slechts dat betwist wordt dat de verdachte de gebruiker is van dit account omdat hij dit zelf ontkent, maar heeft deze stelling in het geheel niet nader onderbouwd.
tussenconclusie van de rechtbank
Gelet op al deze feiten en omstandigheden, staat voor de rechtbank buiten redelijke twijfel dat de verdachte de gebruiker was van het Encrochat- [account 2] en het Sky- [account 1] . Met de gebruiker van deze accounts wordt in het hierna volgende dan ook de verdachte bedoeld.
Net als de officier van justitie acht de rechtbank slechts bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine. Voor de overige feiten wordt de verdachte partieel vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De raadsvrouw heeft betoogd dat ook niet kan worden bewezen dat de verdachte drugs voorhanden heeft gehad omdat er geen drugs in beslag is genomen of getest. Zij heeft tevens bepleit dat niet is voldaan aan het bewijsminimum, omdat berichten die zijn versleuteld zoals SkyECC en Encrochat berichten (hierna: pgp-berichten) op basis van artikel 344 lid 1 sub 5 van het Wetboek van Strafvordering uitsluitend als bewijsmiddel kunnen worden gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
Bij de beantwoording van de vraag of de verdachte zich - kort gezegd - schuldig heeft gemaakt aan het bezit van methamfetamine, acht de rechtbank het volgende van belang.
De Sky-gebruiker [account 1] (de verdachte dus) stuurt op 9 juni 2020 twee foto’s waarop kristalachtige onregelmatige gevormde brokken zijn te zien en merkt hierover op: "Zijn normaal hele lange pegels….dit had ik nog liggen toevallig." Volgens de verbalisant is de uitdrukking ‘pegels’ gebruikelijk om Chrystal Meth ofwel methamfetamine aan te duiden.
Ondanks dat de middelen die zijn te zien op voornoemde foto’s niet zijn getest, acht de rechtbank op basis van het voornoemde bericht en de foto’s wel bewezen dat de verdachte op 9 juni 2020 methamfetamine in zijn bezit heeft gehad. De foto’s ondersteunen immers de inhoud van het bericht.
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan het bewijsminimum nu het bewijs is gestoeld op meerdere Sky-berichten. De rechtbank verwijst in dit kader naar een arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2023.
Hierin heeft de Hoge Raad het volgende overwogen over het gebruik van pgp-berichten (ECLI:NL:HR:2023:474): Uit art. 344, eerste lid, onder 5, Sv volgt dat ‘alle andere geschriften’ (dan de in het eerste lid onder 1 tot en met 4 genoemde) alleen kunnen ‘gelden in verband met den inhoud van andere bewijsmiddelen’. (…) ook als de bewezenverklaring enkel op pgp-berichten zou steunen, zou dat niet betekenen dat art. 344, eerste lid, onder 5, Sv is geschonden, nu het bewijsmiddel waar het ene andere geschrift (een pgp-bericht) steun in vindt een tweede ander geschrift (pgp-bericht) mag zijn.
Concluderend acht de rechtbank ten aanzien van feit 2 wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 9 juni 2020 een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Kort gezegd wordt de verdachte ten aanzien van dit feit verweten dat hij zich in de periode van 20 januari 2020 tot en met 20 november 2020 schuldig heeft gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen van drugsdelicten. Dit zou volgens de officier van justitie blijken uit diverse chatgesprekken waaraan Sky-gebruiker [account 1] en Encrochat-gebruiker [account 2] hebben deelgenomen.
De raadsvrouw heeft betoogd dat in veel van de chatgesprekken de reactie van de tegenpartij ontbreekt. Indien enkel de berichten van één van de gesprekspartners aan een chatgesprek zijn weergegeven, kan de context van een dergelijk gesprek niet worden vastgesteld en is het volgens haar onduidelijk hoe deze berichten moeten worden geïnterpreteerd.
het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het betoog van de raadsvrouw
De rechtbank overweegt dat, hoewel in sommige gevallen de reacties van een gespreksdeelnemer aan een chatgesprek ontbreken, op basis van de inhoud van de berichten van de gespreksdeelnemer die wel zichtbaar zijn duidelijk blijkt dat door de andere gespreksdeelnemer op berichten wordt gereageerd. Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de inhoud van de berichten voldoende duidelijk zijn en dat goed te volgen is waar de chatgesprekken over gaan. Zoals uit de hierna opgenomen bewijsmiddelen blijkt, gaan die gesprekken onmiskenbaar over (internationale) drugshandel en zijn ze niet voor velerlei uitleg vatbaar. Dit wordt ondersteund door het feit dat de gesprekken via pgp-berichten worden gevoerd.
de voor de verdachte belastende Sky-berichten
In het dossier bevindt zich een grote hoeveelheid berichten die in de periode van 24 februari 2020 tot en met 23 oktober 2020 zijn verstuurd door de gebruiker van het Sky- [account 1] aan het Sky-account [naam 16] .In de chatgesprekken geeft [account 1] aan dat hij iemand weet met een groot fruitbedrijf die kan werken in Brazilië. Ook vraagt [account 1] of zijn tegencontact iets weet van een lijn vanuit Santa naar Antwerpen met auto’s en onderdelen. Hij geeft daarbij aan dat zijn mensen ernaar vragen en stuurt een afbeelding van een transportschip [naam 17] dat vanuit San Juan (Puerto Rico) naar Antwerpen vaart van 23 februari tot 5 maart 2020. Hierbij vermeldt hij ‘Dit is die lijn van auto-onderdelen.’ Ook geeft [account 1] aan dat er geen bananen en geen hitte is. Volgens de verbalisant kan dit duiden op het feit dat transporten met bananen door de douane veelal extra worden gecontroleerd. Op 10 maart 2020 vraagt [account 1] aan zijn tegencontact of hij transport kan verzorgen over 2 weken van Rotterdam naar een andere plaats in Nederland. Onderweg moet er dan gestopt worden om de tassen eruit te halen. De verbalisant merkt op dat dit vermoedelijk tassen met drugs betreft die tussen de reguliere lading vandaan gehaald moeten worden. Op 24 maart 2020 schrijft [account 1] dat hij mensen heeft in Turbo en Santa. Volgens de politie betreffen Turbo en Santa Marta havenplaatsen in Colombia. [account 1] schrijft ‘En wat kan? In product of alleen tassen?’ Vermoedelijk wordt besproken of de drugs vervoerd wordt in een deklading of dat het in tassen verpakt is. Op 11 april 2020 informeert [account 1] naar 188, 206 en 212 in Antwerpen, waarbij uit een screenshot blijkt dat de bakken gelost gaan worden in een loods van [naam 33] . [account 1] schrijft ‘Hun vroegen hoe en wat met gember. En hebben hun bedrijf of gooien ze tassen bij na douane en waar vandaan. Iets meer info graag’. Op 3 mei 2020 vraagt hij opnieuw naar 118 en 206 en schrijft hij ‘kunnen ook eerken met bananen uit ecu’. Voornoemde nummers betreffen volgens de politie nummers van laad- en loshavens van fruit in Antwerpen en vermoedelijk wordt gesproken over drugs in bananen vanuit Ecuador. Op 19 juli 2020 vraagt [account 1] naar de autolijn vanuit Santa. Hij vraagt hoeveel stuks en hoeveel procent kosten. Volgens de verbalisant bespreekt men vermoedelijk het transport van drugs met auto(onderdelen) als deklading en regelt een andere partij het transport tot buiten de haven en vraagt hiervoor een percentage van de waarde van de drugs. Op 25 juli 2020 vraagt [account 1] opnieuw wanneer ze kunnen starten met de autolijn. Op 25 september 2020 stuurt [account 1] vier screenshots van berichten die gaan over bakken die gelost worden, tp (transport) en 188 en 234 waar de bakken aankomen en worden gecontroleerd. Op 21 tot en met 23 oktober 2020 informeert [account 1] naar het transport, of het alleen uit Santa of ook uit Turbo komt en of alle bakken kunnen worden opgeroepen en of ze niet onbeheerd blijven staan. Volgens de politie gaat laatstgenoemd gesprek kennelijk over de import van drugs in containers.
Op 9 maart 2020 heeft [account 1] een gesprek met Sky-account [naam 18] waarin hij schrijft ‘Als goed is krijgen we zsm bootnaam van autolijn welke ze kunnen werken…’ en ‘Als je iemand mee stuurt geeft die biljetje als bewijs dat afgegeven is…’. Vermoedelijk gaat ook dit gesprek over de transport van drugs en dat iemand van de criminele organisatie een bewijs krijgt dat de goederen (drugs) afgegeven zijn.
Een van de belangrijkste tegencontacten van het [account 1] is verder in een ander strafrechtelijk onderzoek geïdentificeerd als [naam 19] . [naam 19] is op 9 maart 2021 aangehouden wegens de verdenking van invoer van grote hoeveelheden cocaïne.
In de chats wordt - ook door de verdachte zelf - diverse keren gesproken over ene [naam 20] . Uit de onderzoeken [naam 21] en [naam 22] blijkt dat [naam 23] met [naam 20] wordt bedoeld.Deze havenmedewerker is op 3 november 2022 door de rechtbank Rotterdam veroordeeld wegens het plegen van voorbereidingshandelingen van drugsdelicten en niet-ambtelijke omkoping (ECLI:NL:RBROT:2022:9304). [naam 23] heeft verklaard dat hij bijna wekelijks handelingen met containers verrichte waardoor cocaïne zonder controles in ladingen Nederland binnen kon komen en dat hij via Encrochat door criminelen werd benaderd en informatie doorgaf. De gebruiker van het Sky- [account 1] is daarnaast deelnemer van een groepsapp waaraan ook de gebruiker van het account [naam 24] deelneemt. Uit het onderzoek [naam 25] blijkt dat laatstgenoemde gebruiker de mogelijkheid heeft om vermoedelijk cocaïne in containers met fruit met bestemming Nederland of België te verstoppen en dat het hierbij gaat om partijen van enkele honderden kilo’s en soms wel meer dan 1000 kilogram.
Op basis van de inhoud van voornoemde Sky-berichten, de toelichting die een verbalisant heeft gegeven naar aanleiding van deze berichten, het versluierde taalgebruik in deze berichten, de met drugshandel gerelateerde termen die daarbij worden gebruikt, de foto’s van methamfetamine die de verdachte via Sky heeft verstuurd (zie bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2) en hetgeen de rechtbank hiervoor heeft opgemerkt over de tegencontacten van dit account, concludeert de rechtbank dat de verdachte zich, met gebruikmaking van het Sky- [account 1] , in de periode van 24 februari 2020 tot en met 23 oktober 2020 samen met anderen bezig heeft gehouden met de voorbereiding van (internationale) drugstransporten, te weten:
- Het voorbereiden van een drugstransport met gebruikmaking van het schip [naam 17] welk schip op 05-03-2020 Antwerpen binnen is gevaren en op 28 februari 2020 uit Porto Rico is vertrokken;
- Het voorbereiden van drugstransporten van Santa naar Antwerpen
- Het voorbereiden van drugstransporten met dekladingen van schroot/auto onderdelen;
- Het voorbereiden van drugstransporten met dekladingen van gember;
- Het voorbereiden van een transport omstreeks 24 maart 2020 vanuit Rotterdam.
de voor de verdachte belastende Encrochat-berichten
In het dossier bevinden zich Encrochat-berichten die in de periode van 21 januari 2020 tot en met 29 mei 2020 zijn verstuurd naar de gebruiker van het Encrochat- [account 2] en die tussen [account 2] en andere Encrochat-gebruikers zijn verstuurd.
De rechtbank wijst in dit kader onder meer op de volgende chatgesprekken.
In dit chatgesprek wordt gesproken over een probleem met de inbouw van vermoedelijk harddrugs in containers. Ook wordt gesproken over het vervoeren van erts vanaf havenstad Belém (Brazilië). [naam 26] zegt dat hij bezig is met een test en de volgende week kan zeggen hoe het is gegaan. Een verbalisant merkt op dat het hem ambtshalve bekend is dat veel harddrugs vanuit Brazilië per schip naar Nederland worden vervoerd.
In het chatgesprek wordt ook gesproken over de handel in "ijs" en "ice". Dit zijn volgens de politie andere benamingen voor methamfetamine. [naam 26] geeft bijvoorbeeld aan: "Ik heb wel die ice aantallen voor 8 enkel 8500". Tijdens het chatgesprek stuurt [naam 26] een foto waarop vermoedelijk methamfetamine is te zien, een foto met een lijst van chemicaliën die worden gebruikt voor de productie van methafetamine, een foto met een grote partij verpakte blokken waarop Hurley staat vermeld en een foto van een blok met de opdruk Hurley. In het onderzoek Echinops zijn gesealde cocaïne blokken met dezelfde opdruk aangetroffen.
[account 2] geeft in dit gesprek aan dat hij "die jongens van dat gember "op de groepschat met Sky heeft en stelt namens hen diverse vragen aan surlyrocket, zoals bijvoorbeeld om hoeveel bakken het zou gaan per maand, of dit elke keer door een ander bedrijf wordt gedaan waar een contract mee is, hoeveel bakken er “op rood aankomen” en of de bakken in België of in ‘rdam’ (Rotterdam) aankomen.
Gelet op de inhoud van de berichten lijkt [account 2] bezig te zijn met voorbereidingshandelingen voor de transport van harddrugs via bepaalde containers naar Rotterdam of België.
Op 12 mei 2020 bericht [account 2] aan [naam 27] dat "we heel misschien al een inklaardet (inklaarder) hebben, maar is nog niet zeker". Het lijkt erop dat [account 2] een inklaarder nodig heeft om containers van het bedrijf [naam 28] in te klaren en dus vrij te geven. Vermoedelijk is [account 2] bezig om een lijn op te zetten en/of voort te zetten, waarbij containers met drugs worden verscheept van punt A naar Rotterdam.
Op basis van een chatgesprek dat heeft plaatsgevonden tussen Encrochat-gebruikers [account 2] en [naam 29] is het aannemelijk dat zij op 14 april 2020 bezig zijn met de voorbereiding van een drugstransport waarbij de haven van Antwerpen een rol speelt.
In een chatgesprek van 15 april 2020 spreekt [account 2] met [naam 30] over het overpakken van een lijn, waarmee vermoedelijk een drugslijn wordt bedoeld.
In een chatgesprek van 28 april 2020 spreekt [account 2] met [naam 31] naar alle waarschijnlijkheid over (de organisatie van) een drugstransport welke aankomt bij terminal 1742 in Antwerpen met als deklading hout.In een chatgesprek van 19 mei 2020 spreekt [account 2] wederom met [naam 31] naar alle waarschijnlijkheid over de organisatie van een drugstransport vanaf ‘Turbo colo’ (de rechtbank begrijpt: de plaats Turbo in Colombia) naar Antwerpen. [naam 31] vraagt aan [account 2] of hij hem daarbij kan helpen.
In april en mei 2020 spreken [account 2] en [naam 32] vermoedelijk over drugs en drugstransporten. Tijdens deze gesprekken wordt gesproken over kosten, investeerders, hoe drugs kan worden ingebouwd en het uitvoeren van een steekproef om de kwaliteit vast te kunnen stellen. [account 2] vraagt [naam 32] onder meer naar de prijs van ice en of hij iemand kent van [naam 33] (exploitant voor bulkgoederen) zodat deze persoon vermoedelijk gebruikt kan worden bij drugstransporten.
Op basis van de inhoud van voornoemde Encrochat-berichten, de toelichting die een verbalisant heeft gegeven naar aanleiding van deze berichten, het versluierde taalgebruik dat wordt gebezigd in deze berichten, de met drugshandel gerelateerde termen die worden gebruikt en de foto’s die zijn verstuurd tijdens deze gesprekken, concludeert de rechtbank dat de verdachte zich ook met gebruikmaking van zijn Encrochat-account samen met anderen bezig heeft gehouden met het plegen van voorbereidingshandelingen voor internationale drugstransporten.
Met betrekking tot het verweer van de raadsvrouw dat niet is voldaan aan het bewijsminimum omdat het bewijs volgens haar niet enkel gestoeld mag zijn op versleutelde berichten, verwijst de rechtbank naar haar eerdere overweging over het bewijsminimum. De rechtbank merkt op dat hieraan ook ten aanzien van feit 3 is voldaan, nu het bewijs ten aanzien van dit feit is gestoeld op meerdere Sky- en Encrochatberichten die elkaar onderling ook ondersteunen.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen van drugsdelicten.