In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Tradman NL is opgericht op 7 mei 1991. Sinds juli 2006 heeft zij haar huidige naam. Zij heeft diverse dochtermaatschappijen.
(ii) Tradman FS is opgericht op 31 mei 2006. Zij is sindsdien enig aandeelhoudster van Tradman NL.
(iii) Tradman IP is opgericht op 9 juli 2007. Ook zij heeft diverse dochtermaatschappijen.
(iv) Tradman c.s. zijn trustkantoren.
(v) TMF is evenals Tradman c.s. een trustkantoor. Zij is sinds 14 februari 2008 enig aandeelhoudster van Tradman FS en Tradman IP. Sinds medio 2009 zijn, of waren, medewerkers van TMF bestuurder van Tradman NL.
(vi) [verweerder 1] is jurist en een van de oprichters van Tradman NL. Hij heeft tot september 2009 bij Tradman c.s. gewerkt. Hij was in het bijzonder verantwoordelijk voor de algemene managementtaken. Van 1 maart 1992 tot 14 mei 2004 en van 2 augustus 2004 tot 1 april 2006 was hij statutair bestuurder van Tradman NL. Van 31 mei 2006 tot 13 augustus 2008 was hij statutair bestuurder van Tradman FS.
(vii) [verweerder 2] is bedrijfseconoom en evenals [verweerder 1] een van de oprichters van Tradman NL. Hij heeft tot de zomer van 2010 bij Tradman c.s. en/of TMF gewerkt. Hij was in het bijzonder verantwoordelijk voor het relatie- en klantbeheer. Van 23 augustus 2001 tot 7 januari 2005 en van 6 mei 2005 tot 20 oktober 2006 was hij statutair bestuurder van Tradman NL. Van 31 mei 2006 tot 17 augustus 2009 was hij statutair bestuurder van Tradman FS. Van 9 juli 2007 tot 17 augustus 2009 was hij statutair bestuurder van Tradman IP.
(viii) [betrokkene 1] heeft van december 1989 tot en met augustus 1992 een gevangenisstraf uitgezeten wegens oplichting, afpersing, valsheid in geschrift en deelneming aan een criminele organisatie. Na zijn vrijlating heeft hij de [A]-groep opgericht, een groep van met elkaar verbonden vennootschappen. Zijn broer [betrokkene 2] regelde het financiële en fiscale beheer van die groep. In de periode 2004-2007 zijn vrijwel alle tot de [A]-groep behorende vennootschappen in staat van faillissement verklaard, met achterlating van grote belastingschulden. Op 12 april 2013 zijn [betrokkene 1 en 2] wegens fiscale malversaties veroordeeld tot gevangenisstraffen van 30 en 24 maanden.
(ix) [betrokkene 1 en 2] zijn van eind 1993 of begin 1994 tot eind 2006 klant geweest van Tradman NL. [verweerder 2] was hun relatiebeheerder. Ook [verweerder 1] verrichtte regelmatig werkzaamheden voor hen.
(x) In maart 2008 heeft de Staat met het oog op de belastingheffing en -invordering bij [betrokkene 1 en 2] en de door hen gecontroleerde vennootschappen een derdenonderzoek ingesteld bij Tradman c.s. en de aan hen gelieerde stichting Stichting Derdengelden E.T.S.A., op grond van art. 53 in verbinding met art. 47 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) en art. 62 in verbinding met art. 58 Invorderingswet 1990 (hierna: Iw 1990).
(xi) Bij brieven van 27 februari 2012 hebben de Staat c.s. Tradman FS, Tradman IP, TMF en [verweerders] op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gesteld voor de in dit geding aan de orde zijnde schade, en de lopende verjaringstermijnen gestuit.